achtergrond

Geenstijl

Europese Patriotten - Laurence Stassen

Interview: Arthur van Amerongen

Laurence Stassen (1971) was van juli 2009 tot juli 2014 lid van het Europees Parlement, als delegatieleider voor de PVV. Een van haar portefeuilles was buitenlandse betrekkingen, en met name Turkije. Ook vertegenwoordigde ze de PVV bij de Provinciale Staten Limburg. In maart 2014 verliet Stassen de partij van Geert Wilders en was ze nog enige tijd voorzitter van de partij VNL.

Uit een lezing van Stassen voor Elsevier, in april 2014: *Mijn inzet zal zijn om de EU te verlaten. Niet omdat dit een eenvoudige keuze is, maar omdat naar mijn inschatting Nederland beter af is buiten de EU. De tegenwerping is natuurlijk dat uit de EU stappen een sprong in het diepe is. Dat is op zichzelf waar, maar hetzelfde geldt ook voor voortzetting van EU-lidmaatschap. Waar ik mij aan vasthoudt is mijn vertrouwen in de kracht van Nederland. Nederland heeft zich door de eeuwen heen altijd bewezen en is ook nu nog steeds een van de rijkste en competitieve handelsnaties ter wereld. Door uit de EU te stappen komen we af van veel nodeloze ballast die EU-lidmaatschap met zich mee brengt. Nederland kan dan zijn eigen begroting, handelsbeleid en immigratiebeleid weer bepalen. En Nederland hoeft niet langer bij te dragen aan het EU budget noch aan de fondsen om de eurozone bij elkaar te houden. Daarmee is Nederland buiten de EU wat mij betreft een aanlokkelijker perspectief dan doorploeterden binnen de EU, dat naar mijn inschatting op een doodlopend spoor is beland. *

Stassen: “Kort na de moord op Pim Fortuyn werd ik uitgebreid geïnterviewd door de Limburgse omroep - ik was een soort regionale bekendheid - en ik ben altijd vrij duidelijk in mijn uitspraken, zoals velen helaas weten. In de auto van Maastricht naar huis dacht ik: “ik ben morgen mijn baan kwijt, die hangen mij op.”

Enkele weken na de uitzending werd ik gebeld door een headhunter en ik dacht in eerste instantie  - heel naïef - dat het voor mijn werk was, maar die man belde in opdracht van Geert Wilders. Of of ik op de Tweede Kamer-kieslijst van de PVV wilde komen te staan. Ik kende Geert al, bezocht hem al eens bij hem in Den Haag. Hij had zich net afgesplitst van de VVD en zat toen op een zolderkamertje in het parlement. Daar had eerst Rita Verdonk gebivakkeerd. Bart Jan Spruyt en Martin Bosma werkten er al. Mijn man en ik hadden zoiets van: ”Hoe kunnen we de PVV helpen?” 

We hebben toen bij ons in Echt een soort fundraising gehouden, met  een aantal zakenlui en vrienden. Ik wilde dolgraag voor de PVV de Kamer in, maar onze jongste zoon werd ziek en ik ben nog wel zo ouderwets dat ik voor mijn kind kies en niet voor het werk. Ik heb wel altijd contact gehouden met Wilders. Toen kwam in 2009 Brussel voorbij en stond ik op de PVV-lijst voor de Europese Verkiezingen. 

De biefstuksocialisten van de PvdA

Thijs Berman van de PvdA-delegatie in Brussel heette mij van harte welkom en zei tijdens onze eerste ontmoeting: “Na deze baan krijg jij nooit meer een topfunctie.” “Dat klopt, zei ik, zou heel goed kunnen. Maar dat is het verschil tussen jou en mij, Thijs. Ik zit hier voor mijn achterban en jij bent al met het volgende baantje bezig, mooie biefstuksocialist”. Ik hou niet van salonsocialisten, kan ik niets aan doen. Ik heb er geen moeite mee als ze belijden wat ze zeggen maar vaak genoeg doen ze dat niet. Ik had in Brussel wel contacten met de andere Nederlandse afgevaardigden, maar samengewerkt werd er nauwelijks. Soms wel met de VVD en de SGP, dat hing van het onderwerp af. 

Wim van de Camp van het CDA - die motormuis - heeft in mijn eerste jaar daar geprobeerd een soort maandelijkse borrel te organiseren voor Nederlandse politici, maar dat is niks geworden, dat bleef bij een of twee keer. Ik ben begonnen als nummer 4 op de lijst en na twee jaar werd ik delegatieleider omdat Barry Madlener terugging naar de Tweede Kamer. In het begin had ik als portefeuilles transport en voedselveiligheid, en later interne markt, vrouwenrechten (het glazen plafond) en buitenlandse zaken, met name Oost-Europa en Turkije. Het was keihard buffelen, want ik zat gelijktijdig ook nog eens twee jaar in de Provinciale Staten. Ik vergeet het nooit: ik was op vakantie in Lloret de Mar in juni, op de dag dat Michael Jackson stierf, en kreeg een telefoontje van Geert, of ik voor de PVV in de PS in Limburg wilde werken. Ik kwam al om in het werk, maar heb het toch gedaan. Ik heb dagen gehad dat ik ‘s morgens naar Maastricht reed, daar mijn werk deed in de PS, doorreed naar Brussel en vervolgens naar Den Haag, en dan was ik ‘s avonds om elf uur thuis in Echt. Ik had 90.000 kilometer per jaar op de teller staan.  Mijn schildklier is daardoor kaduuk gegaan. Tropenjaren dus.” 

Minder, minder, minder

“We zaten tegen de Europese Verkiezingen van 2014 aan en ik zat samen met Geert en Joram van Klaveren in de kiescommissie en de lijst moest worden opgesteld. Er waren al wat akkefietjes geweest dat jaar. In januari hadden we een heel mooi campagnefilmpje gemaakt, waarin we uitlegden wat Brussel nou precies inhoudt en wat de EU zo al niet doet, en wat de PVV wil. Wij heel trots met dat campagnefilmpje naar Geert in Den Haag: Samen bekeken, vol verwachting. Na de vertoning keek hij ons aan en zei: “Hee mooi filmpje, maar we gaan het niet gebruiken. En trouwens Laurence, wat zit je haar leuk.” Hij voegde daaraan toe dat ik er veel beter dan hij uitzag voor de camera. Een soort haat/liefde-opmerking. Dat is ook Geert. Het filmpje is nooit uitgezonden.

Bij de PVV draait het maar om één ding en dat is Geert Wilders. Niets meer en niets minder. Daarom komen mensen ook nooit bovendrijven. Ze krijgen de kans niet en hij wil dat ook niet. En toen was er de Marokkanen-uitspraak. Ik was met mijn man en mijn zwager in grand café De Tijd in Den Haag. Toen Geert “minder, minder, minder” riep, keken we elkaar aan en dachten: wat doet hij nu? Het was totaal out of the blue en op dat moment totaal niet op zijn plek. Het sloeg nergens op. De volgende dag had ik met hem afgesproken en hij klaagde dat door die uitspraak zelfs zijn moeder werd bedreigd. “Het is actie en reactie, Geert," antwoordde ik. “Waarom doe je dan ook zo’n uitspraak? Had je nou nog gezegd: minder criminele Marokkanen, soit... Ik heb nog zes weken tot de verkiezingen en jouw uitspraak gaat natuurlijk vreselijk gespind worden door de media en de andere partijen. Ik moet nu overal roepen dat ik geen racist ben.”

Wat ik toen niet wist, was dat ze ‘minder, minder, minder’-slogan blijkbaar van tevoren bedacht hadden in de Haagse fractie. Dat vonden ze een goed plan. Ik heb altijd tegen Geert gezegd: als er een moment komt dat ik mijzelf niet meer in mijn badkamerspiegel durf te bekijken, dan is het gedaan. Ik ken hem natuurlijk van haver tot gort. Ik heb vijf jaar heel nauw met hem samengewerkt. Hij belde me vaak in het holst van de nacht uit mijn bed om zijn hart te luchten. “Ga slapen, Geert,” zei ik dan, “of drink een fles wijn leeg maar laat mij met rust.” “Maar ik kan alleen jou bellen,” zei hij dan. Tsja, je moet maar een gek vinden die oppakt ’s nachts. Geert heeft geen matties. Hij is een eenzame wolf. 

We zijn het er allemaal over eens dat we in Nederland een heel groot probleem met criminele Marokkanen hebben. Dat wil niet zeggen dat alle Marokkanen fout zijn. Hij bleef bij die opmerking en zei dat zijn ego het niet toestond om die woorden terug te nemen. Ik ben toen zelf opgestapt. Geert is bepaald geen people manager. Daar kan ik een boek over schrijven. Kijk naar Harm Beertema die nu vertrekt uit Den Haag. Toen ik vertrok bij de PVV zei Geert dat hij het heel erg vond, want ik was de enige die hem kritiek durfde te geven. En dat was ook zo. Ik lag continu met hem in de clinch. Van mij kon hij dat op de een of andere manier wel hebben, maar hij had mij natuurlijk ook wel nodig. Ik dacht dat we bij de PVV allemaal voor hetzelfde doel werkten, maar achteraf bleken de grootste vijanden intern te zitten. Dat hoort nou eenmaal helaas bij de politiek.”

De Turkenrel

“We hebben in Brussel het akkefietje gehad met ACTA, het antipiraterijverdrag, over internetvrijheid, etcetera." Dat viel onder mijn portefeuille. Wij waren daar tegen, de PVV in Brussel. Op een gegeven moment ging Frankrijk bepalen wanneer je wel en niet op het internet mocht en wat je wel en niet mocht downloaden. Dat ging mij als liberaal net iets te ver. Daar gaat de Staat niet over. Wat gebeurt: we zijn in Straatsburg en ik krijg een journalist aan de telefoon, en die zegt: “jullie stemgedrag staat haaks op dat van de PVV in de Tweede Kamer. Wilders heeft net voor ACTA gestemd en jullie in Straatsburg tegen ACTA.” “Ja, zei ik: dat doen we al twee jaar.” Ik heb meteen Geert gebeld en die zei dat hij het zo had geregeld met het CDA. 

Wij zaten toen in de PS van Limburg in een coalitie met de VVD en het CDA. Dat was in de tijd dat Abdullah Gül, de president van Turkije op staatsbezoek kwam in Maastricht. Ik wilde niet dat hij kwam. Wij hadden twee gedeputeerden in de PS en wilden niet dat die hem ontvingen. Maar die wilden juist graag een drankje doen met koningin Beatrix. Bon, uiteindelijk zijn ze niet gegaan.” 

“De fractievoorzitter van het CDA, Martijn van Helvert, had een kongsi met Ruth Peetoom; als de PVV uit de coalitie zou worden gegooid, zou Van Helvert een baantje krijgen in de Tweede Kamer. En zo is het gelopen. Maxime Verhagen heeft alles geprobeerd om het ploffen van de coalitie te voorkomen, maar uiteindelijk ging de stekker er toch uit. Dat was op vrijdagavond, en op zaterdag was het Catshuisoverleg. En ik denk dat Geert er toen genoeg van had. Ik was in Venlo en een journalist van de NOS belde mij over de val van de coalitie, ik had geen idee wat er aan de hand was. De coalitiepartners vonden onze opstelling ten opzichte van Turkije “niet kunnen”.  

Ik was in 2012 in Ankara en heb daar in het parlement gesproken, dat was een hele happening. De Turken waren niet blij met mij. De Nederlandse ambassadeur in Turkije kwam naar mij toe en zei: “Mevrouw Stassen, u moet uw toon matigen.” Ik had nog geen woord gezegd! “Pardon,” antwoordde ik, “wie bent u eigenlijk?” Geen idee wie hij was, haha! “Ik moet helemaal niks,” zei ik tegen die meneer, “ik kom hier mijn werk doen.” Op zo’n moment word ik heel tegendraads en ga ik gewoon mijn ding doen. 

Ik heb mijn speech gehouden in dat Turks parlement, over mensenrechten, over vrouwenrechten, over Erdogan en al die journalisten die in de gevangenis zaten. Het was best spannend, want eerder al had, Egemen Bağış, de omstreden Turkse minister van Europese Zaken in Brussel, via een van zijn attachés een enorme bos rode rozen bij mij laten bezorgen, met daaraan een kaartje met de tekst: "Dear mrs. Stassen, I am looking forward playing the game with you.”

En toen moest ik nog naar Turkije, dus. Na mijn speech in het parlement werd ik aan een tafel gezet met tien man van de AK-partij die mij ostentatief meden, als de pest. Toen kwam de minister van Europese Zaken op mij af, vergezeld door zijn entourage en een boel media: of mijn giftige ideeën over Turkije nu verdwenen waren. “Het eten smaakt prima, dank u wel minister” Meer antwoordde ik niet. Een blamage voor hem. 

Ik was de enige die kritiek had in die hele Turkije-afvaardiging van de EU. Die hadden een lekker snoepreisje, waren niet gewend dat er iemand kritiek gaf op de gastheer.  Toen we terug vlogen naar Brussel was het nog wel even spannend bij de Turkse douane. Ze lieten mij bijna niet gaan, waren de boel aan het traineren en vertragen. Ik had gelukkig mijn man bij me, die heeft me over het tarmac gesleurd tussen de militairen door: “En nu doorlopen, Stassen!” Enfin, mij zien ze niet snel meer terug in Turkije. Geert zat mij drie dagen voor dat reisje uit te lachen omdat ik hem best wel kneep. “Jij hebt makkelijk lullen,” zei ik, “ik heb geen cordon beveiligers om mij heen in Turkije”.” 

Frenske Timmermans

“Timmermans is de enige politicus die geweigerd heeft mij de hand te schudden. Het gebeurde tijdens een receptie in het huis van de Nederlandse ambassadeur in Brussel. Puur omdat ik van de PVV was. Hij keerde mij demonstratief zijn rug toe. 

Ik was natuurlijk dwars gaan liggen toen hij gouverneur van Limburg wilde worden. Hij was PvdA-Kamerlid en genoot de meerderheid van de vertrouwenscommissie om hem commissaris van de koningin te maken, maar toch miste hij op drie stemmen na het gouverneurschap aan de net verkiesbaar gestelde CDA’er Theo Bovens. Dat is hij nooit vergeten, rancuneus als hij is. 

Timmermans had tijdens een verkiezingscampagne in een interview gezegd dat samenwerking met de PVV, op welk niveau dan ook, uitgesloten was. We hadden toen notabene bijna een miljoen kiezers, die zette hij gewoon even weg, onze sociaaldemocraat. Ik heb toen in een interview gezegd dat ik Timmermans stuitend arrogant vond. Ik ben er nooit voorstander van geweest om partijen van tevoren uit te sluiten, je weet immers nooit hoe het loopt. In ons kiesstelsel moet je samenwerken, of je nou wilt of niet. Het is niet ideaal maar als je voor je achterban iets wilt veranderen, moet je toch meedoen. Voor Frenske geldt vooral: pecunia non olet. Vergis je niet in hem… Ik moest erg lachen toen hij meldde dat hij toch maar in Brussel ging wonen toen hij daar zijn baantje kreeg, vanwege de logistiek. Veel te ver rijden van Heerlen. Ga toch weg… Dat had niks met afstand te maken, maar met de belastingen! Timmermans en ik zullen nooit vrienden worden. Hij is het diametrale tegenovergestelde van ‘practice what you preach'.” 

Mart Smeets

“Mijn man is ondernemer en deed regelmatig mee aan benefietacties voor  Kika, de Stichting Kinderen Kankervrij. Vaak wordt zo’n avond aan elkaar gepraat door Mart Smeets. We zaten aan een tafel en voor mij is er één ding heilig: een benefietgala niet gaan vermengen met politiek. Dat is gewoon een no go. Begint Mart te vertellen dat hij voor een spoedklus naar Hilversum moest, hij had geen tijd meer gehad om een kaartje te kopen voor de trein. Smeets: “komen er twee conducteurs aan, u kent dat wel, types à la de PVV.” 

Mijn man schopte mij, onder de tafel: hou je gedeisd. Ik had een kop als een boei. Wat zullen we nou krijgen, zeg! Smeets ging helemaal los op de PVV. Ik ben vervolgens naar zijn tafel gelopen, waar hij tussen allerlei hotemetoten zat, en tikte hem op zijn schouder. 

“Mag ik mij even voorstellen, ik ben Laurence Stassen, delegatieleider van de PVV in Brussel en fractievoorzitter in de PS van Limburg.”

Hij kijkt naar me en zegt: “Nou mevrouw, zo ziet u er helemaal niet uit.” “Nou, meneer Smeets, dat zegt dan meer over u dan over mij,” antwoordde ik. “Maar wilt u dat nooit meer doen, politiek vermengen met een benefietgala voor kinderen met kanker? Ik wens u verder nog een prettige avond.” 

Hij kroop bijna onder de tafel van schaamte. Elsevier deed ook mee aan het gala, geven dan gratis advertentieruimte voor Kika. Ik heb ooit één keer op hun cover gestaan met als kop: ‘de Limburgse Geert Wilders’, en net díe cover werd die avond getoond voordat de veiling voor advertentieruimte plaatsvond. We hebben Mart Smeets die avond niet meer gezien.”

Bram Moszkowicz

“In april 2014  ben ik na dat Marokkanen-gedoe uit de PVV gestapt en heb ik nog meegedaan aan een Engelse partij, An Independence from Europe. Dat was een eurosceptische partij en een equivalent van de United Kingdom Independence Party (UKIP) die wilde dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU trad, met behoud van handelsrelaties en een normale vriendschap.

Nigel Farage zei toen over mij: “She did bloody well for a bloody foreigner.” Het was een afsplitsing van UKIP en ze kenden mij door mijn werk in het EP. Het Engelse kiesstelsel is natuurlijk heel anders, maar ik had toch 60.000 stemmen in Zuidoost-Engeland. Een jaar later werd ik gebeld door Louis Bontes, of ik verkiesbaar was voor VNL. Ik heb samengewerkt met Louis in Brussel, ging prima, een hele goede collega. Joram van Klaveren zat er bij, en Johan Driessen. Joram en Johan waren dik geweest met Geert Wilders. In eerste instantie wilde ze mij lijsttrekker maken van VNL, dat vond ik niet zo’n goed idee, maar ben wel voorzitter geworden. Bram Moszkowicz als lijsttrekker vond ik geen goed idee. Daarna was ik wel klaar met de politiek.” 

“Er is geen sterk leiderschap in Nederland, met als gevolg dat mensen die zich bij geen enkele partij thuisvoelen de flanken gaan opzoeken, wat ik heel begrijpelijk vind. Ik vind dat JA21 het beste programma heeft, en vooral qua economische plannen, maar die worden niet groot genoeg. Als iedereen maar gaat stemmen. We zouden 150 Kamerleden als Omtzigt moeten hebben, mensen die goed in hun dossiers zitten. Het is jammer dat de politiek nu vooral om beeldvorming draait. Renske Leijten van de SP was ook een geweldig Kamerlid. Het gevaar is dat links altijd de gelederen sluit en dat rechts altijd hopeloos verdeeld is. 

Ik ben van huis uit altijd VVD-stemmer geweest, maar na Frits Bolkestein is de partij steeds verder naar links opgeschoven. Zeker onder Rutte, die meer naar D66 neigde dan naar de VVD. De belastingen zijn nog nooit zo hoog geweest,en dat met een “liberale” premier! Je bent liberaal of je bent het niet, maar kennelijk zijn er in Nederland diverse soorten liberalisme. De politiek is bij ons thuis met de paplepel ingegoten. Mijn opa was wethouder en locoburgemeester en mijn vader is ook wethouder geweest. Die waarschuwde me trouwens altijd voor de politiek: “Meisje, weet wat je doet, de politiek is zó smerig.” En hij had gelijk. Ik mis de politiek soms wel, krijg ook nog regelmatig aanbiedingen. Ik weet niet wat er gaat gebeuren, maar ik sluit niet uit dat ik ooit terugkeer. En als het niet gebeurt dan is dat ook goed.”

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.