achtergrond

Geenstijl

Stamcafé: Geschoren kerstballen

Een kerstverhaal, in het Stamcafé door Heere Heeresma jr.

Ton bestelde bij Roos een Duvel aan de bar. Met het ontdopte flesje en een rondborstig bierglas ging hij aan een tafeltje op het caféterras zitten. In de rode, warme gloed van een van de straalkachels onder de luifel schonk hij met geoefende hand het glas vol en vormde een perfecte schuimkraag. Een ogenblik contempleerde hij de schoonheid van het vloeibare kunstwerkje in zijn hand. Toen kon hij niet langer weerstand bieden en viel er gulzig op aan. Twee, drie slokken later was het glas halfleeg. Met de rug van zijn hand veegde hij het schuim van zijn mond en neus af.

Hij keek voor zich uit naar het Amsterdamse leven dat aan het terras voorbijtrok. Een jongen en een meisje liepen lachend en pratend onder een grote paraplu langs. Jong geluk. Het was een decemberavond vlak voor Kerst, maar de versieringen boven de straat en in de etalages brachten hem niet in een feestelijke stemming. Integendeel, hij voelde zich eenzamer dan ooit. Hij probeerde er niet aan te denken, maar de herinnering aan weer een ellendige werkdag drong zich onafwendbaar aan hem op. Voor de zoveelste dag op rij had hij zijn targets niet gehaald. Hij kon het niet meer bijbenen. Hij werd aan alle kanten voorbijgestreefd door zijn jongere collega’s. Zijn manager begon al kritische opmerkingen te maken en hij vreesde het komende functioneringsgesprek. Automatisch schoot zijn hand naar het glas op het tafeltje en toen hij het weer neerzette was het leeg.

Godverdomme, waarom was hij ooit aan die baan begonnen? O ja, omdat hij een gezin moest onderhouden. Hoelang geleden? Vijfentwintig jaar. En wat had het hem opgeleverd? Een slecht huwelijk, een helse scheiding en kinderen die niets meer met hem te maken wilden hebben. Hij keek terug op een verspild leven en dan hielp maar één ding.

Steels keek hij om zich heen naar de andere gasten op het terras en over zijn schouder naar Roos. Hij zag haar tussen de ruggen van de doordrinkers aan de bar verveeld op haar telefoon kijken. Dit was het moment. Snel stak hij het lege flesje in de linker zak van zijn lange winterjas en haalde een volle uit de rechter. Onder het tafelblad verwijderde hij de dop met een meegebrachte wipper, waarna hij het flesje met een snelle beweging op het tafeltje zette. Zo, dat scheelde mooi drie euro en vijf cent. Aan de bar kostte een flesje Duvel vijf euro, bij de Appie maar één euro vijfennegentig en bij de Dirk was het nog goedkoper. Hij voelde zich kinderachtig en trots tegelijk. Het ging hem niet eens om het geld, het was meer een daad van verzet. Hij liet zich niet langer afzetten.

Terwijl hij het glas opnieuw volschonk kwamen er drie jongens uit het café en gingen met hun bier aan het tafeltje voor het zijne zitten. Ze begonnen over het scheren van schaamhaar te praten. Hun eigen schaamhaar. Het waren doodnormale jongens van begin twintig, zó weggelopen uit een Noord-Hollands weiland. Eén vertelde dat hij een scheermes voor vrouwen gebruikte, een ander zwoer bij ontharingscrème en de derde knipte zichzelf bij met een nagelschaartje. Alle drie waren ze het erover eens dat de balzak het moeilijkst te scheren was. Die van het scheermes vertelde dat zijn vriendin dit jaar gladgeschoren ballen onder de boom wilde hebben. Ton hoorde het allemaal aan en dacht: Hoe gaan we in godsnaam de islamisering stoppen als onze jongemannen het te druk hebben met het scheren van hun schaamstreek? Hij bracht het glas naar zijn mond en ontdekte toen pas dat het alweer leeg was.

Enigszins licht in het hoofd stond hij op van het tafeltje en liep het café in. Ook hierbinnen was het kerstoffensief losgebarsten. Emile, de eigenaar, had druk knipperende kerstverlichting opgehangen en een dennenboom neergezet. Het benadrukte slechts de fundamentele leegheid van het café. Ton kreeg het er benauwd van.

Roos zat nog steeds achter de bar op haar telefoon te kijken, met een duim ongeduldig over het scherm vegend. In feite was zij de enige reden dat hij hier kwam. Oké, ze was niet een van de jongsten meer, maar ze zag er nog best goed uit en samen konden ze nog een paar mooie jaren hebben. Het werd tijd dat hij zijn gevoelens voor haar uitsprak, maar hij durfde het nog niet. Hij zette het glas en het lege, door hemzelf meegebrachte flesje op de bar en zwaaide met zijn bankpas.

‘Eentje maar vandaag, Ton?’ vroeg Roos, terwijl ze hem de pinautomaat voorhield. €5,00, stond op het schermpje.
‘Ik doe het even rustig aan,’ zei Ton, met een gevoel van triomf zijn pas bij de automaat houdend. ‘Emile heeft al genoeg aan me verdiend.’ Roos glimlachte begrijpend. Bij de deur draaide hij zich om. ‘Zeg, wat vind jij van kerels die hun schaamhaar scheren?’
‘Zo’n kleuterleuter?’ vroeg Roos met een van afkeer vertrokken gezicht. ‘Die komt er bij mij niet in.’

Deze mededeling kwam voor hem als een opluchting. Als het met Roos ooit wat werd, dan hoefde hij zich tenminste niet te scheren van onderen.
‘En jij?’ waagde Ton te vragen. ‘Heb jij…?’
‘Een kale poes?’ vulde Roos aan. ‘Tuurlijk niet. Schaamluizen moeten ook ergens wonen.’

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.