In memoriam Reggie Smith
Soep van de Week in Het StamCafé

door Arthur van Amerongen
Begin november 2021 kreeg ik dit bericht van Nico Dijkshoorn: “Krijg nou de kolere. Kom er nu pas achter dat jij Reggie Smith kent. Heb ik mee gehonkbald, bij H.C. T.I.W. en daarna TIW/Survivors. Doe Reggie de groeten. Hij is geen reet veranderd. We waren een beetje bang voor hem. Ik herinner mij de eerste Enge Hond van Amsterdam die volgens Reggie ‘niets deed’. Zijn vader heette ook Reggie, die speelde honkbal met een houten been. Echt een goede werper, maar als je een stootslag neerlegde was hij kansloos. Zijn vaste act, zoals bij veel Amsterdammers, was: zogenaamd vallend een kamer of ruimte binnenkomen. Iedereen MOEST weten dat hij er was. Daar moet Reggie last van hebben gehad. Ach, zijn legendarische vader met dat ene been, die het zo erg vond dat hij dood ging dat hij maanden lang zijn eigen uitvaart heeft voorbereid.”
En nu is Reggie Smith junior dus ook dood.

De genocide op Nederlandse expats in Portugal en Spanje is begonnen
Bautenlanders RAUS - Sunbed WARS in het StamCafé
door Arthur van Amerongen
Wie ooit in een vlaag van verstandsverbijstering besloot om gezellig met het hele gezin een dagje naar de Emigratiebeurs te gaan en aan het einde van de dag op het tandvlees, zeulend met plastic tasjes vol folders de Koninklijke Jaarbeurs in Utrecht (of nog erger: de Expo van Houten, waar boven de toegangspoort een citaat van Dante hangt: “Lasciate ogni speranza, voi ch'entrate” oftewel “Laat alle hoop varen gij die binnengaat.”) uit hobbelde, zal in een mengeling van wanhoop en opluchting gedacht hebben: “Ik blijf lekker cocoonen in mijn Vinex-reservaat in Carnisselande, want waarom zou ik met vrouw en koters verkassen naar Spanje of Portugal, waar ik dan vervolgens al die ANWB-stelletjes - in driekwartbroeken en op gifgroene Crocs, zíj ook nog eens met een kortpittig kapsel - van de Emigratiebeurs tegenkom op de boulevard, luidruchtig proostend met hun eerste glaasje rosé van de ochtend?”
Ik hoor de trouwe reaguurder gniffelen: “Dit is Van Amerongen op zijn best, nu gaat de meester op het floret al die Ik Vertrek-mensjes fileren.”
Welnu, zo voorspelbaar ben ik nou ook weer niet, want het is tijd voor enige woorden van berouw. Jarenlang was ik een vulgaire broodschrijver die op de loonlijst stond van het Portugees verkeersbureau. Hele volksstammen tuinden in mijn zalvende praatjes en emigreerden zonder enig vooronderzoek en blindvarend op mijn enthousiaste adviezen naar de Algarve. Met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat deze leugenachtige tekst de doorslag gaf voor veel lezers van de Volkskrant:
De Portugees staat bekend om zijn vriendelijkheid en gastvrijheid. Hij is te allen tijde bereid om je te helpen als je hulp nodig hebt. Kijk er niet raar van op als uw buren bij u aankloppen om een doosje met eieren van hun eigen kippen of appels uit hun eigen tuin aan te bieden. In het begin kan een Portugees stug en afstandelijk overkomen. Vaak moeten ze de kat uit de boom kijken. Maar, wanneer je goedgekeurd bent, heb je vrienden voor het leven.
Arthur van Amerongen - Enkele overpeinzingen bij mijn dood
Soep van de Week

Mijn uitgever vraagt regelmatig of ik die Grote Nederlandse Roman nog ga schrijven. Daar heeft de goede man een punt, want ik sta met één voet in het graf en voel de hete adem van Magere Hein in mijn nek. Ik antwoord in de regel dat ik het als broodschrijver veel te druk heb met mijn columns, dat ik geen enkele urgentie voel en dat ik helemaal geen onderwerp heb voor een roman, laat staan voor een gemakzuchtige novelette.
“En ik wil niet eindigen als Martin Bril,” voeg ik daar dan aan toe. In wat wel de meest vileine en naijverige lijkrede uit de geschiedenis van de Volkskrant moet zijn, schreef Bert Wagendorp: “Zelfs wanneer Brils zegetocht als succesrijk columnist begint, is er de voortdurende ondertoon van verlies en frustratie. Er stierf geen schelm maar een man toen Martin Bril overleed, een terneergeslagen, gedesillusioneerde man. Dat kwam door het voortijdige, wrede van zijn dood, maar niet alleen daardoor. Het had ook te maken met de mislukte zoektocht naar wat onvindbaar bleek, namelijk de grote kunstenaar in zichzelf. Met het feit dat hij de lat steeds lager was gaan leggen en genoegen had genomen met iets dat uiteindelijk nooit de bedoeling was geweest. Eind februari 2009 zit Bril met Barbara van Beukering, hoofdredacteur van Het Parool en de vriendin die hij uit de tijdschriftenwereld naar die van de krant heeft geholpen, in Café Wester in de Nieuwe Leliestraat. Bril weet dat zijn leven bijna voorbij is, en wat rest is 'schuld en schaamte'. De grote roman waarvan hij droomde, is ongeschreven gebleven, hij heeft zijn huwelijk verkloot en zijn twee dochters amper zien opgroeien: te druk met zichzelf, met het jagen op geld, roem en vrouwen, met het bezeten inhalen van verloren tijd. 'Ik ga dood en ik heb alles verkeerd gedaan', zegt hij huilend.”
Ik moet er toch niet aan denken dat een lolbroek van GeenStijl zulks over mij zou schrijven in een necrologie. “Tuur heeft de krekpijp aan Maarten gegeven en is gestopt met roken”.
De jammerlijke ondergang van de loveboat van Greta & The Flotillas
Soep van de Week in Het StamCafé

door Arthur van Amerongen
Met aanzwellend leedvermaak volg ik de omzwervingen van de Freedom Flotilla Coalition, en met name die van de loveboat van Greta Tunberg. Ik ben in goede zaterdagse luim, vrienden, en dump daarom hier meteen de weergaloze titelsong van die geweldige serie. Dan was het stil op straat, beste mensen, als The Love Boat werd uitgezonden.
We zagen schitterende beelden van een zeer krolse Greetje, met een cocktail in haar hand tijdens een magistrale zonsondergang op de Middellandse zee. We zagen haar glijden op de paal van het kraaiennest en ik moest meteen denken aan Babah Tarawally de Piraat, u weet wel, die dikke meneer van kleur in Asterix en Obelix. Eerlijk gezegd wekt die zaaddodende Zweedse gif-trol bepaald geen zondige gedachten in mij op, maar ik vroeg me toch af of ze tijdens deze epische zeiltocht op diesel nu eindelijk haar mödomshinna gaat verliezen.
David Van Reybrouck: misschien wel de meest afgrijselijke “man” der Lage Landen
Soep van de Week in Het StamCafé

door Arthur van Amerongen
David Van Reybrouck is zeer waarschijnlijk de allergrootste slijmbal van de lage landen en staat qua kotsfactor zelfs boven ongewervelde Nederlandse rimmers als Jens van Tricht, Sander Philipse, Philip Huff, Rutger Bregman, Sybren Kooistra, Dick Zijp, Miko Flohr, Vieze Onderbroek Van Jole, Rob Wijnberg, Julien Althuisius, Tommy Wieringa, Nazi Rames, Pieter Klok, Ernst Jan Pfauth, Simon van Teutem, Daan Heerma van Voss, Marie Antoinette Huijbrechts, Erica Corton, Twan Huys, Dolf Jansen, Leo Lucassen, Joris Luyendijk, Jarl van der Ploeg, Tobi Lakmaker, Gijs Groenteman en Teun van de Keuken.
Deze weekdieren doen 24/7 verschrikkelijk hun best om te deugen en slagen er zelfs in de dorre voegen der menopauzalen (m/v/x) vochtig te krijgen. Smiechterige tranentrekkers zijn het, kleffe, slappe, vettige systeemkaartjes in de roestige Rolodexen van de NPO en van DPG Unilever Treurbuis, voorheen RTL. En David van Reybrouck is dus de allerafgrijselijkste van dit zooitje labbekakken.
Toen bekend werd dat hij Denker der Nederlanden werd, ging Propria Cures lekker op hem los.
PC:
Daardoor hebben we nu een Jan-van-Eyckfiguur met het syndroom van Crouazon als ‘thinker laureate’: David Van Reybrouck. Ik ken Van Reybrouck vooral uit de boekenkasten van niet genoeg gepeste debatclubtypes en van de bewering dat mindfulness wel eens dé oplossing voor moslimterrorisme zou kunnen zijn. Kortom: een uitstekende keuze als uithangbord voor de filosofie in een land dat Plato slechts kent van de gevel van de vinylwinkel.
PC verwijst subtiel naar de oplossing die Van Reybrouck ooit had voor het probleem der mohammedaanse terreur in Europa: doodzwijgen in de kranten.
Israel don’t worry: GeenStijl stands behind you
Soep van de Week in Het StamCafé

door Arthur van Amerongen
Ook uw nederige inkthoer was op de nu reeds legendarische zomerborrel van GeenStijl gisteravond. Daar had het weldenkend deel der natie (politici, conferenciers, schrijvers, journalisten, kunstenaars en en een flinke vlucht paradijsvogels) zich verzameld en wat mij vooral opviel, was de luchtigheid van de happening, die mij eerder deed denken aan een bijeenkomst van Genootschap der Gulle Lach dan een putschistentreffen in een willekeurige bierkelder in München in november 1923. Veel van de aanwezigen worden door de systeemmedia en hun handlangers botweg als fascisten afgefakkeld en dat is natuurlijk “die Umwertung aller Werte”. Ginny Mooy, de ooit zo aantrekkelijke en bevlogen antropologe die zich bekommerde over kindsoldaten in Afrika maar net iets teveel “native” ging - ze liet zich bezwangeren door een kindsoldaat - maar er nu uitziet als een kruising tussen ma Flodder en Hanna Tokkie, twieterde gisteren dit:
Geert Wilders, iedereen van de PVV, Bart Nijman, Arthur van Amerongen, Maaike van Charante, Bert Brussen, de hele redactie van de T., de hele redactie van Geen Stijl, Sander Sassen, Sander van Dam, de Kuhrtjes, Teun Voeten, talloze Nederlanders die door de hasbararoom van Israël worden ingezet om 1. de Israëlische propaganda te verspreiden en 2. tegenstanders van de genocide te shamen, intimideren en bedreigen om ze de mond te snoeren. Dat zijn nogal uithangborden zeg. Dat een land dit soort totaal nare losers inzet voor zijn 'charme-offensief', dat zou je alles moeten zeggen over hun intenties.
Ik zeg dit, omdat ik echt nog heel velen van jullie zie die de narratieven van die club overnemen, ermee in serieuze discussie gaan en er een fair gesprek van proberen te maken, dan toch maar proberen een soort redelijk midden te zijn (wtf?), nog steeds bang zijn om beschuldigd te worden van antisemitisme, of onder de indruk zijn van haatcampagnes door die accounts. Wie ook maar een beetje platform heeft en zich tegen Israël keert, kan duizenden tweets tegen zijn/haar persoon verwachten, karaktermoord, hell...er komen zelfs foto's voorbij van mijn onderkin. Het is niet boeiend. Protest moet helaas schuren. Er gaan mensen dood aan ondervoeding en constante bombardementen. Nederland is medeplichtig. Je bek houden, is instemmen.
Ach, was ik maar een politiehond in Nijmegen
“Grijp Harry Pettit de antisemiet!”
(tevens Stamcafé, Songfestival hierrr)

door Arthur van Amerongen
“Eigenlijk is Huubke Bruls best een toffe gast”, dacht ik van de week toen ik las dat hij het opnam voor politiehond Wodan. Het gedisciplineerde beessie had geheel terecht een tot op de draad vervuilde judeofobe palliewappie te grazen genomen tijdens de zoveelste gewelddadige bezetting van een universiteitsgebouw van de Radboud Universiteit en de extreemlinkse gemeenteraad reageerde geschokt en verbijsterd.
„Een dieptepunt”, zei PvdA-raadslid Mika Kraft. „Een politiehond is ongeveer een even zwaar middel als een politiewapen. Natuurlijk begrijp ik dat er politie op afkomt als er een confrontatie is geweest en de vlam in de pan slaat. Maar dit gaat veel te ver. De politie-inzet moet gericht zijn op de-escaleren, niet op inzet van zulk zwaar geweld.”
Ik ben dan meteen benieuwd hoe zo’n Mika Kraft er uit ziet, want hun klinkt als een non-binaire troela die zwoele liederen van Zarah Leander (het favoriete zangeresje van Adolf Hitler) zingt in obscure Berlijnse nichtenkitten en zich vervolgens groepsgewijs laat uitwonen in de Berghain. Maar Mika Kraft durch Freude komt niet eens binnen in dat Sodom en Gomorra, want hun ziet er uit als een meisje met de baardgroei van de gemiddelde Chinees.
Burgemeester Bruls reageerde heerlijk laconiek op het zooitje ongebakken deegslierten in de Nijmeegse gemeenteraad en hun hetze tegen Wodan. Ik noem hem gemakshalve maar Wodan al ligt het meer voor de hand dat de trouwe viervoeter Rex heet, vernoemd naar de geweldige Duitse Kommissar Rex. Maar wij hebben natuurlijk Schnautzi der Wunderhund!
Arthur van Amerongen - Ben ik een racist?
Soep van de Week in Het StamCafé

Ik was Sylvana Simons helemaal vergeten, tot ik las dat haar langverwachte memoires dit jaar verschijnen. De uitgeverijen stonden in de rij en na een zinderende veiling verkocht literair agent Paul Sebes de rechten aan De Arbeiderspers. Op deze foto zien we het voltallige personeel van de AP rondom Sylvana geschaard. Er is taart, nondescripte bruiswijn en op de tafel liggen de contracten. Vijf oude blanke redacteuren heffen het glas ietwat ongemakkelijk, de meisjes van AP zijn dolgelukkig en zingen nog net niet: “Zo’n goeie hebben wij nog niet gehad!”
Dat is niet helemaal waar, want ooit gaf Nijgh & Van Ditmar, het zusje van AP bij moederconcern Singel Uitgeverijen, in het kader van de inclusiviteit de memoires van pornoster Bobbi Eden uit. Ook toen vochten de uitgeverijen om de rechten. Ik had net Mambo Jambo uitgebracht bij Nijgh & Van Ditmar en Bob en ik waren dus collega’s. Voorafgaande aan het Boekenbal was er een etentje van de zaak en de Haagse diva was het gesprek van de avond. Ik zat aan tafel met een paar opgewonden redactrices en vroeg of ze weleens een filmpje van Big Bob hadden gezien, en met name haar specialiteit: de triple anal (niet te verwarren met de triple axel). Voor de reaguurders en andere kenners van de volwassenenindustrie is dit een vertrouwd begrip, maar de bakvisjes van Nijgh hadden geen idee en ik heb die discipline uit het pornogebeuren vervolgens uitgelegd aan de hand van een filmpje van good old Bob. En foetsie waren de meisjes, die vermoedelijk zelfs nog nooit een pinkje in hun poepertje hadden gestoken. En toen zat ik moederziel alleen aan de tafel, terwijl Bobbi door ploeterde op het schermpje van mijn Galaxy. Story of my life! Ik meen dat er dertig exemplaren zijn verkocht van Het openhartige verhaal van Nederlands meest succesvolle pornoster en ik ben benieuwd wat er met die eerste druk van 10.000 is gebeurd. Na deze flop bracht Bob nog Naaien@Home met Bobbi Eden. Naailes voor beginners uit, Haken@Home 3 - Iedereen kan knuffels haken met Bobbi Eden, Hoe begin je een moestuin en tot slot Hoera baby onderweg! En daarna bleef het stil rond de gedoofde ster. Op de een of andere manier dachten ze bij Nijgh dat de herinneringen van een pornoster inclusief en woke waren, iets met Tank Girl, Power Woman en Radicaal Feminisme en zo denken ze natuurlijk ook over Sylvana.
De ontjoodsing en de ontnederlandsing van de dodenherdenking
Een ONTKETENDE Tuur aan de bar in Het StamCafé

door Arthur van Amerongen
In haar oneindige wijsheid heeft burgermoeder Femke Halsema besloten dat de Nationale Dodenherdenking op de Dam voor iedereen vrij toegankelijk is. Vorig jaar moesten bezoekers zich nog van tevoren aanmelden en waren er poortjes, maar Halsema maakte in een brief duidelijk dat er dit jaar geen enkele aanleiding is om te veronderstellen dat er mensen of groepen doelbewust op uit zijn om de herdenking te verstoren.
Mijn eerste gedachte was: “In welk ei onder welke steen woont dat mens?!”
De stad is een kolkende kookpot vol krankzinnige activisten en aanverwante onrendabelen en deze natuurlijke aanhang van de partij van Halsema is de afgelopen jaren geen strobreed in de weg gelegd als het ging om onversneden jodenhaat, subtiel verpakt in het holle containerbegrip antizionisme. Je hebt maar één waxinelichthoudergooier of één damschreeuwer nodig om de pleuris te doen uitbreken, om nog maar te zwijgen over het gevaar van roedels “taxichauffeurs”, “fatbikejongeren”, de reguliere dealers en junks die rond de Dam scharrelen, palliewappies, Martin Bosma-haters, Antifa-mafketels, stinkrebellen en de reguliere jodenjagers waarvan de stad vergeven is. Deze wandelende tijdbommen lijken mij de perfecte ingrediënten voor een rampzalige dodenherdenking en misschien is het ook maar eens goed dat de boel explodeert en dat Amsterdam na de walgelijke teringzooi rond de opening van het Holocaustmuseum wederom de wereldpers haalt als de Europese hoofdstad van hedendaags antisemitisme en onversneden jodenhaat. Groep Timmermans 020 wil toch geen toeristen, dus dat ruimt mooi op.
Don’t stick your dick in crazy
Soep van de Week in het StamCafé

door Arthur van Amerongen
Mannen, we moeten het eens over ‘mijn afschuwelijke witheid’ hebben. Deze openingszin had van Joris Luyendijk kunnen zijn, maar hij is van de stapelgekke Fréderike Geerdink. Zij valt in de categorie “don’t stick your dick in crazy”. Ik hoor de reaguurders meteen denken: “ik zou haar nog in geen duizend jaar doen! Nog liever word ik het bajesbruidje van Bubbah, zodat ik tenminste verzekerd ben van sigaretten, zeep en fraaie lingerie.”
Maar stel nou dat je Gekke Freddie uit Hengelo tegenkomt in de rimboe van Koerdistan en je zit met haar na een dag wapengekletter aan de bar in het enige hotel waar alcohol wordt geschonken, en je zuipt samen met haar een fles lokale moonshine op. Wellicht bestaat dan de mogelijkheid dat je met haar tussen de keihard gestevende lakens eindigt. Ver van huis en haard is zo’n avontuurtje redelijk ongevaarlijk, maar als deze escapade plaats zou vinden in de nabijheid van je woonst, dan is er een reële kans dat ‘s anderendaags het lievelingskonijn van je dochtertje in de pan ligt te sudderen. Want Fréderike is namelijk zo gek als een deur. Ik pak er even een zeer recente twiet bij.
Hoe Sinan Çankaya denkt, formuleert, in perspectief zet, alles: bewonderenswaardig. Ik herken het van je geloof vallen, en met die afschuwelijke witheid niks meer te maken willen hebben. Waar val ik op terug? Op onze gedeelde menselijkheid, probeer ik. Ik lig onder vuur omdat de racistische non-journalist me gequote heeft maar als jullie wisten waar ik ben en wat een enorm gaaf interview ik net heb gedaan, zouden jullie begrijpen waarom ik die sukkels allemaal keihard uitlach. You can't touch me!
Ik heb jankallochtoon Sinan uitvoerig behandeld in de potkast die ik met Ruben Gischler maak, en mijn preek van de week wijdde ik aan de volslagen mafketel.