achtergrond

Geenstijl

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)

“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)

Donderdag 28 december

Antisemitisme is het allerhoogste stadium van wokisme

Mooi interview met de Franse filosoof Alain Finkielkraut in de Neue Zürcher Zeitung van vandaag. Ik vat de kern even in eigen woorden samen: wokisme is het volledig in twijfel trekken van de westerse cultuur. Het is een achterdochtige en zelfs beschuldigende blik op ons gehele erfgoed. Het favoriete tijdverdrijf van het wokisme is het oordelen, in de vorm van een tribunaal, over een verleden dat racistisch, seksistisch, homofoob, enzovoort was. Er heerst een totale overgevoeligheid voor alles bij de woken, die alle mogelijke vormen van veronderstelde stigmatisering willen bestrijden.

De communistische ideologie werd op een bepaald moment met de werkelijkheid geconfronteerd in de vorm van de Sovjet-Unie en het maoïstische regime in China. Voor de woken bestaat zo'n realiteitscheck niet. Bovendien gaat het wokisme hand in hand met een demografische verandering in onze samenleving. Het wokisme associeert zich met het islamisme. Om deze reden kan het nog moeilijker worden deze ideologie van zich af te schudden. Na het bloedbad van 7 oktober lijkt het erop dat antisemitisme het hoogste stadium van wokisme is. Het wokisme reduceert genadeloos de complexiteit van menselijke constellaties tot de confrontatie van heersers en geregeerden, onderdrukkers en onderdrukten. Deze ideologie plaatst Israël in het kamp van de onderdrukkers. Dit gaat zo ver dat de staat volledig wordt gedelegitimeerd. Amerikaanse studentencollectieven omschrijven Israël vanaf het begin tot op de dag van vandaag als een koloniale onderneming. Het recht van Joden op dit land wordt betwist. Er wordt gehandeld alsof ze zich daar, in Palestina, hadden gevestigd, zoals de Duitsers in Namibië of de Fransen in Algerije. Vandaar de opkomst van de slogan ‘Van de rivier tot de zee, Palestina zal vrij zijn’.

Jeffrey & Ghislaine

Ik heb de schurft aan Jodenhaters en dat is natuurlijk niet zo heel gek voor iemand die twintig jaar lang een heftige liefdesrelatie had met een Jodin, al ken ik ook mensen die juist door zo’n relatie antisemiet zijn geworden. Dat laatste is kinderachtig, want het is gewoon stom wanneer je uit een aanbod van ruim 16 miljoen Joden wereldwijd precies die ene verkeerde Joodse partner eruit pikt. Jeffrey Epstein bijvoorbeeld. Of Ghislaine Maxwell.

Mijn Grote Ex zat bij de Joodse jeugdvereniging Haboniem (De Bouwers), ging met die club als puber naar Israël, was totaal niet rijk, hartstikke gul en ze stemde net als haar ultra-orthodoxe (van Algerijns-Franse komaf) moeder uit de Beethovenstraat op de PvdA. Maar ook weleens op GroenLinks, want ze was bevriend met Mirjam de Rijk, die tot overmaat van ramp mijn collega bij de Groene Amsterdammer zou worden.

Mijn Grote Ex was niet echt praktiserend religieus, maar zij vierde wel de Joodse feestdagen bij ultra-orthodoxe families in Amsterdam-Zuid. Op vrijdagavond stak ze de kaarsen aan, was er challes en keken we als het even kon geen televisie of films. We namen de telefoon niet op en lazen samen op de bank een boek. Op zaterdag gingen we wandelen door het aanpalende Vondelpark. De sjabbes was kortom heerlijk zen. Ze at geen varkensvlees, maar bij ons in de Roelof Hartstraat zat een geweldige Surinaams-islamitische slager en die maakte ham en spek van lamsvlees en heerlijke pekelvlees en rundersalami en dat vond mijn lief prima: Halal was toch een beetje kosjer. Over de oorlog hadden we het nooit, mede omdat haar familie uit Algerije kwam en ze dus geen tweede generatie-narigheid kende. Ze had het zelden over antisemitisme en ik heb haar maar één keer echt zien ontploffen toen een fotograaf waarmee we uit eten waren gegaan, ineens “jullie” tegen haar zei, in een niet bepaald empathische context.

Angejiddeld

Ik ken vrij veel Nederlandse Joden - ik ben zelfs nog Israël-correspondent geweest voor het Nieuw Israelietisch Weekblad - waar Gerard Reve net na de oorlog zijn carrière begon - en die werden en worden allemaal bloedlink als de term “ jullie” valt. Het groepje Joodse vriendinnen van mijn ex rook een antisemiet op een kilometer afstand en wist al heel snel van een persoon of “die deugde” en of je er bij zou kunnen onderduiken. De term angejiddeld zal weinig lezers wat zeggen, maar het betreft iemand wiens liefde voor Joden groter is dan noodzakelijk, en ook daar houden veel Jodenmensen niet heel erg van. Bij alle antisemitische smeerlapperij door de Sturmabteilung van Hamas en Verenigd Links die van de kranten en van het beeldscherm druipt, en op straat wordt gebruld, denk ik altijd aan mijn ex, terwijl het inmiddels langer uit is dan dat het aan was. Ik ben echt kotsmisselijk van de virulente jodenhaat die nu wereldwijd de kop opsteekt. En donder op met: “ja, maar het is geen antisemitisme hoor, het is antizionisme”.

Ik heb zowel op de Universiteit van Amsterdam als op de Universiteit van Jeruzalem onder andere De geschiedenis van het zionismeHolocaust Studies en Antisemitisme gestudeerd en weet van de hoed en de rand. Bovendien heb ik vrijwel alle werken gelezen van de Israelische New Historians, en een aantal daarvan geïnterviewd, zoals Benny Morris, Ilan Pappé, Avi Shlaim, Simha Flapan en Tom Segev. En die zijn een stuk kritischer t.a.v. zionisme en Israël dan ik, kan ik u verzekeren.

Mijn wetenschappelijke kennis van Jodenhaat, in al zijn gradaties en verschijnselen, heeft me nooit een cent opgeleverd, dus ik kan niet met Ischa Meijer zeggen: “Ik heb niets tegen antisemieten, ik lééf ervan.”

Wat de stemming in alleen al Nederland betreft, is het gewoon 1939. In plaats van Mussert en zijn stoottroepen, paraderen nu de cheerleaders van Hamas door Amsterdam. Het narratief is door de krantjes van de Vlaamse kartelmedia nu al zó gekanteld dat de Hamas-hooligans, Antifa, KOZP, BLM, die klimaatkrankzinnigen, BIJ1, de Joke Kaviaars van deze wereld en hun Wajong-bendes met gevaar voor eigen leven gaan demonstreren tegen de “genocide”. De maskers zijn gevallen in Nederland, het is werkelijk niet te geloven hoeveel openlijke Jodenhaat er in de media wordt uitgebraakt. Jodenhaat is weer salonfähig geworden, alleen heet het beestje nu ‘antizionisme’. De inktkoelies van de Vlaamse kartelmedia beleven gouden tijden met hun agitprop tegen Israël en alle neuzen van het leger schrijvende apen staan dezelfde kant op. Marcia Luyten presteerde het om in haar Volkskrant-column de schuld van de huidige golf van antisemitisme geheel bij extreem-rechts te leggen. De islam wordt niet genoemd in haar cursiefje. Ik citeer: “Op sociale media woekeren virulente haatberichten zoals Louis Ferdinand Céline die negentig jaar geleden schreef. Van de snelheid waarmee het gif zich nu verspreidt, had Céline niet durven dromen. Anders dan andere vormen van racisme ziet antisemitisme Joden niet als inferieure wezens, maar als ‘duistere kracht, een vijand die van binnenuit de samenleving aantast en probeert de wereld te domineren’. Die kwaadaardige mythe werd afgelopen jaren opgepookt door extreem-rechts. Verhalen over George Soros en een Joodse samenzwering zijn uitgebraakt door politici als Trump, Orban en Baudet, naar een groot publiek gebracht door figuren als rapper Ye West.”

Tiepjes zoals Luyten krijgen een natte voeg van de stoere Hamas-strijders, echte kerels in vergelijking met de Nederlandse man die verworden is tot een slaafse dweil. De bloemenmeisjes van Hamas zien de terroristenclub als de flowerpowerbeweging van het mohammedanisme! In één adem door debunken deze activistische broodschrijvers de grootste pogrom op Joden sinds de Tweede Wereldoorlog: ‘die slachtpartij heeft niks met de islam te maken, want de islam is liefde!’ Bij deze islamknuffelaars denk ik altijd dat ze – terwijl hun hoofd reeds op het hakblok ligt – zich bij de beul a priori verontschuldigen voor het bevuilen van zijn zo prachtig fonkelende kromzwaard.

Twiet van de dag:

Vrijdag 29 december

Vroeg kalende millennials en andere huilstruiken

Mijn mattie Teun Voeten vroeg zich op Twitter terecht af of de VK-columnisten allemaal klonen van elkaar zijn, met dezelfde weke, slappe bekkies, miezerige baardjes en van dat vlashaar met teruglopende haarlijn. 

Al die gasten lijken inderdaad op Rutger Bregman. Als Gerard Reve zou moeten kiezen tussen Rutger Bregman en mij, nou, dan wist die ouwe het wel! Ik hoor de reaguurder al brommen: je bent gewoon hartstikke jaloers op Bregman. Die schrijft alleen maar bestsellers en bracht een zondvloedpamflet uit met een oplage van 800.000, vorstelijk betaald door de Nationale Postcode Loterij. Natuurlijk ben ik godverdomme hartstikke jaloers en stik ik van de kinnesinne! En natuurlijk wil ik ook een wervende tekst van de gefossiliseerde Dolly Dot Angela Groothuizen op de achterflap!

Rutger is een boeiende verteller. Hij grijpt je bij de kladden met duidelijke taal. Hij wijst op verontrustende zaken en ongemakkelijke feiten waar je liever niet aan denkt en die je het liefst vooruit duwt maar waar niemand meer omheen kan. Het water komt – Een brief aan alle Nederlanders is een belangrijk verhaal dat verteld en gelezen moet worden door iedere Nederlander.

De geboortige Zeeuw Bregman (wellicht komt daar zijn watersnoodvrees vandaan maar ik ben Freud niet) staat voor alles wat Reve aan Nederland haatte, vandaar dat zijn keuze voor mij voor de hand ligt. Als ik Bregman zie, denk ik: geen cent teveel hoor.

Onheilsprofeet Bregman prevelde ooit tegen het Reformatorisch Dagblad:

“Als me vroeger werd gevraagd of ik ook dominee wilde worden, trok ik een lelijk gezicht”, schrijft hij. “Maar misschien heb ik toch mijn roeping gemist. Deze samenleving heeft gebrek aan dominees – zingevende leidsmannen die niet op zoek zijn naar wat ons verdeelt, maar naar wat ons bindt.” Atheïst Bregman wil als historicus dan ook ‘een soort dominee’ zijn: “Hij handelt niet alleen in triviale feitjes, maar is ook een zedenmeester en inspirator.”

Ik krijg een punthoofd van zedenprekers en moraalridders die deugen als verdienmodel hebben. Wat is dat toch voor NPO-gedweep met domineeszoontjes als Rutger, Arie en Freek? Het lijkt wel of we zijn teruggeworpen in de jaren vijftig.

Los van mijn ziedende naijver en blinde afgunst doet Rutger mij denken aan de vrome kloot die mijn liefhebbende ouders in de jaren zeventig als kostganger hadden, in het verre Ede. Hij heette Arnold en ‘studeerde’ aan de Gereformeerde Sociale Academie en was ijverig lid van Daniel, de jongelingenvereniging van de SGP. Hij kwam uit Ridderkerk en leek als twee druppels water op Bregman. De vrome kloot bezette mijn jongenskamer, ik was gelukkig het huis al uit. Het rook daar naar goedkope aftershave – Russisch leder – zweetsokken en geronnen zaad. Ik vertrouwde die smiecht voor geen cent en ben eens in mijn voormalige bureau gaan snuffelen. Bomvol vunzige porno, ik bespaar u de details. Arnold bewaarde alle proppen waarin hij zijn zaad spoot in dat bureautje. Later is hij directeur geworden van een reformatorisch bejaardenhuis. Telkens als ik Rutger zie, denk ik aan ons Arnold. En aan Bos, Balkenende en Rouvoet. Gereformeerden, bah bah, die knijpen de kat (of de kater) in het donker.

Ik wil het in mijn laatste Annus niet eens meer hebben over al die uitgedroogde eeuwige-meisjes-columnisten van de Volkskrant, die ook ergens worden gekloond en allemaal lijken op Sterre Lindhout.

Millennial en sneeuwvlokje Philip Huff, de perfecte dubbelganger van Sybren Kooistra, schreef eens een polemiek over echte columnisten zoals ik, met als titel: De nuchtere columnist bagatelliseert seksisme, racisme en klimaatverandering

Huff: In ons medialandschap onderscheiden we de serieuzere opiniecolumnisten (denk aan Tom-Jan Meeus in NRC en Sheila Sitalsing in de Volkskrant) van de auteurs die op een persoonlijke toon over het leven schrijven (Frits Abrahams (NRC), Aaf Brandt Corstius (de Volkskrant)). In beide categorieën echter bestaat een subtype dat succes boekt met een zekere ‘nuchterheid’. Deze veronderstelde nuchterheid presenteert zich vaak als de – al dan niet ironische – stem van het ‘gezonde verstand’. De relativering lijkt bij deze huiskamer-orakels, van Angela de Jong (AD) tot Arthur van Amerongen (de Volkskrant), ingebakken. Lezers identificeren zich graag met die ‘doe effe normaal’-attitude. Door hun verbazing over of onvrede met progressieve ontwikkelingen te verpakken in nuchterheid, kunnen schrijver en lezer deze kwesties wegzetten als aandachttrekkerij, modeverschijnsel of hysterie. Voor veel millennials en daarop volgende generatie-Z’ers is duidelijk dat eerdergenoemde nuchterheid ten overstaan van deze problemen een voorrecht is van witte, redelijk gegoede columnisten (hallo Martin Sommer en Max Pam) die de meeste levensjaren achter zich hebben liggen en wier privileges overduidelijk verbonden zijn aan afkomst en geboortejaar – hoeveel columnisten van kleur kende deze krant tot voor kort? Neem Sylvia Witteman, die op Twitter een ingezonden brief uit de Volkskrant postte, een aanklacht tegen de „taalterreur” van „diversiteit en inclusie”, met als bijschrift: „hier ben ik het van harte mee eens.” Alsof homogeniteit en exclusie géén taalterreur is. Het wereldbeeld van de oudere generaties is in het volle zicht verborgen: Witteman twittert schaamteloos over Nespresso-cupjes die „net smaken als de ristretto in Napels” terwijl ze op datzelfde medium statistieken over armoede belachelijk maakt. Hun wereld is werkelijk niet groter dan hun – ongetwijfeld – comfortabele woonkamer met koffie en koekjes.”

Witteman reageerde adequaat en op de haar bekende ironische wijze.

Ach, als ik aan kippetje Huff denk, denk ik aan de wijze woorden van mijn held Jan Wolkers:

“Het is niet de gewoonte des arends zich met het ranzig rancuneus gekakel der hoenders bezig te houden als hij in een machtige glijvlucht het luchtruim doorklieft en vanuit de walm van kippevoer en mest door het bijziend pluimvee wordt nagestaard. Maar als een door de machtige ruis der wieken van de leg geraakt ziekelijk kapoentje zich verstout om zich op het ballonnetje der valse beweringen en onvolledige citaten hemelwaarts te verheffen, is die koning van de stratosfeer het aan de zwaan en de zwaluw verplicht dit met kussenvulling bedekt week diepvriesvlees met een houw van zijn geduchte snavel naar de legbatterij te doen terugtuimelen.”

Twiet van de dag:

Zaterdag 30 december

Twiet van de dag:

Zondag 31 december

Ik heb geen goede voornemens, al ben ik reeds vandaag gestopt met drinken wegens een kater des doods omdat ik het gisteren nogal bont heb gemaakt. Gewoon om 10 uur mijn nest in, met de hondjes die bang zijn voor vuurwerk. Twee jaar geleden had ik wel goede voornemens en die publiceerde ik in mijn de een-na-laatste column voor de Volkskrant. Een paar weken later werkte ik officieel voor GeenStijl.

Leest en huivert:

2021 zit er godzijdank bijna op. Ik heb een bloedhekel aan jaaroverzichten met lijstjes en daarom geen terugblik. De Algarve baadt in het zonlicht en hier dus absoluut geen donkere dagen voor Kerst, maar toch ben ik snotterig omdat ik veel aan mama moet denken. Op oudejaarsavond zong ze luidkeels, zichzelf begeleidend op het traporgel: ‘Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen. Ach, wij vinden waar wij staren, niets bestendigs hier beneên’.

Mientje is mijn beschermengel, want hoe had ik anders de gezegende leeftijd van 62 kunnen bereiken?

Je bent een medisch wonder, zegt mijn geneesheer. Ik heb mama veel verdriet gedaan. Daarom kalkte ik wat goede voornemens voor 2022 in mijn dagboek en deel die graag met de lezer:

Minder pornosurfen. Nieuwjaarsduik in Atlantische Oceaan. Nooit meer krekhuisjes vol kommersjele sekswerkers (m/v/genderfluïde) bezoeken. Tijdens werkbezoek aan adegas wijn uitspugen in plaats van doorslikken. Na twee liter wijn niet aan de aguardiente gaan. Niet meer dronken twitteren. In plaats van twee pakjes sigaretten per dag naar één. Geen flauwe grapjes meer over dikkertjes en andere esthetisch uitgedaagden. Geen respectloze stukjes meer over slome Portugezen. Niet meer kankeren op Nederlandse camperaars met kortpittig kapsel en op fluorescerende Crocs, die voor mijn deur schijten om zo hun chemisch toilet te sparen. Niet langer D66, GroenLinks, Volt en Bij1 afzeiken. Spindokter inhuren om mijn rechtse imago te debunken. Tijdens het schrijven van mijn columns de handreiking Waarden voor een nieuwe taal gebruiken, geschreven door collega Mounir Samuel, en mij dus strikt houden aan de gedragscode Diversiteit & Inclusie. Nooit meer brullen dat alleen gedwongen geboortebeperking in Nederland en de Derde Wereld de redding van het klimaat én Moeder Aarde is. Geen grapjes meer over klimaclown Frenske. Iedere avond naar talkshow M kijken. Meer lezen over mijn blanke schuld. Excuses aanbieden voor de slavernij en manspreading. Adres Weight Watchers in Faro zoeken. Booster halen, maar selfie van inenting dit keer niet op social media plaatsen (anders verlies ik weer duizend Facebook- en Twitter-vrienden). Minder masturberen.

O, dat had ik al beloofd.

Mama zei altijd: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Het goede mens had gelijk. Zelfs voor de moordenaar aan het kruis was er verlossing en genade, dus waarom niet voor mij? Ik voel het: 2022 wordt een annus mirabilis. Daarom op de valreep nóg een goed voornemen: afspraak maken voor proctoscopie. Dieper, dokter, dieper.

Maandag 1 januari

Tetelestai. Het is volbracht. Dit is de laatste aflevering van mijn meeslepende feuilleton. Toen ik er een jaar geleden mee begon, was ik ervan overtuigd dat ik 2024 niet zou halen. Ach, ik wilde al dood toen ik nog geen schaamhaar had, dus zo vreemd is dat moordend verlangen naar eeuwige zielenrust niet. Enige pathos is mij derhalve niet vreemd, en als ik die combineer met morbide humor, irrelevante hoogte- en dieptepunten uit mijn groots en meeslepend bestaan, plus een toefje trivia over literatuur en muziek en en wat dies meer zij, krijg je dus Annus Horribilis. Knippen en plakken van de hoogste orde. Van diverse reaguurders kreeg ik te horen: “Steek die Annus Horribilis maar in jouw geheime opening waar de zon nooit schijnt, van Amerongen!” Maar gelukkig bleken er veel mensen geinteresseerd te zijn in mijn literaare navelstaarderij. In totaal schreef ik 200.000 woorden en die ben ik momenteel aan het terugbrengen tot pak ‘m beet 80.000 woorden: the writers cut, zonder linkjes en andere poespas. Dat wordt een fijn en spannend leesboek. Volgende woensdag deel 1 van mijn nieuwe wekelijkse rubriek: De Waan van de Week. Daarin cijfer ik mijzelf en mijn dagelijkse beslommeringen helemaal weg en geef ik mijn objectieve kijk op het wereldnieuws, in de beste traditie van G.B.J. Hiltermann. Ik zal de humor niet schuwen maar zo hilarisch als Annus Horribilis krijgt u het niet meer.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.