Dit is het 71e en laatste deel van het feitenfeuilleton UWV: Kroniek van een faalfabriek. Hierin beschrijft database doctor @René Veldwijk van binnenuit zijn ervaringen met het UWV. Lees HIER de introductie.
2021
In zeventig afleveringen heb ik gedurende anderhalf jaar geprobeerd om het wel en wee te beschrijven van een stukje van de uitkeringsmoloch die UWV heet. De periode die ik beschrijf is van 2007 tot vandaag, of eigenlijk van 2002 tot 2025. Het is passend om te eindigen met een verantwoording. Ik doe dat in FAQ-vorm en voeg direct antwoorden toe op vragen waarvan ik weet of vermoed dat ze bij sommige lezers leven.
Persoonlijk
1. Wat zijn je drijfveren om dit feuilleton te schrijven?
Ik ben een consultant. Kennisoverdracht is mijn vak. Vooral in de periode 2007 – 2010 heb ik bij het UWV dingen meegemaakt die op zichzelf de moeite van het vertellen waard zijn en tegelijk uiterst leerzaam. Bij mijn weten is dit feuilleton een unicum. ICT is immers saai en onbegrijpelijk, dus niemand schrijft erover voor niet-vakgenoten. Ik zie ook niet snel iemand anders iets dergelijks doen. Je moet kunnen en durven schrijven. Werk je voor een softwarehuis dan ben je je baan kwijt. Ben je niet financieel onafhankelijk dan beland je in een stacaravan. Ik werk in een kleine software-maatschap met partners-met-ballen en heb geen hypotheek. Ik hoef geen held of Don Quichote te zijn. Maar bovenop dat alles ligt onverholen trots om een systeem te hebben neergezet, de polisadministratie, dat de Nederlandse gegevenshuishouding ingrijpend heeft veranderd; en dat allemaal in een vijandige (3, 9, 31, 67) en op onderdelen corrupte (10, 11, 18) UWV-organisatie.
2. Ben je echt zo slim?
Ik kom in het feuilleton wellicht slimmer over dan gerechtvaardigd. Dat is onbedoeld en ongewenst, maar onvermijdelijk. Wat ik beschrijf is bijna altijd te onderbouwen met documenten, maar het is moeilijk om te herinneren wanneer dom geluk intuïtie wordt en intuïtie kennis. Echter, de feiten kloppen, óók waar het over mijzelf gaat. En uiteindelijk was ons wapen dat wij acteerden als een team van vakmensen in een UWV-organisatie waarin iedereen oorlog voert tegen iedereen en deskundigheid er nauwelijks toe doet. Soms voldoet vakmanschap op zichzelf.
3. Ben je rijk geworden van het UWV?
Toen ik er in 2007 begon was ik 45 en financieel onafhankelijk. Wij bouwden met een klein team van partners/ondernemers de polisadministratie voor een paar procent van het bedrag dat het UWV aan Capgemini en IBM had verspild. Als je met een paar mensen het werk van vele honderden doet dan verdien je een uitstekende boterham. En los daarvan kon UWV het niet laten om ons geld toe we werpen waar we niet om hadden gevraagd (29). Waarom dat weigeren?
4. Heb je zakelijk last gehad van kritische uitingen over de overheid?
Ja natuurlijk. Net als bijvoorbeeld Pieter Omtzigt (35), met wie ik mijzelf verder niet wil vergelijken en met wie ik niet zou willen ruilen. Don’t try this at home.
5. Haat je de mensen over wie je negatief schrijft?
Nee. Haten en doorgronden gaan niet samen. Iemand als Diantha C. verafschuw ik misschien persoonlijk, maar ze beschermt wel "haar" mensen in een onzekere politieke wereld. Cor Franke is misschien een crypto-psychopaat (14) maar ronduit geniaal. Cees B., die samen met Capgemini het UWV oplicht (10), doet dat met een koelbloedigheid en flair die ik bewonder in een organisatie die wil worden opgelicht. Tof Thissen, die zijn zwakste cliënten laat stikken, is een typische burgemeester in oorlogstijd met het hart op de goede plaats (64). En zo kan ik doorgaan. Zelfs UWV-topman David Jongen, over wie ik niets positiefs kan zeggen, moet bijzondere eigenschappen bezitten. Dat ik ze niet kan vinden is mijn fout.
6. Vind je het vervelend dat je mensen toch beschadigt?
Niet bij spelers als Cees B. en David Jongen, maar in het algemeen wel. Verifieerbaarheid staat echter voorop. In ambtenarenland is het overigens bijna de ultieme doodzonde om mensen bij naam te noemen. Individuele ambtenaren bestaan nooit. Het enige dat bestaat zijn organisaties en de minister. Uiteraard komt dat het ontstaan en doorwoekeren van wantoestanden sterk ten goede.