achtergrond

Geenstijl

Iran - een gesluierde natie. Deel III: Het jaar dat alles veranderde

Is-ie weer! Onze buitenlandspecialist Hobbs met Deel 3 (III) van z'n Iran-reeks. Deel 1 en 2 leest u hier en daar.

Foto: "A revolutionary firing squad in at the Sanandaj airport in Iran (1979)". Bron: Wiki Commons

Het jaar 1979 markeert een kantelpunt in onze moderne geschiedenis. De aan dit jaar gelieerde gebeurtenissen zijn subliem beschreven door Kim Ghattas. In de inleiding haar boek schrijft zij: "Drie gebeurtenissen vonden in dat jaar plaats, nagenoeg onafhankelijk van elkaar: de Iraanse revolutie, de belegering van de Grote Moskee in Mekka door Saoedische fanatici en de Sovjetinvasie van Afghanistan, de eerste veldslag tegen de jihad in de moderne tijd, die [de jihad, red] door de Verenigde Staten werd gesteund. De combinatie van deze drie was explosief en heeft alles blijvend veranderd. Uit dit giftige brouwsel komt de Saoedisch-Iraanse rivaliteit voort, een destructieve kracht om de macht in de islamitische wereld, waarin beide landen godsdienst misbruiken en misvormen voor hun meer profane zucht naar de heerschappij. Dat is de constante geweest vanaf 1979, een stormvloed die alles op zijn pad vernietigt. (…) Er werd een proces in gang gezet dat samenlevingen transformeerde, dat de culturele en religieuze verhoudingen veranderde. De dynamiek van 1979 heeft veranderd wie we zijn en heeft ons collectieve geheugen gegijzeld."

Sinds 1979 zijn Iran en Saoedi-Arabië verwikkeld in een ingewikkelde ideologische strijd met verstrekkende gevolgen voor het Midden-Oosten en de rest van de wereld. Beide landen beschouwen zichzelf als dé enige echte islamitische staat, wat extra gecompliceerd wordt door het feit dat Iran en Saoedi-Arabië beiden respectievelijk voornamelijk sjiitisch en soennitisch zijn. De onderlinge strijd om leiding in de moslimwereld vormt inmiddels voor een groot deel de (interne) machtsstructuren in deze landen. Sinds de Amerikaanse invasie van Irak in 2003 is de strijd tussen Iran en Saoedi-Arabië extra aangewakkerd. In de aanloop naar de Irakoorlog zochten de Amerikanen contact met Iran, waarbij onder andere werd overlegd over de wijze waarop Iran de sjiitische bevolking in Irak zou beïnvloeden. De Irakoorlog speelde Iran in de kaart. Saddam Hoessein stelde zichzelf op als een seculiere Arabische nationalist en diende daarmee als buffer tussen Iran en Saoedi-Arabië. Na de val van Hoessein ontwikkelde Iran in de loop der jaren een goede band met Irak, waarbij de Iraanse invloedsfeer in het Midden-Oosten zich fors uitbreidde. Diverse soennitische groeperingen in Irak hebben tegen deze ontwikkelingen geprotesteerd, waarbij Saoedi-Arabië - weinig verrassend - als aanjager van deze protesten diende.

De Arabische Lente (waar, o ironie, nooit een zomer op volgde) heeft de Iraanse positie in het Midden-Oosten en binnen de moslimwereld flink verstevigd. In Bahrein is het merendeel van de bevolking sjiitisch, tijdens de onlusten in februari en maart 2011 heeft Iran de opstandelingen gesteund, maar is er niet in geslaagd de monarchie omver te werpen. De Iraanse inmenging in Bahrein zorgde voor ongerustheid bij de Arabieren die bang waren dat dit over zou slaan naar hun eigen sjiitische populatie. Een ander land dat slachtoffer is van Iraans-Saoedische antagonisme is Jemen. Sinds 2011 is het daar flink mis. Na het aftreden van Ali Abdullah Saleh in 2012 nam Abdu-Rabbuh Mansur het roer over. De al rebellerende Houthi’s, begonnen met steun van Iran zich nog feller te verzetten tegen de regering. De Jemenitische regering verzocht Saoedi-Arabië om militaire steun, welke ook werd geleverd. Dit conflict heeft de potentie om te escaleren in een directe oorlog tussen Iran en Saoedi-Arabië. Mocht het Iran lukken om Jemen binnen zijn invloedssfeer te krijgen, dan krijgt Iran strategische toegang en macht tot de Golf van Aden en de Rode Zee.

Een ander droevig overblijfsel uit de Arabische Lente is de Syrische Burgeroorlog. De opstandelingen, gesteund door onder andere Saoedi-Arabië, Qatar, de Verenigde Staten en Turkije probeerden het regime van Assad omver te werpen. Dit was een reële dreiging voor Iran, dat onmiddellijk Syrië te hulp schoot. Onder andere generaal Qassem Soleimani gaf training en assistentie aan het Syrische leger. Het Iraanse leger stuurde zelf duizenden militairen en rekruteerde duizenden sjiitische strijders uit onder andere Afghanistan en Pakistan. Saoedi-Arabië deed hetzelfde met soenitische strijders. Mede met behulp van Rusland slaagde Assad erin om aan de macht te blijven, waardoor Irans macht via Irak en Syrië tot in Libanon reikte, waar het in direct contact staat met terroristische groeperingen als Hezbollah en Hamas, welke ook beiden op royale steun van de Iraniërs kunnen rekenen. De ontwikkelingen sinds 2011 hebben Irans macht vergroot en Saoedi-Arabië schade berokkend. Dit leidde er toe dat de Arabieren nóg meer toenadering zochten tot met name de Verenigde Staten en Israël. 

De moord op Soleimani
De vernuftige wijze waarop Irans invloed op de regio langzamerhand toenam heeft het land voor een groot deel te danken aan Qassem Soleimani, welke van 1998 tot aan zijn dood aan het hoofd stond van de Quds-brigade, een elite-eenheid binnen de Iraanse Revolutionaire Garde. Soleimani was niet alleen een krijger maar besteedde ook veel aandacht aan het smeden van bondgenootschappen. Zijn imposante bijdrage aan het terugdringen van ISIS in Irak zorgde ervoor dat hij ook in dat land razend populair was. Verder was Soleimani bedreven in het steunen van niet-statelijke actoren, zogenaamde proxylegers, Hezbollah en Hamas zijn voorbeelden van dergelijke organisaties. Ze voeren geen conventionele oorlog tegen bijvoorbeeld de Verenigde Staten of Israël, maar delen met de ondersteuning en hartelijke instemming van Iran “speldenprikken” uit.

Begin januari 2020 werd Soleimani schijnbaar uit het niets door de Verenigde Staten geliquideerd. Aangezien Iran en de Verenigde Staten formeel niet in staat van oorlog zijn is deze actie te kwalificeren als moord. Onder codenaam Operatie Martelaar Soleimani vuurde Iran als vergelding raketten af op Amerikaanse doelwitten in Irak. De Amerikaanse troepen werden echter op voorhand gewaarschuwd, waardoor er geen doden vielen. De waarschuwing indiceert dat Iran niet op een grootschalige oorlog met de Verenigde Staten zit te wachten. Als het had gewild had het voldoende middelen en mogelijkheden om Amerikaanse slachtoffers te maken, dat hebben ze bewust nagelaten. Dit is een duidelijke indicator dat Iran, hoewel het de invloed in het Midden-Oosten heeft vergroot, geen partij is voor de Verenigde Staten en diens bondgenoten. Begin dit jaar verscheen er op een Twitterkanaal dat gelieerd is aan grootayatollah Ali Khamenei een filmpje waarin te zien is hoe Trump het doelwit wordt van Iraanse wraak. Het twitteraccount werd vervolgens gesloten. Het feit dat op een van de bedieningspanelen in het filmpje een oude Windowsversie geïnstalleerd is, geeft het geheel een koddig tintje. We hoeven het filmpje niet au seriéux te nemen, de kans dat Iran daadwerkelijk Trump vermoordt is zeer klein.

De liquidatie van Soleimani blijft voor de Iraniërs onverteerbaar en tot op de dag van vandaag zweren ze wraak, al blijft het voorlopig bij verbaal oproepen tot wraak. Het Westen reageert doorgaans vrij timide op dergelijke gebeurtenissen en we accepteren de lezing van bondgenoten waarin het uitschakelen van dergelijke terroristen wordt verantwoord. Toch is het goed om (los van de persoon Soleimani) de vraag te stellen hoe de Verenigde Staten zouden reageren als Iran in buurland Canada een Amerikaanse topgeneraal liquideerde, waarbij ook meteen een Canadese generaal werd vermoord. Zouden Ottawa en Washington een telefoontje naar Teheran plegen om te vertellen waar en wanneer er een paar raketten neer zullen komen om onschuldige (burger)slachtoffers en onnodig bloedvergieten te voorkomen?

Het nucleaire gevaar
Op het eerste gezicht zou je het misschien niet zeggen, maar ons kleine landje heeft een niet onbetekenende rol gespeeld in het nucleaire programma van Iran. In de jaren ’70 verkreeg de Pakistaan Abdul Qadir Khan als medewerker van een fysisch onderzoekslaboratorium door middel van spionageactiviteiten cruciale informatie in handen die er toe leidde dat Pakistan kernwapens kon ontwikkelen. Klokkenluider Frits Veerman kreeg en passant een schofterige behandeling van de Nederlandse staat waarvoor pas in juli 2020, slechts zeven maanden voor zijn dood, excuses voor werd aangeboden. In 2004 kwam naar buiten dat Khan de atoominformatie had doorverkocht aan Noord-Korea, Iran en Libië. Hiermee krijgt het Iraanse nucleaire programma een lelijk Nederlands tintje. In hoeverre deze informatie Iran vooruit heeft geholpen is niet bekend, maar ze zullen niet betaald hebben voor een paar onbeduidende aantekenen of informatie waar hun atoomgeleerden al over beschikten. De internationale onrust omtrent het Iraanse nucleaire programma kreeg vorm nadat George W. Bush hen tot onderdeel van de axis of evil bestempelde. In deze artikelenreeks spoelen we de tijd door naar de “Iran deal”, voor een uitgebreide diplomatieke tijdslijn omtrent het nucleaire programma kan de geïnteresseerde terecht bij de Arms Control Association.

Het JCPOA, ook wel aangeduid als “Iran deal”, werd op 14 juli 2015 ondertekend en trad op 16 januari 2016 in werking. Het International Atomic Energy Agency berichtte op dezelfde dag dat Iran zich daadwerkelijk aan de afspraken uit het JCPOA hield, waarna sancties die door de EU, VN en de VS waren opgelegd werden opgeheven of verlicht. Ondanks dat Iran zich aan de deal hield werd deze op 8 mei 2018 eenzijdig door de Verenigde Staten opgezegd. Tot mei 2019 heeft Iran zich aan de afspraken uit het akkoord gehouden, daarna zijn zij doelbewust verder gegaan met hun nucleaire project. Op deze pagina is een mooi grafiekje te zien wat de impact van het JCPOA is geweest en hoe de Iraanse voorraad verrijkt uranium zich de laatste jaren heeft ontwikkeld. Trumps eenzijdige beslissing om uit het JCPOA te stappen laat zien dat hij niet geremd werd door enige kennis van zaken. Een van de redenen die Trump aanvoerde dat zich terugtrok uit het JCPOA was dat Iran zijn rakettechnologie bleef ontwikkelen. Dat is juist, maar zij conformeerden zich wel aan de voorwaarden uit het akkoord. Natuurlijk heeft Trump het 159 pagina’s tellende document zelf niet gelezen, het enige wat er écht mis mee was in zijn ogen is dat het akkoord tijdens Obama’s presidentschap tot stand was gekomen. In zijn obsessie om zoveel mogelijk van zijn voorganger terug te draaien werd er ook een streep door dit akkoord gezet. Het was voor alle partijen beter geweest als Trump het JCPOA in stand had gehouden. 

Het Iraanse streven naar kernwapens is geënt op hun droom naar het ultieme afschrikwapen. Hiermee kunnen ze naar (potentiële) vijanden het signaal afgeven dat ze indien mogelijk kunnen terugvallen op een gruwelijk vergeldingswapen, waarmee zij dan overigens ook meteen hun eigen lot bezegelen. De kans dat het huidige Iraanse regime na vervaardiging het wapen als aanvalswapen zal gebruiken is niet groot, want de geestelijken realiseren zich dat de internationale wraak en repercussies van ongekende omvang zullen zijn. Zodra bij wijze van spreken de Iraanse atoomraket de silo verlaat is het land er geweest. Het wrange in dit hele verhaal is dat Iran, samen met Egypte, al sinds 1974 bij de Verenigde Naties aandringt op een WMDFZ (kernwapenvrije zone) voor het gehele Midden-Oosten. Dit wordt consequent geblokkeerd door de Verenigde Staten en Israël. Zoals de Arms Control Association zegt: "Op ontwapeningsfora maakt Teheran consequent statements ter ondersteuning van het zoneconcept." Een kernwapenvrij Midden-Oosten hoeft geen utopie te zijn en is haalbaar. Op voorhand de intenties van Iran wantrouwen is niet correct, onder het JCPOA heeft Iran laten zien dat het zich kan conformeren aan internationale verdagen. Het enigszins relativeren van de dreiging die uitgaat van het Iraanse atoomprogramma is natuurlijk op geen enkele wijze apologetiek voor het regime zelf, laat dat duidelijk zijn. Een half uurtje rondsnuffelen op Amnesty International maakt duidelijk dat het regime een kwaadaardige track record heeft. Dit rapport is een bittere en zware aanklacht tegen het regime. Het is dan ook absoluut onwenselijk dat Iran de beschikking krijgt over kernwapens. 

Hoe sterk is het Iraanse leger?
Die vraag is eenvoudig te beantwoorden. Op papier heeft Iran fors meer troepen onder de wapenen dan bijvoorbeeld Israël of Saoedi-Arabië, maar daar kunnen weinig zinvolle conclusies uitgetrokken worden. Er schuilt een zekere kracht in aantallen, maar het Iraanse leger is absoluut niet opgewassen tegen de numerieke en technologische overmacht van zijn (potentiële) tegenstanders. Dit wordt ook opgemerkt door het Newline Institute: "Een van Irans meest kritieke militaire zwaktes is het algehele tekort aan geavanceerd conventioneel wapentuig, voornamelijk in vergelijking tot voor de hand liggende regionale en globale tegenstanders. Gehinderd door sancties en beperkt door het relatief beperkte defensiebudget bestaat Irans conventionele wapenarsenaal voornamelijk uit uitrusting dat uit de jaren ’70 dateert, waarvan het grootste deel nog voor de val van de sjah was verkregen. Hoewel deze uitrusting, met name in defensieve operaties, een zwakkere tegenstander veel schade kan berokkenen is Irans arsenaal van gevechtsvliegtuigen, tanks en pantserwagens jammerlijk ontoereikend als het tegenover de nieuwste technologieën wordt geplaatst waarvan potentiële rivalen in de regio er zoveel beschikbaar zijn, laat staan de Verenigde Staten."

In vergelijking tot omliggende landen besteedt Iran in verhouding relatief weinig van het bruto binnenlands product aan militaire uitgaven. Hier kun je een handige tool raadplegen om willekeurige landen onderling te vergelijken. De landen Iran, Israël, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten zijn als voorbeeld geselecteerd, je kunt daar zelf landen aan toevoegen of verwijderen. Naast de grafiek staan overigens nog meer interessante vergelijkingsmogelijkheden, zoals wapenimport en dergelijke. Het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken heeft in december 2021 weer de jaarlijkse WMEAT (World Military Expenditures and State Transfers) gepubliceerd. Voor de nummerofielen hebben zij een uitgebreide Excelsheet opgesteld waar allerlei vergelijkingen op losgelaten kunnen worden. Het SIPRI heeft ook een analyse gemaakt van diverse landen, waaronder Iran, uit het Midden-Oosten. Uit al deze cijfers komt ook het beeld naar voren dat het wel meevalt hoeveel Iran besteedt aan militaire aangelegenheden. De exacte bestedingen zijn niet bekend, omdat het mogelijk is dat Iran een deel buiten de officiële begroting om financiert, maar dat zal geen schokkend bedrag zijn.

Met bovenstaande in gedachten is het geen verrassing dat Iran niet uit is op een rechtstreekse militaire confrontatie met bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Saoedi-Arabië of Israël. Ze beseffen dat ze tegen dergelijke tegenstanders geen schijn van kans maken. Hierin ligt de verklaring voor hun nucleaire ambities; de jacht op het ultieme afschrikwapen.

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

LIVE - Debat over WOIII met NAVO-baas Rutte

War, huh, yeah... What is it good for? Absolutely nothing, uhh

@Pritt Stift | 16-04-24 | 16:47 | 126 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.