Blijf met je rotpoten van mijn rotvolendammers af
Soep van de Week in het StamCafé

door Arthur van Amerongen
Ik ben even in het droevige moederland voor promotionele activiteiten en een paar dingen vielen mij op. Allereerst is daar de erbarmelijke en deerniswekkende staat van het openbaar vervoer, dat veel overeenkomsten vertoont met dat van Uttar Pradesh, alleen ruiken de mensen daar wat frisser. En ze zijn een stuk beleefder, een en ander geheel in de geest van Bhagavan Vishnu.
Ik reisde van hot naar her met de Nederlandse Spoorwegen en een derde van alle treinen die ik wilde nemen, viel uit. Ik reisde maar liefst vier keer van Rotterdam naar Amsterdam via Utrecht - en dus niet via Schiphol - omdat er problemen met “mensen op het spoor” waren, wisselstoringen, gedoe met tunnels, een geval van zelfdoding, een steekpartij met jongeren en - ik zweer - er waren herfstblaadjes op de rails. Stationshallen waren bezet door onrendabele palliepijpers (pleonasme van het jaar), en ik zag een Somalische asielzoeker een piano slopen in het kader van het briljante initiatief "Play Me, I’m Yours", in een poging om de stations nog levendiger te maken.
Een gemiddeld ritje met de NS kostte mij net zoveel als een vliegticket van Faro naar Lampegat. De toiletten zaten altijd potdicht of waren ondergescheten, en er hingen veel Cro-Magnons rond in de overvolle coupés, die in alle opzichten in aanmerking kwamen voor de titel “zwartrijder”. Ze vielen roomblanke piepjonge deernes met paardenstaartjes lastig en ik dacht voortdurend aan Charles Bronson in Death Wish.
De Amsterdamse metro stond zonder uitleg twintig minuten stil tussen station Wibaut en station Weesperstraat, en toen ik een keer de metro pakte bij de Zuidas voelde ik de dringende behoefte om een machinegeweer leeg te schieten op de blatende kutyuppen die als haring in een ton waren samengeperst. Als ik een transgender was met groen haar had ik het zeker gedaan.
Over de Zuidas gesproken: mijn goede vriend Eric Smit belde mij eens op terwijl ik aan het barbecueën was op het strand voor mijn nederige stulp. Of ik voor Follow the Money een grote reportage wilde maken over het buitenproportionele cocaïnegebruik op de Zuidas. Ik maakte met de losse pols een begroting - vliegticket, 30 overnachtingen hotel, eten & drinken plus snuifvergoeding en honorarium - en ik hoorde hem uit zijn stoel van vallen van schrik. Aardig als ik ben, zei ik dat hij beter iemand van Waternet - verantwoordelijk voor het Amsterdamse riool, al is Femke Halsema de echte eindbaas van het Amsterdamse riool - kon benaderen om wat monsters te nemen bij de Zuidas. Enfin.
Wat mij ook opviel: de verschrikkelijke media in het intens treurige moederland. De kranten van de Belgen waren in rouwstemming vanwege het vredesakkoord van Trump en toen zag ik die enorme flapdrol van een jukbeenderen-uitgedaagde Jasser Klaver - die ook nog eens zo glad is als een paling in een klotsende emmer sperma in een willekeurige darkroom - mijn idool Mona Keijzer voor palingpopulist uitschelden.
Mona is Jane Fonda in Barbarella, niet de legendarische snackbar in 020, maar de film. Wie aan Volendam en aan Mona Fonda komt, komt aan mij. Ik ben groot geworden met de palingsound van The Cats, The George Baker Selection en BZN. De haat tegen Volendam, dat schattige vissersdorpje, door links Nederland begon al veel eerder in een Volkskrant-column van Sander Schimmelpenninck, die met het schuim op zijn kabouterbekkie schreef: Ik zag Volendam altijd als een jeugdpuistje, een oneffenheid die je weg kunt drukken. Al die inwisselbare docusoaps van vriendengroepen met of zonder gitaren, het was irritant, maar het zou vanzelf verdwijnen. Nu blijkt het geen puistje maar een gezwel te zijn dat we in de spiegel zien. Als we niet oppassen verspreidt het zich, gerieflijk zittend op een zadel op de brede rug van Caroline van der Plas, razendsnel over ons land. Met een beetje pech wordt Mona Keijzer de eerste minister-president die vis verkocht.
En dat terwijl Schimmeldwerg en vrijwel alle Nederlandse kranten van het Vlaamse mediakartel Sigrid Kaag bombardeerden tot de eerste vrouwelijke premier van Nederland! De krantjes van de Belgen keerden zich vervolgens massaal tegen Mona Keijzer. Keijzer is meer vrouw dan Kaag, en net zo blond en slim maar ze zit bij de verkeerde club. Er ontstond een heuse linkse heksenjacht toen Keijzer in talkshow Sophie & Jeroen zei dat antisemitisme bijna onderdeel is van de islamitische cultuur.
Dit is de letterlijke tekst: ’Veel asielmigranten komen uit landen met een islamitisch geloof. We weten dat jodenhaat daar bijna onderdeel is van de cultuur. (...) Mensen die uit die landen komen, krijgen dat op een andere manier mee dan wij dat meekrijgen. (...) Ik vind dat helemaal geen heftige uitspraak, ik vind het heftig dat je dat ontkent. (...) Het geldt natuurlijk niet voor iedereen, zo is het altijd. Je kunt nooit hele groepen mensen over een kam scheren. (...) Het geldt niet voor elke moslim, natuurlijk niet."
Keijzer werd door de Nederlandse media na haar - door de Nederlandse media uit hun verband getrokken - uitspraken keihard afgeserveerd als extreem-rechts maar het volk weet wel beter. Ze heeft een hoge Volendam-factor en dat maakt haar een stuk sympathieker dan de kakkineuze ijspegel Kaag. HP/De Tijd schreef ooit over Volendam:
Op de schrijver Frederik van Eeden maakten Volendam en de Volendammers ‘een diepen indruk’. “Het is verbazend zooals dat plaatsje mij boeit, met het Hollandsche oerras, dat er nog in krachtigen bloei verkeert,” noteerde hij in 1915 in zijn dagboek. “Marken is te arm en te klein, de menschen zijn er ook niet zoo geestig en zoo karaktervol. Maar Volendam is nog sterk en vol eigenwaarde.” Ruim honderd jaar later verkeert Volendam nog steeds in krachtigen bloei, en zijn de bewoners onverminderd sterk en vol eigenwaarde. Ze werken, sporten, maken muziek. Het dorp klopt, zaagt, leeft, is gezond. De was klappert er frisgewassen in de wind, aan waslijnen in de vorm van scheepsmasten. De voortuintjes zijn strak betegeld. Bij mooi weer zitten de eigenaren er voor hun huisje als op een podium, vol in beeld, als Volendamse artiesten. Als je Volendam probeert te karakteriseren, leest het resultaat als het ideaal van een rechtse politieke partij. Hard werken, gemeenschapszin en – een elders verloren – Hollandse gezelligheid zijn er de norm. Volendammers haten uitkeringen, hebben weinig op met regels en de overheid. Er is amper criminaliteit; wie van het pad dreigt te raken wordt bijgestuurd. Een Volendammer doet zijn best. Als het werk is gedaan, vieren ze met elkaar uitbundig hun rijkdom, waarbij niet op een pilsje of een tientje wordt gekeken.
De grootstedelijke haat tegen Volendam in de media is niet niet nieuw, want reeds in 1973 maakte Martin van Amerongen voor Vrij Nederland een ironisch bedoelde reportage over het dorp, getiteld Met Donald Duck de Gouwzee op. Het was hartje zomer en Vrij Nederland was gezwicht voor de komkommertijd, getuige de serie Uitstapjes naar befaamde pleisterplaatsen. Bij Joop van Tijn openbaarde zich toen al zijn zwak voor royalty (hij deed prinses Irene, al dan niet tegen een knuffelboom) gezien zijn bezoek aan Loevestein; Gerard van Westerloo reisde naar de Efteling, Ursula den Tex naar Kraantje Lek en Igor Cornelissen daalde af in de Leemkule van Hattem. De trouwe lezer van VN moet reeds gegniffeld hebben toen hij de koppen “Martin van Amerongen per bus naar Marken en Volendam!” en “Het is hier echt heel mooi!” zag, om vervolgens in zijn handen te wrijven en er eens goed voor te gaan zitten. In de reportage schrijft Van Amerongen terloops: "De traditionele volksziekten in Volendam zijn, althans waren - Roomse blijheid! - echter druiper en syfilis"
Een week later plaatste Vrij Nederland een boze brief met de kop Volksziekte. De Volendamse arts J.J. Tuyp schrijft dat hij al vijftig jaar in Volendam woont, waarvan 22 jaar als arts, en dat iedereen in Volendam alles weet over iedereen, zelfs als het over volksziekten gaat. De man ontkent het bestaan van druiper en syfilis in zijn woonplaats en sommeert Martin van Amerongen bronnen te noemen waarmee hij zijn beweringen kan staven. “Graag een beetje vlug,” blaft Tuyp,” want een beetje op onze eer betrekken wij dit wel!”
Het naschrift van Van Amerongen luidt: ”Zou ik mij, als ik mij als levenslustige Roomse jongen plotseling zag opgezadeld met een der genoemde ongesteldheden, vervoegen bij de reeds 22 jaar practiserende huisarts van een conservatieve gemeenschap waar zeker vroeger iedereen alles over iedereen wist? Of zou ik dan veiligheidshalve toch maar de bus nemen naar het grote, zondige en anonieme Amsterdam?”
Een paar weken later plaatste Vrij Nederland zowaar een rectificatie, die niet geheel van ingehouden pret gespeend is: “Rond de Gouwzee is de boosheid over ons reisverslag nog niet bekoeld. De boosheid concentreert zich op de zin De traditionele volksziekten in Volendam zijn, althans waren - Roomse blijheid! - druiper en syfilis. Wij vragen nadrukkelijk aandacht voor de formulering zijn, althans waren. Wij stellen er prijs op te beklemtonen dat wij echt niet hebben willen zeggen dat geheel mannelijk Volendam met een geslachtsziekte rondloopt. Diegenen die deze suggestie wel in de gewraakte zin lezen, beloven wij de volgende keer nog beter op onze woorden te passen.”
Maar de arts Tuyp neemt hier geen genoegen mee en sleept Martin van Amerongen bijna een jaar later voor de Raad voor de Journalistiek. Klager Tuyp noemt de beweringen uit de lucht gegrepen en voelt zich als Volendammer ernstig bezwaard. Als die volksziekten er waren, zou hij als arts daar zeker van op de hoogte zijn. Van Amerongen wijst op het lichtvoetige karakter van zijn reisverslag en op de formulering van de betwiste zin: “zijn, althans waren”. Tuyp stelt geen genoegen te nemen met de geplaatste, cynische, rectificatie. Het verweer van Martin van Amerongen - de absurditeit van deze zaak neemt grote vormen aan - is kostelijk: hij zegt in zijn naschrift bij de boze brief van Tuyp naar het wapen der ironie te hebben gegrepen. Nooit heeft Van Amerongen willen beweren dat de gehele mannelijke bevolking van Volendam met een geslachtsziekte rondloopt. Wel heeft betrokkene van verschillende kanten mededelingen ontvangen over een eczeem met een venerische achtergrond. Hij heeft deze berichten niet op wetenschappelijk verantwoorde manier gecontroleerd. Betrokkene (nog steeds Van Amerongen) erkent de bewuste zin te achteloos te hebben neer geschreven en betreurt het dat de formulering blijkbaar ruimte voor misverstand openliet. Het vonnis van de Raad voor de Journalistiek, op 25 april 1974, is vernietigend. Leest en huivert!
Ik sluit af met een muzikale hommage aan Mona Keijzer!
Reaguursels
Dit wil je ook lezen

Bassiehof – Zo probeerde David van Weel BBB te naaien met ‘hun’ asielwet
VVD vindt campagne belangrijker dan nareizigers

Live. Debatje over LOEIDURE renovatie Binnenhof
"Verbouwing Binnenhof gaat 3 miljard kosten"

Bassiehof – Bizar dat dubbelhartig OM Mona Keijzer een strafblad aansmeert
Femke Halsema heeft de oplossing

Amsterdammers willen niet naar Volendam
Dat is dan geheel wederzijds

LIVE Markermeer - Piek Hoogwater
KLIMAATDILEMMA! Gaan ze het redden?

JANTJE SMIT PLOTSELING ONTSLAGEN
(Bij FC Volendam)

VIDEO. Tuig in Volendam schiet met balletjespistool op voorbij lopende vluchtelingen
Palingsound uit een balletjespistool

Peiling. CDA nog maar 3 zetels. Omtzigt 31
Sensibiliseren kun je leren