Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (5)
Tuur achter de tap in het Stamcafé
Woensdag 1 februari
Zowaar een lichtpuntje in mijn droeve bestaan, wachtend op de verlossende zeisslag van mijn trouwe metgezel Magere Hein alias the Grim Reaper: mijn nieuwe bestseller De Boze Blanke Man is uit!
U kunt dit vrolijke boekje het best direct scoren bij mijn uitgever (gesigneerd en gepreegd) want als u het bij de boekhandel koopt, pakt die 42% van de verkoopprijs. En bij Ezo Wolf krijgt u mijn geschriften ook nog eens gepreegd en gesigneerd. Wat wil een mens nog meer? Ja, 'zuipen, hoeren neuken en nooit meer werken!', hoor ik de trouwe lezer denken.
Vorige week vertelde ik u hoe ik van luchthaven Charleroi naar professor Teun Voeten in Antwerpen treinde. Die had een pan troostende erwtensoep op het vuur staan en dat was maar goed ook, want ik was een beetje droefgeestig geworden van het grauwe weer en van de spuuglelijke mensen in de trein, die bovendien heel vies roken. Mijn geurenkabinet sloeg spontaan aan en ik was weer terug in het België van 1980. In dat geurenkabinet koester ik reukherinneringen, van de ochtendbolus van mijn vader in combinatie met sigarenrook tot zuur vagijnzweet op een Texelse camping in 1975 en gifgroene slingerpoep als gevolg van een bedorven broodje warm vlees in een sloppenwijk van Caïro, medio augustus.
Al in 1980 woonde ik in Antwerpen, aan de Italiëlei, en 't Stad was een punkparadijs, met kroegen als het oude Pannenhuis, de Groene Michel, de Vagant en de legendarische Cinderella aan de Stadswaag, kroegen die nooit sloten en waar je als een zot de pogo kon springen of kon stuiteren op geweldige Jamaicaanse dub. De Belgische punks waren hartstikke lief en ik had nog een poosje kennis aan Bie, die er gevaarlijk uitzag maar altijd op fluistertoon sprak, een euvel dat vaker voorkomt bij Vlaamse maskes. Ik heb Bie nooit boos gezien, terwijl ik me soms best wel misdroeg. Ik zag de sinjoren eigenlijk alleen maar boos worden als Nederlanders na een nacht stappen stomdronken tegen de kathedraal en de kerken rond de Vogeltjesmarkt stonden te pissen.
Na fijne man-tot-man-gesprekken met den Teun, bleef ik alleen achter in de keuken en ging ik Belgische plaatjes draaien, van TC Matic, Gorki, dEUS to Adamo en Bobbejaan Schoepen. Ik denk vaak dat ik een Slavische ziel heb. Melancholisch, op het pathetische af, en vooral wanneer ik drink. Gelukkig heb ik nooit een een kwade dronk. Hoogstens een kwade kater.