achtergrond

Geenstijl

Eindejaarsinterview met Metje Blaak: de hoeren en de boeren krijgen altijd de schuld

Metje Blaak (Almelo, 1949) zat in het volle leven, was woordvoerster van belangenorganisatie De Rode Draad en van Vakwerk, de vakbond voor prostituees, schrijft boeken en fotografeert.

door Arthur van Amerongen

Fatsoensrakker Halsema

Blaak: “Ik vind het afschuwelijk dat burgemeester Halsema een Eroscentrum bij de Zuidas wil laten verrijzen. Daar wil je niet dood gevonden worden, en ook niet levend. Wat een aggenebbisj afwerkplek, het is net zo erg als de Keileweg in Rotterdam, destijds. Die vrouwen moeten dan ‘s avonds na het werk naar huis en een stukje door dat niemandsland, dat spookgebied lopen. Levensgevaarlijk… Ik snap ook niet dat Halsema de boel maar niet op orde kan krijgen op de Wallen, met al die toeristen. De toeristen krijgen de schuld maar Halsema wil gewoon de Wallen kwijt. Het is pure fatsoensrakkerij.

Charles

De ellende begon al toen de gemeente al die panden opkocht van Charles Geerts. Die ken ik vrij goed, heb het er vaak met hem over gehad. Die heeft veel onroerend goed verkocht aan Lodewijk Asscher. Asscher was wethouder van Financiën en lanceerde met burgemeester Cohen en voorzitter Els Iping van stadsdeel Centrum het ‘Coalitieproject 1012’. Volgens dat plan moest een groot deel van het centrum gesaneerd worden. Bekende prostitutielocaties gingen verdwijnen en het Damrak en het Rokin moesten weer een sjieke rode loper van de stad worden, met hoogwaardige horeca. De Wallen werden ‘teruggeven’ aan de Amsterdammer, volgens de Stopera.

Nou, zei ik altijd: De Wallen zijn van de Amsterdammers. Wat nou teruggeven! De gemeente moet van de Wallen afblijven. Als alle prostitutie daar verdwijnt, of als er nog maar één straatje overblijft, komt er geen hond meer. Daar gaan ze enorm veel spijt van krijgen. In mijn tijd waren er wel achthonderd ramen en peeskamers. Misschien dat er nu nog iets van driehonderd zijn. Op de Geldersekade zit helemaal niks meer. Aan de grachten zit nog wat, en in de zijstraatjes, de Bloedstraat enzo. Op het Singel zijn ook nog wat ramen, maar dat is meer voor de lokale bevolking, daar is het ook een stukje rustiger.

Wethouder van Prostitutie

Ik zou dolgraag Wethouder van Prostitutie zijn in Amsterdam. Mijn eerste daad: poortjes maken op de Wallen en mensen vijf euro entree laten betalen. Als de bezoekers van de Wallen eventueel echt prostituees bezoeken, krijgen ze die vijf euro terug. Al die loerders moeten gewoon betalen en dat geld gaat naar een broodfonds voor de meiden. Die vrouwen máken Amsterdam, zitten de hele dag mooi te zijn voor het raam. In Düsseldorf hebben ze die poortjes geïntroduceerd en dat werkt prima. Ach, de gemeente Amsterdam heeft de meest vreemde streken uitgehaald met de sekswerkers. Eerst werden ze gepest, daarna moesten voor de hygiëne alle slipjes op 80 graden worden gewassen. Dat was natuurlijk gewoon treiteren. Vervolgens moesten de peeskamers om 4 uur sluiten, een heel gevaarlijk tijdstip voor de meiden. Toen moest alles rond het Oudekerksplein dicht.

De Wallen: een uitsterfconstructie van de Stopera

Na de legalisering van de prostitutie kwam, dachten de vrouwen: “Nu zijn we eindelijk legaal, kunnen we een bankrekening openen, hebben we een normale baan.” Dat viel vies tegen, want ze hadden alleen maar plichten, en geen rechten. Al die ambtenaren die de legalisering moesten bewerkstelligen hadden totaal geen verstand van prostitutie. De gemeente heeft gewoon een uitsterfconstructie bedacht. Stel dat de prostitutie helemaal verdwijnt uit Amsterdam, dan gaat het de gemeente Amsterdam veel geld kosten. Al die meisjes moeten worden omgeschoold, krijgen geld mee. Heel veel meiden willen niet bij de Albert Heijn achter de kassa werken, die lopen na twee dagen gillend weg. Gewoon niet spannend genoeg. De meiden van nu hebben het veel zwaarder gekregen. Toch ken ik veel vrouwen die het vak leuk vinden. Maar die hoor je nooit in media.

Pooiers

Ik heb nooit met pooiers te maken gehad. Die kwamen in het begin weleens aan de deur nadat ze iets aan mijn auto hadden kapotgemaakt. Het linnen dak van mijn sportwagentje werd een keer opengesneden. Dan kwam zo’n pooier met een of andere lulverhaal, dat hij mij wilde beschermen, dat ik een oppas nodig had. Uiteraard tegen betaling. Klassiek dus. “Kom maar even mee naar de politie,” antwoordde ik dan, en dan zag ik ze nooit meer terug. Ik heb ze dus gelukkig altijd van me af kunnen houden.

Wat zien ik.

Toen ik in de jaren zeventig op de Wallen ging werken, was het nog op een bepaalde manier romantisch. De sfeer van de boeken van Albert Mol, zoals in zijn boeken Wat Zien ik en Haar van Boven, was al aan het verdwijnen en ik hoorde van de oudere collega’s dat Mol de sfeer op de Wallen van vroeger heel goed beschreven had. Ik begon achter het raam, maar ik deed ook veel stripteasewerk. Bij voorkeur in een uniform van het Leger des Heils, want dat vond men opwindend. Nu hebben de klanten echt de meest bizarre wensen, die zijn snoeiharde porno gewend. Mijn klanten waren allang blij dat ze bij mij waren. Die wisten ook van niks. Je had natuurlijk de stouterdjes, die rare dingen wilden, maar zelfs dat viel wel mee. Ik werkte nog een poos bij de Yab Yum, het waren de gezellige jaren met Theo Heuft, met kamermeisjes die alles picobello schoonmaakten na het bezoek van een klantje. Je kon er ook eten en ik verdiende er veel geld. Dat hield allemaal op toen de criminelen de tent overnamen. Ik ben op tijd weggegaan, voelde de bui al hangen. Daarna had ik een eigen appartement waar ik mannen ontving, ik heb alle takken van de prostitutie meegemaakt, weet precies hoe de vork in de steel zit.

Zoiets doet mijn man niet

Ik geef veel lezingen in het hele land. Laatst moest ik voor een mannenclub in Luttenberg optreden. Een soort thuiswedstrijd, want ik kom uit Almelo. Die kerels, allemaal rond de veertig, vroegen aan mij of ik echte ruige en vieze verhalen wilde vertellen. Ik zei: “Geef eens een voorbeeld, jullie zitten toch de hele dag porno te kijken, jullie hebben vast wel voorbeelden.” Toen waren ze ineens minder openhartig. Ik heb mijn best voor ze gedaan, ze een documentaire laten zien die ik samen met Rogier Frensdorf heb gemaakt, en daarin komt Luttenberg uitgebreid voor. De mannen werden ineens een beetje zenuwachtig, misschien omdat ze bang waren dat hun vaders er in zaten, of andere bekenden…

Een vrouwelijk publiek is heel anders, stelt andere vragen. Die lachen echt om mijn verhalen, in de trant van: “Jeetje, dat mannen zulke rare dingen willen!” Ik laat vrouwen meestal in de spiegel kijken. Ze zeggen vaak: “Zoiets doet mijn man nooit!” “Dat weet je nooit,” antwoord ik dan. Vrouwen zijn wat dat betreft veel onschuldiger. Die doorgewinterde pornokijkers, die misschien ook nog naar swingerclubs gaan, daar heb ik niet zoveel aan qua publiek, want die willen nog gékker dan gek horen. Maar zo was het helemaal niet destijds, in mijn beleving . Ik vraag aan een vrouwelijk publiek vaak: “Hoe zou je het vinden als je man achter de computer zit, en jij ligt in bed en je hebt zin om een wip te maken terwijl hij zit te masturberen op zo’n juffrouw? Wat doen je dan?” De meesten zeggen dan: “Ik schop hem er uit!” Anderen zeggen: “Och, laat die kerel maar gaan.” Of: “Ik vind het helemaal niet erg, alleen vind ik het vreselijk dat dat schermpje helemaal vet wordt en dat ik dat moet schoonmaken.”

Hobbyhoeren

Mannen kunnen overal terecht. Je hebt zelfs hobbysekswerkersdie gratis neuken. Je kan naar sekshuizen, naar de parenclubs: mannen hebben alles tot hun beschikking. Vroeger konden ze alleen maar naar een prostituee. Als mannen nu naar een prostituee gaan willen ze vaak extreme dingen doen. Fistfucken, noem maar op. Vroeger had ik daar nooit last van, ze waren al blij als ze bij mij waren en dan mijn blote enkel zagen. Nu moet je al naakt de deur opendoen.

Fuck me, fuck me

Ik geef ook lezingen op middelbare scholen. Die kinderen van vijftien, zestien jaar vertellen mij dat ze zijn opgegroeid met porno, allemaal anaal gepomp en gangbangs, maar als ze het dan echt zelf moeten doen, weten ze niet hoe en wat. Een meisje vertelde mij dat ze het voor het eerst ging doen en tegen haar vriendje de hele tijd riep “fuck me, fuck me”. Dat had ze in die filmpjes gehoord. Een ander meisje vond het het jammer dat seks zo smerig was, en dat het toch veel leuker en gezelliger kon zijn. Het moet allemaal meteen maar in de kont, er zit geen liefde bij. Kinderen zijn helemaal geseksualiseerd.

Opa kreeg een happy end

Ik vertel aan mijn publiek altijd eerst hoe het is begonnen, hoe een net, christelijk meisje uit Almelo zomaar in de prostitutie verzeild raakt. Dat hoort het publiek graag. Ik was eerst verpleegster, had de INAS-opleiding gedaan. Ik moest regelmatig mannetjes wassen en dan werd die piemel soms stijf. Dat mocht natuurlijk niet en dan moest er een koud washandje op. Op een gegeven moment was er een heel oud mannetje en ik dacht: wat zielig, hij gaat gauw dood, en hij heeft een stijve lul. Weet je wat, dacht ik: ik geef hem een happy end.

Zwarte Cross

Ik heb eens opgetreden op de Zwarte Cross, maar dat publiek bestond uit alleen maar schreeuwende dronken boeren die mij een bierdouche gaven. Ik schrok me helemaal kapot toen ik op dat podium stond. Het had geen enkele zin om daar verhalen te gaan vertellen. Ik ben toen maar heel gek gaan doen en riep een paar keer: “De hoeren en de boeren krijgen altijd de schuld! Toen kreeg ik het publiek mee.”

Het nieuwste boek van Metje Blaak

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.