Sta je te trappelen om voor het eerst mee te doen aan een padeltoernooi, maar twijfel je of je er al klaar voor bent? Goed nieuws: de meeste toernooien zijn helemaal niet zo spannend als ze klinken. Of je nu net bent begonnen of al een tijdje speelt, er is bijna altijd een plek voor je. Je hebt alleen wat voorbereiding nodig en natuurlijk de juiste spullen.

De basis: wat heb je nodig voor padel?

Als je nog niet lang bezig bent met padel, is het slim om eerst te zorgen dat je de basis op orde hebt. Dat betekent een goed racket, comfortabele sportkleding en stevige schoenen met voldoende grip. Verder heb je padelballen, een handdoek en een waterfles nodig. Vooral het racket maakt verschil. Beginners doen er goed aan om te kiezen voor een wat lichter model met een groter raakvlak. Daarmee speel je makkelijker en belast je je armen minder. Ook een extra grip is geen overbodige luxe het voorkomt dat het racket uit je hand glijdt als het spel intensiever wordt. Neem daarnaast ook praktische spullen mee, zoals zonnebrand, een pet en wat snacks voor tussendoor. Zo kun je de hele dag fit blijven en voorkom je dat je tijdens een lange wedstrijd zonder energie komt te zitten.

Hoe werkt een padel toernooi voor beginners?

De meeste clubs organiseren regelmatig een padel toernooi speciaal voor beginners of recreanten. Het doel is vooral plezier hebben, niet per se winnen. Vaak speel je meerdere korte wedstrijden tegen verschillende koppels, waardoor je veel ervaring opdoet in korte tijd. Bij veel toernooien word je automatisch ingedeeld op basis van je speelsterkte of je rating. Dat betekent dat je tegen spelers speelt van ongeveer hetzelfde niveau. Zo blijft het leuk en leerzaam tegelijk. De sfeer op dit soort toernooien is meestal ontspannen: mensen moedigen elkaar aan, er wordt veel gelachen en na afloop is er vaak een drankje of kleine prijsuitreiking. Als je nog nooit hebt meegedaan, kun je vaak via je lokale padelclub of via apps als Playtomic een geschikt toernooi vinden. Daar zie je direct voor welk niveau het bedoeld is en hoe je je kunt inschrijven.

Bereid je goed voor

Een paar dagen voor het toernooi is het slim om nog even te trainen. Oefen je opslag, werk aan je voetenwerk en speel een paar oefenpotjes met je vaste partner. Dat helpt om met meer vertrouwen de baan op te stappen. Zorg er ook voor dat je de spelregels goed kent. Padel lijkt veel op tennis, maar met de glazen wanden komt er toch net wat meer tactiek bij kijken. Je kunt ook een toernooi bezoeken als toeschouwer voordat je zelf meedoet. Zo krijg je een gevoel voor het tempo, de sfeer en hoe de wedstrijden verlopen.

Ontspannen en genieten

Het belangrijkste bij je eerste toernooi is dat je plezier hebt. Maak je niet te druk over de uitslag iedereen heeft ooit zijn eerste pot gespeeld. Blijf positief, geef alles op de baan en geniet van het spel. Na afloop is het altijd leuk om even te blijven hangen. Je leert andere spelers kennen, krijgt misschien wat tips van ervaren padellers en wie weet heb je er zelfs een vaste padelmaat bij voor de volgende keer.

Met kinderen (en huisdieren) in huis is het soms zoeken naar een vloer die én mooi is én een beetje tegen het gezinsleven bestand is. Tapijt is snel vies, laminaat gaat soms krom staan en parket... tja, dat zie je krassen snel op terug. Toch is er een oplossing waar steeds meer gezinnen voor kiezen: de gietvloer. Dat is niet alleen iets voor hippe lofts of strakke kantoren, maar juist ook voor een levendig huishouden. Een gietvloer is namelijk super makkelijk in onderhoud, bestand tegen een stootje en ziet er ook nog eens modern en strak uit. Ideaal voor wie graag een gezellige, maar ook nette woning wil. Vooral een krasvrije lavasteen gietvloer is populair bij gezinnen die nét dat beetje extra stevigheid willen, zonder in te leveren op sfeer.

Veilig en comfortabel voor kinderen

Veiligheid staat voorop als je kleine kinderen in huis hebt. Een gietvloer is slipvast, wat handig is als er met sokken door de kamer wordt gegleden of als er eens iets gemorst wordt. Daarbij voelt de vloer zacht en comfortabel aan, vooral als je kiest voor een variant die licht meeveert. Dat is niet alleen fijn voor spelende kinderen, maar ook voor de oren, het dempt namelijk geluid, en dat is in een druk huishouden best welkom. Ook voor kinderen die leren kruipen of net hun eerste stapjes zetten, is een gietvloer prettig. Geen drempels of naden waar ze over struikelen, gewoon een egale ondergrond waar je je geen zorgen over hoeft te maken.

Een vloer die tegen een stootje kan

Je kent het wel: een speelgoedauto die keihard over de vloer racet, een glas drinken dat omgaat of een hond die enthousiast van voor naar achter rent. De meeste vloeren hebben daar een hekel aan, maar gietvloeren kunnen er prima tegen. Ze zijn slijtvast, krasbestendig en raken niet zomaar beschadigd. Dat maakt het ook een slimme investering voor de lange termijn. Je hoeft niet elk jaar in de weer met schuren, lakken of vervangen. Zeker als je kiest voor een duurzame afwerking, blijft de vloer er jarenlang goed uitzien. Mocht je op zoek zijn naar inspiratie of advies, neem dan eens een kijkje bij Coatingvloer. Daar vind je allerlei voorbeelden van gietvloeren die passen in een gezinswoning, inclusief verschillende stijlen en kleuren.

Schoon in een handomdraai

Een van de grootste voordelen van een gietvloer is misschien wel hoe makkelijk hij schoon te houden is. Geen voegen of naden waar kruimels in verdwijnen. Geen hout dat gaat verkleuren als er water op ligt. Gewoon even met een doek of dweil erover en klaar. Vloeistoffen trekken er niet in en vuil blijft niet hangen. Dat scheelt een hoop schoonmaaktijd en die kun je als ouder wel beter gebruiken. Voor gezinnen met jonge kinderen of huisdieren is dat echt een verademing. Eten op de grond, modderige pootafdrukken, knutselprojecten die uit de hand lopen... het is allemaal zo weer opgeruimd.

Past bij elke woonstijl

Een gietvloer is er in allerlei kleuren en afwerkingen. Of je nu houdt van warm en natuurlijk of juist strak en industrieel, er is altijd wel een optie die past bij jouw smaak. Omdat de vloer naadloos is, oogt je woning ook meteen ruimer en rustiger. Heb je een open keuken of een woonkamer die doorloopt in een speelruimte? Dan is een gietvloer perfect. Alles vormt één geheel en je creëert makkelijk overzicht in de ruimte.

Dus je laatste outfit is niet meer een maatpak of een galajurk, maar een doek van 3 bij 3 meter. Jep, welkom in de wondere wereld van de lijkwade. Steeds meer Nederlanders skippen de dure uitvaartkist en laten zich inwikkelen alsof ze een menselijk burritootje zijn. Niet in een kartonnen doos, maar in een dikke lap stof.

Lijkwade met opbaarplank = tafeltje dekje

Belangrijk detail: zo’n lijkwade komt bijna altijd met een opbaarplank. Want ja, ergens moet je die boel op leggen. Dat is dus een houten plank, beetje het sobere broertje van de klassieke kist. Je kunt er bloemen op kwijt, kaarsjes ernaast zetten en klaar is Kees. Een lijkwade kopen doe je ook al vanaf 168euro via Uitvaartland dus goedkoper gaat het niet worden.

Waarom die omslag?

Goede vraag. Waarom ruilen we massaal de doodskist in voor een lap textiel?

Prijskaartje: een wade + plank kost vaak een stuk minder dan een dikke eikenhouten bak. Hollanders en korting, need we say more.
Duurzaam: een lijkwade is meestal van katoen, linnen of wol. Biologisch afbreekbaar, dus moeder aarde kan ook opgelucht ademhalen.
Sober & persoonlijk: sommige mensen vinden een kist maar kil. Een doek voelt zachter, intiemer en minder “meubelstuk in de kerk”.

Trendy doodgaan

Lijkwaden bestaan trouwens al eeuwen, maar nu is het ineens hip. Past in het rijtje met: je eigen urn beschilderen, duurzame begraafplaatsen en de biologische doodskist van paddenstoelen. Want zelfs in het sterven willen we anno 2025 duurzaam én een beetje stylish zijn.

Het laatste doekje

Of je nou gaat voor een linnen lap, een wollen deken of een zelfgebreide XXL-sjaal van oma: de lijkwade is here to stay. Minder poespas, minder kosten en meer “persoonlijk”. En zeg eerlijk: beter een doek waar je je letterlijk in wikkelt, dan een kist die je hele spaarrekening leegtrekt.

In deze badkamer draait alles om balans. Iedere tegel, iedere kraan en elke tint is zorgvuldig gekozen om samen één verhaal te vertellen. De ingetogen kleuren en natuurlijke materialen geven de ruimte een rustige basis, terwijl verfijnde details zorgen voor een vleugje elegantie. Het is een plek waar je de hectiek van de dag achter je laat en je omringd voelt door tijdloze luxe.

Eén geheel van vloer tot plafond

De basis van de ruimte wordt gevormd door de prachtige tegels die de badkamer ruim doen lijken. Zowel de vloer als de wanden zijn ermee bekleed, in een 60 x 60 formaat dat zorgt voor een gelijkmatig ritme zonder visuele onderbrekingen. De zachte, crèmekleurige ondertoon geeft de ruimte een warm karakter en laat andere elementen vanzelf tot hun recht komen.

Centraal op het wastafelblad staat de waskom, uitgevoerd in gezoet travertin. De ronde vorm contrasteert subtiel met de strakke lijnen van het blad, maar blijft binnen het natuurlijke kleurenpalet. Daarboven is gekozen voor een inbouwkraan in chroom, eenvoudig en precies afgewerkt.

Spiegels en licht in balans

De spiegel boven de wastafel is de Wiesbaden Uovo, een organisch gevormde variant met dimbaar LED-licht rondom. Door het zachte licht en de ronde belijning ontstaat een sfeervolle tegenhanger van de rechte lijnen in de rest van de ruimte. Het licht is aanwezig, maar niet overheersend. Hierdoor ontstaat er een serene ruimte waarin je je even helemaal af kunt sluiten van de buitenwereld. Bovendien kun je de verlichting afstemmen op je stemming. 

Douche in het verlengde van de ruimte

De inloopdouche is prachtig en tegelijkertijd onopvallend geïntegreerd. De Hotbath doucheset in chroom is volledig ingebouwd, met een royale hoofddouche en handdouche. De bediening zit strak in de wand, net als de RVS-douchegoot met tegelrooster. Dit is een detail dat pas opvalt als je weet waar je moet kijken. Het geheel houdt de ruimte open en overzichtelijk.

Niets ontbreekt, niets is te veel

Het ligbad ligt als een serene waterkom verzonken in de vloer. Wie onder de douche wil stappen, daalt een halve verdieping af naar het lagergelegen douchegedeelte, waardoor de beleving intiem en omsloten aanvoelt. De wandkranen in de douche en bij het bad zijn rustig aanwezig en in lijn met de andere chroomaccenten in de ruimte.

De verwarming wordt verzorgd door een stijlvolle handdoekradiator, uitgevoerd in gepolijst RVS. Verticaal, minimalistisch en afgestemd op de rest van het sanitair. Ook het toilet is meegenomen in het totaalbeeld: een Geberit set met vlak bedieningspaneel en strakke afwerking.

Gerealiseerd met Tegeldepot.nl

De badkamer van Julie Reinders laat zien dat luxe niet luid hoeft te zijn. Wie goed kijkt, ziet de hand van Tegeldepot.nl in elk detail: van de keuze voor het travertin tot de kraan, spiegel en afwerking. Alles ademt vakmanschap, harmonie en tijdloze elegantie, waardoor de ruimte uitnodigt tot ontspannen en tot rust komen. Een plek waar comfort en stijl moeiteloos samenvloeien, en waar elk element bijdraagt aan een verfijnde, serene sfeer die jarenlang mooi blijft.

Als ondernemer wil je soms niet alleen zakelijk gebruik maken van je bedrijfsauto, maar ook in je vrije tijd. Bijvoorbeeld tijdens een vakantie. Dan is het handig om te weten of je verzekering dat ook dekt. Want ja, je auto staat op naam van je bedrijf, maar je wilt hem natuurlijk ook gewoon kunnen gebruiken voor een roadtrip naar Zuid-Frankrijk of een weekendje weg in Duitsland. Goed nieuws: dat kan vaak gewoon.

Privégebruik meestal toegestaan

De meeste zakelijke autoverzekeringen maken geen onderscheid tussen privé- en zakelijke kilometers. Dus ook als je met je bedrijfsauto op vakantie gaat, ben je in veel gevallen gewoon verzekerd. Zolang je je aan de polisvoorwaarden houdt en naar een land rijdt dat op de groene kaart staat, zit je meestal goed. Ga je buiten Europa of naar landen zoals Marokko, dan kan het zijn dat je verzekering daar geen dekking biedt. Check dat dus even vooraf.

Neem je groene kaart mee

De groene kaart is het internationale verzekeringsbewijs van je auto. In sommige landen is het zelfs verplicht om de papieren versie bij je te hebben. Ga je op reis, dan is het slim om deze altijd in de auto te leggen. Zo voorkom je gedoe als er onderweg iets gebeurt.

Wat is er precies verzekerd?

Dat hangt af van de soort dekking die je hebt. Met een WA-verzekering ben je verzekerd voor schade die je bij anderen veroorzaakt, maar dus niet voor schade aan je eigen auto. Als je pech krijgt of schade oploopt aan je voertuig, kun je daar dan geen aanspraak op maken. Heb je een WA+ of Allrisk-dekking? Dan ben je ruimer verzekerd, ook voor schade aan je eigen auto door bijvoorbeeld weersomstandigheden of een aanrijding. De exacte dekking hangt natuurlijk af van wat je hebt afgesloten, dus controleer vooraf goed wat er in jouw geval wel en niet is meeverzekerd.

Alles goed geregeld voor vertrek

Wil je je auto zakelijk verzekeren en ook zorgeloos privé kunnen rijden, dan is het belangrijk om een verzekering te kiezen die deze combinatie dekt. Er zijn verzekeraars die hier specifiek rekening mee houden en dat duidelijk vermelden in de polisvoorwaarden. Daarmee weet je zeker dat je zonder zorgen zowel zakelijk als privé de weg op kunt.

Ook voor bestelauto’s

Rijd je een bus of bestelwagen waarmee je ook weleens op vakantie gaat? Dan is het net zo belangrijk om te checken of je goed verzekerd bent. Een bestelauto verzekeren werkt grotendeels hetzelfde als bij personenauto’s, maar de dekking en tarieven kunnen verschillen. Daarom is het slim om te kiezen voor een verzekering die past bij het soort voertuig dat je hebt én hoe je het gebruikt.

Pechhulp regelen voor het buitenland

Een ongeluk zit in een klein hoekje. Zeker als je ver van huis bent, is het fijn om te weten dat je snel geholpen wordt als je met pech langs de kant staat. Pechhulp is vaak geen standaard onderdeel van een zakelijke autoverzekering, maar kun je wel aanvullend afsluiten. Zorg er dan wel voor dat het om pechhulp voor het buitenland gaat, anders heb je er onderweg niets aan.

Zijn spullen in je auto verzekerd?

Tijdens je vakantie neem je waarschijnlijk bagage, kleding en persoonlijke spullen mee. Deze zijn niet automatisch meeverzekerd via je zakelijke autoverzekering. Voor die spullen heb je een reisverzekering nodig. Heb je zakelijk materiaal, zoals gereedschap, mee? Dan kun je die verzekeren via een eigen vervoerverzekering, mits je die hebt afgesloten. Zo weet je zeker dat je spullen ook onderweg beschermd zijn.

Ook aan inzittenden denken

Ga je met je gezin of andere passagiers op pad in je bedrijfsauto? Dan is het slim om te controleren of je een schadeverzekering voor inzittenden (SVI) hebt. Zonder zo’n aanvullende verzekering zijn gezinsleden niet automatisch verzekerd als er iets gebeurt. Onderling kun je elkaar niet aansprakelijk stellen. Met een SVI voorkom je dat je bij schade voor onverwachte kosten komt te staan.

Probeer tegenwoordig nog maar eens uit te leggen wat je voor je geld krijgt bij een mobiel abonnement. Serieus. Je koopt een bundel van 12 gig, krijgt 7 gig cadeau, verliest 5 gig als je niet op woensdag verlengt en betaalt extra als je per ongeluk ademt tijdens het streamen van een video.

Welkom in het abonnementen-circus, waar belminuten verdwijnen als popcorn op een kermis en ‘onbeperkt’ eigenlijk gewoon ‘tot je teveel gebruikt’ betekent.

En dan nog die prijzen. Je zou denken dat bellen goedkoper is geworden sinds 2005, maar sommige tarieven lijken verdacht veel op boetebedragen voor wildplassen. Alleen dan per maand. Voor 10 euro krijg je niks, voor 15 euro nog minder, en voor 20 euro mag je zelf je provider bedanken dat je überhaupt verbinding had.

Dus ja, sim only tarieven die je snapt, zijn inmiddels zeldzamer dan een treinstel dat op tijd rijdt. En als je er dan toch een tegenkomt die gewoon zegt wat je krijgt, en wat het kost, zonder surprise fee, loyaliteitskorting of ‘servicekosten administratieverwerking’. Dan is dat op z’n minst opmerkelijk. Of gewoon verfrissend normaal.

Kijk maar zelf: sim only tarieven. Gewoon duidelijk. Zoals het hoort. Meer valt er eigenlijk niet over te zeggen. Behalve misschien: waar waren jullie al die tijd?

Werken als groepsleerkracht is een van de meest betekenisvolle beroepen binnen het Nederlandse onderwijssysteem. Het biedt de kans om dagelijks bij te dragen aan de ontwikkeling van jonge mensen, hun zelfvertrouwen te versterken en hun nieuwsgierigheid te prikkelen. Maar wat houdt dit werk precies in, welke uitdagingen komen erbij kijken, en wat maakt het zo speciaal?

Dagelijkse werkzaamheden

Elke schooldag begint voor een groepsleerkracht met de verantwoordelijkheid om een veilige en stimulerende leeromgeving te creëren. Dit gaat verder dan alleen het geven van lessen. Het omvat het voorbereiden van lessen, het opstellen van leermaterialen en het constant aanpassen van de leerstof aan de behoeften van individuele leerlingen. Groepsleerkrachten zijn ook actief betrokken bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun leerlingen. Ze leren kinderen samenwerken, kritisch nadenken en zelfvertrouwen opbouwen – vaardigheden die verder gaan dan het traditionele curriculum.

Naast de directe interactie met leerlingen speelt communicatie met ouders en collega's een cruciale rol. Dit betekent oudergesprekken voeren, deelnemen aan teamvergaderingen en regelmatig nascholingen volgen om op de hoogte te blijven van de nieuwste onderwijsmethoden en ontwikkelingen.

Positieve aspecten van het beroep

Er is veel voldoening te halen uit het werk als groepsleerkracht. Veel docenten zien hun werk als een kans om een blijvende impact te maken in het leven van hun leerlingen. Het begeleiden van een kind van de eerste leeswoordjes tot complexe wiskundige concepten geeft een gevoel van betekenis dat weinig andere beroepen bieden.

Daarnaast biedt het beroep een bepaalde mate van creatieve vrijheid. Geen twee dagen zijn hetzelfde, en geen twee klassen reageren op dezelfde manier op een les. Dit vraagt om flexibiliteit en creativiteit, wat voor veel leerkrachten juist de aantrekkingskracht vormt van dit beroep. Bovendien kan de mogelijkheid om deeltijd te werken helpen bij een betere werk-privébalans, wat bijdraagt aan het algehele werkplezier.

Uitdagingen en aandachtspunten

Toch kent het beroep ook uitdagingen. De werkdruk kan hoog zijn, mede door de hoge hoeveelheid openstaande vacatures als gorepsleerkracht, de diversiteit aan leerlingen en het constant aanpassen van lesmethoden aan verschillende leerstijlen. Leerkrachten moeten soms lange dagen maken om alles af te krijgen, van het schrijven van rapporten tot het voorbereiden van oudergesprekken.

Daarnaast is de flexibiliteit in vakanties beperkt. Veel leerkrachten merken dat verlof buiten de reguliere schoolvakanties lastig is, wat soms kan botsen met persoonlijke plannen. Ook het salarisniveau ligt vaak lager dan dat van andere hbo-beroepen, wat voor sommigen een obstakel kan vormen bij het kiezen voor dit beroep.

Toekomstperspectieven en doorgroeimogelijkheden

De toekomst voor groepsleerkrachten ziet er positief uit, mede door de grote vraag naar onderwijspersoneel. Er zijn tal van mogelijkheden voor verdere specialisatie, zoals werken in Montessori- of Dalton-onderwijs, of het ontwikkelen van expertise in speciaal onderwijs of gedragsbegeleiding. Ook voor zij-instromers biedt het onderwijs interessante carrièrekansen.

Wil jij aan de slag als groepsleerkracht?

Werken als groepsleerkracht is veelzijdig, uitdagend en vooral betekenisvol. Het vraagt om geduld, creativiteit en een diepe betrokkenheid bij de ontwikkeling van kinderen. Ondanks de bekende uitdagingen, zoals werkdruk en salaris, wegen de beloningen – in de vorm van persoonlijke voldoening en de kans om echt verschil te maken – vaak zwaarder voor degenen die voor deze carrière kiezen.

Overweeg je zelf om groepsleerkracht te worden? Dan is dit misschien wel het juiste moment om die stap te zetten. Zoals veel ervaren leerkrachten zullen bevestigen: er is weinig zo waardevol als het inspireren van de volgende generatie.

Een brandje blussen in de kantine? Even paniekerig naar de dichtstbijzijnde schuimblusser rennen terwijl je collega zijn tosti uit z’n vingers laat glibberen? We kennen het wel: één keer per jaar zo’n brandoefening waarbij de helft lacht, de andere helft niet komt opdagen en niemand écht weet wat 'ie moet doen als de fik erin vliegt.

Maar wat nou als je die oefening niet hoeft te doen op een winderig parkeerterrein met een verveelde BHV’er in een oranje hesje, maar gewoon op kantoor – in virtual reality? Precies dat kan tegenwoordig. En het is… best vet eigenlijk.

Fire safety, maar dan met een headset

Enter: VR fire safety training. Je krijgt een VR-bril op je harses en voor je het weet sta je in een nagemaakte keukenbrand, met vlammen die tegen de muren likken en rook die de pan uitslaat. Het zweet breekt je uit. Welke blusser heb je nodig? Waar is de nooduitgang? Wat als je collega knock-out op de grond ligt te rochelen? Je hersenen gaan keihard aan, zonder dat er ook maar iets echt in de fik vliegt.

Het mooie: je maakt fouten zonder dat je de boel afbrandt. Je leert niet uit een PowerPoint met dertien bullets over “veiligheid eerst”, maar door te doen. Letterlijk. En dat werkt. Want in plaats van een suf certificaat met je naam erop, onthoud je ineens wél waar dat branddeurtje zit.

Geen droge kost, wel impact

De tech achter dit alles komt van onder meer VROWL – een Nederlandse club die VR-trainingen maakt voor bedrijven die hun personeel niet domweg instructieboekjes wil laten opdreunen. Ze bouwen realistische, interactieve scenario’s waarin je wordt getest op stress, inzicht en snelheid. En dat zonder dat er ook maar één echte vlam aan te pas komt.

Of het nou een kantoorbrand is, een lekkende gasleiding of iemand die zijn kleding in brand steekt bij de barbecue op het personeelsuitje: in VR kun je alles simuleren. En ja, inclusief dat moment dat je de verkeerde blusser pakt en het alleen maar erger maakt. Dan leer je het dus echt.

Efficiënt, schaalbaar, geen gezeik

Voor werkgevers is het ook gewoon lekker praktisch. Geen logistiek circus met locaties huren, brandweermensen regelen en met z’n allen in hesjes de parkeergarage uitrennen. Je zet die VR-kit neer, medewerkers gaan om beurten een kwartier aan de slag en klaar. Iedereen opgeleid, nul risico’s, nul schade. En je hoeft niemand meer uit te leggen dat het géén goed idee is om water op een frituurbrand te gooien.

Bovendien: je kunt de training zo vaak doen als je wil, totdat het erin zit. Geen eenmalig “afgevinkt” momentje, maar echt gedragsverandering. En dát redt levens, mocht het ooit serieus misgaan.

Het blust beter dan een opfriscursus Excel

Laten we eerlijk zijn: niemand wordt warm van een jaarlijkse veiligheidstraining. Maar als je het als een game brengt, met realistische situaties, keuzes onder druk en een beetje adrenaline? Dan haakt zelfs de meest cynische medewerker aan.

Dus ja: het lijkt misschien futuristisch, maar dit is gewoon hoe fire safety anno 2025 hoort te gaan. Geen muffe vergaderruimte met koekjes, maar een virtuele vuurzee waarin je moet handelen alsof je leven ervan afhangt. En spoiler: dat kan zomaar eens zo zijn.

Bril op, fik d’r in. Trainen maar.

Ben jij helemaal uitgekeken op de huidige interieurstijl in je woonkamer, maar zie je de trendy stijlen waarmee woonwinkels adverteren ook niet echt zitten? Het moderne interieur vind je maar saai, de industriële stijl overdreven stoer en je bent net iets te vaak in een landelijk interieur geweest om het zelf in huis te willen.

Dan wordt het tijd voor een origineel en oorspronkelijk interieur, een interieur waarbij je lekker buiten de lijntjes mag kleuren en je eigen ding kan doen.

Tips en inspiratie nodig voor een origineel interieur? We geven drie voorbeelden.

Bohemian interieur

Het bohemian interieur, ook wel 'boho' genoemd, heeft zijn wortels in het begin van de negentiende eeuw. Jongeren in Parijs begonnen zich af te zetten tegen de strakke burgerlijke levenswijze die er toen heerste. Ze wilden juist vrijheid. Dat vonden ze in de levensstijl van de reizende volkeren, zoals de Sinti en Roma. De jongeren namen de kleurrijke stijl van deze volkeren over, niet alleen in hun kleding, maar ook in het interieur, en noemden zich 'bohémien'.

De stijl wordt nu nog gebruikt in het interieur. Kleur is daarbij de belangrijkste factor. Kleuren mogen spreken, lekker van de muren knallen en overal aanwezig zijn. Aardse tinten en specerijkleuren zoals oker, saffraan, bruin en zand, afgewisseld met sprekend blauw, oranje of geel bijvoorbeeld. Houd je meer van gematigde kleuren, dan kies je voor lichtere tinten van deze kleuren.

Daglicht laat het interieur van zijn beste kant zien. Laat het raam dus zo veel mogelijk vrij en zet er bijvoorbeeld geen stoel voor of een grote plant in de vensterbank. Kies voor semi-transparante raamdecoratie zoals vitrage of glasgordijnen kant en klaar, waardoor het licht zacht gefilterd binnen komt als het zonnig is buiten.

Verder is het vleugje ver weg een belangrijk element. Dat zie je bijvoorbeeld terug in exotische prints, souveniers van verre reizen en ansichtkaarten van verre landen. Het interieur is helemaal af met natuurlijke materialen zoals hout, linnen en natuursteen in combinatie met aaibare materialen  in de vorm van bijvoorbeeld zachte kussentjes, een wandkleed en een hoogpolig tapijt. Ook planten mogen niet ontbreken in dit interieur. Houd je van veel groen? Maak dan een echte urban jungle in je woonkamer!

Wabi sabi interieur

Wabi sabi is een tijdloze interieurstijl, die gebaseerd is op een eeuwenoude Japanse levensfilosofie. Het gaat om het zien van het perfecte in het imperfecte, om het aanvaarden van de vergankelijkheid van het leven en hier de schoonheid in zien.

Het wabi sabi interieur is relaxt. Niets hoeft perfect of symmetrisch te zijn, gebruikssporen zoals krasjes en deukjes mag je zien, en er staat niet te veel, maar ook niet te weinig in de woonkamer. Het gaat vooral om natuurlijke materialen zoals hout, linnen, natuursteen en wol. Kleuren zijn zacht, licht en aards. De ruimte is open ingericht, waarbij vooral gekeken wordt naar functionaliteit. Esthetiek is ook functioneel. Een paar accessoires kunnen dus prima. De ruimtelijkheid wordt benadrukt voor veel natuurlijk licht. Is het buiten donker, dan wordt de woonkamer verlicht met dimbare spotjes die zorgen voor een zacht licht in de kamer.

Eclectisch interieur

Heb je niets met een vastomlijnde interieurstijl? Richt de woonkamer dan helemaal je eigen stijl in. 'Eclectisch' betekent 'het beste uitkiezend', wat wil zeggen dat het interieur helemaal is ingericht met wat jij mooi vindt, van kleuren tot meubelen en accessoires.

Er zijn dus geen regels voor de inrichting van dit interieur. Dat maakt het aan de ene kant heel vrij, aan de andere kant ligt het risico van een rommelig allegaartje op de loer. De meeste mensen kiezen daarom een rode draad voordat ze gaan shoppen. Een kleur bijvoorbeeld, of een interieurstijl.

Het kan ook helpen eerst een moodboard te maken. Verzamel daarop interieurs die jij mooi vindt, en haal daar de elementen uit die jij in je woonkamer wilt. Plaats deze op een nieuw moodboard en je ziet in één oogopslag of alles goed bij elkaar past. Valt er iets uit de toon, dan is er geen man overboord: het is immers een digitaal bord, je hebt de items nog niet gekocht. Wisselen voor iets dat wel past en klaar is het. Heb je de perfecte match? Dan is het tijd om te shoppen en te starten met inrichten.

Brommers zijn altijd een belangrijk onderdeel geweest van de straatcultuur. Van de stoere exemplaren uit de jaren ‘70 tot de moderne, gestroomlijnde modellen van nu. Brommers zijn en blijven een statussymbool. Of je nu houdt van klassieke oldtimers of liever een snelle sportbrommer hebt. Er is voor iedereen wel een favoriet. Kom je daar maar al te graag wat meer over te weten? In dit artikel nemen we je mee langs de vetste brommers van toen en nu.

De Puch Maxi: een legendarische verschijning

Wie kent ‘m niet? De Puch Maxi, die vooral in de jaren ‘70 en ‘80 razend populair was. Dit oer-Hollandse model werd vaak voorzien van hoog stuur en een opgevoerd blok. En hierdoor is het een favoriet onder jongeren. De eenvoud en betrouwbaarheid maakten het een geliefd model dat vandaag de dag nog steeds op meetings en beurzen te zien is. Maar ook via tweedehands websites zijn er meer dan genoeg modellen om uit te kiezen.

De Yamaha FS1: de legende onder de crossbrommers  

De Yamaha FS1, oftewel de ‘Fizzie’, is misschien wel de meest geliefde brommer onder crossliefhebbers. Dit Japanse model was licht, snel en perfect om mee te racen op zandpaden en industrieterreinen. Door de jaren heen is de FS1 uitgegroeid tot een waar icoon. En er zijn nog steeds enthousiastelingen die deze brommer volledig restaureren en onderhouden.

Moderne snelheidsmonsters: de Derbi Senda en Aprilia RS

Voor de nieuwe generatie brommerrijders zijn de Derbi Senda en Aprilia RS ware toppers. Deze brommers combineren snelheid met een strak en sportief uiterlijk. Vooral onder jongeren die van een beetje power houden, zijn deze modellen razend populair. Dankzij geavanceerde techniek en verbeterde motoren zijn ze niet alleen snel. Ze zijn ook nog eens erg betrouwbaar.  

Brommerverzekering: wat je moet weten

Heb je al een eigen brommer? Dan ben je in Nederland verplicht om een verzekering af te sluiten. Een WA-verzekering is het minimum. Het dekt alleen schade die je bij anderen veroorzaakt. Wil je extra bescherming tegen diefstal of schade aan je eigen brommer? Dan kun je kiezen voor een WA+ of Allrisk-verzekering. De premie van een bromfiets verzekering hangt af van verschillende factoren. Je kunt dan denken aan:
•    Je leeftijd
•    Je woonplaats 
•    Het type brommer dat je rijdt

Het is slim om verschillende aanbieders te vergelijken zodat je niet te veel betaalt. Dat is natuurlijk wel een erg fijne gedachte.

Snorfiets verzekeren: hoe zit dat?

Rijd je een snorfiets in plaats van een brommer? Dan gelden er net wat andere regels waar je rekening mee moet houden. Een snorfiets heeft een maximumsnelheid van 25 km/u en mag vaak op het fietspad rijden. Toch moet je ook hiervoor minimaal een WA-verzekering hebben. Je kunt dan denken aan een snorfiets verzekeren bij Univé. Sinds de helmplicht voor snorfietsen in Nederland geldt, kiezen steeds meer mensen voor een verzekering met diefstaldekking. Snorfietsen worden namelijk vaker gestolen dan brommers. Een goede verzekering is zeker geen overbodige luxe. Verdiep je een keer goed in alle mogelijke verzekering en sluit op deze manier de beste variant af voor je eigen snorfiets.

Investeer je op korte termijn al een keer in je eigen brommer?  

Je hebt nu net even een wat beter beeld gekregen van de beste brommers van vroeger en nu. Maar ook waar je aan moet denken op het gebied van het regelen van een verzekering voor je brommer of snorfiets. Is het de hoogste tijd om een nieuw (of extra) model te gaan kopen? Zet alle mogelijke opties online een keer op een rijtje en maak op deze manier erg gericht de juiste keuze.