achtergrond

Geenstijl

Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo, deel 2

Deel 2 van een nu al legendarische serie (tevens Stamcafé)

Woensdag 11 januari

De geruchten over mijn dood zijn schromelijk overdreven. Helaas is deze kwinkslag niet van mij, maar geleend van Mark Twain, de vader van de Amerikaanse roman. Ook mijn grafschrift - ik heb een schitterende tombe gereserveerd op de schattige dodenakker in Fuseta - is geplagieerd: Ik zei jullie toch dat ik ziek was!

Die komt namelijk van Spike Milligan, de peetvader van de Britse humor.

Ik werd na de ouverture van deze serie overstelpt met steunbetuigingen vanwege mijn laatste stuiptrekking, maar helaas niet met geld. Er bevonden zich ook geen lekkere meisjes van 16 onder de bezorgden. The story of my life, dat er daarom gelukkig bijna opzit. En fotograaf Wim Kan publiceerde nog een mooi doodsportret van mij, dat wellicht rechtenvrij op mijn grafsteen kan worden geplakt.

Overigens werd ik eens een een maand dood gewaand. Rob Muntz had naar alle kranten in Nederland dit persbericht gestuurd:

Schrijver, publicist en documentairemaker Arthur van Amerongen, genomineerd voor de AKO literatuurprijs met het boek Brussel: Eurabia, winnaar van de prestigieuze Prijs van de Nederlandse Dagbladjournalistiek in 2006 en winnaar van de Nipkowschijf voor het radioprogramma De Inburgerking in 2005 is voor het laatst gesignaleerd in de snackbar van de Heineken-ontvoerder Frans Meijer in hoofdstad Asunción. Van Amerongens vriendin stuurde mij een noodoproep. In eerste instantie dacht ik aan een grap van Van Amerongen, zoals wel vaker gebeurd was in het verleden. Arthur Van Amerongen verbleef het afgelopen jaar vooral tussen oorlogsmisdadigers, neonazi’s, door Interpol gezochte criminelen en moslimstrijders in opleidingskampen van Hezbollah. Dit in het kader van zijn nieuwe boek Paranoia Paraguay, dat gepland stond voor de lente van 2009. Van Amerongen heeft een problematisch drugs- en drankverleden. Ik vermoed dat de schrijver in de cocaïnehandel verstrikt is geraakt, al dan niet samen met de heer Meijer. Het kan ook zijn dat de Spaanse vertaling van Brussel:Eurabia slecht gevallen is bij extremistische moslims in Zuid-Amerika. Ik vertrek daarom zondag halsoverkop naar Paraguay om, met gevaar voor eigen leven, mijn boezemvriend te gaan zoeken. Arthur Van Amerongens vorige uitgever Atlas heeft geen belangstelling getoond voor financiële steun aan de speurtocht naar de auteur, ondanks de internationale bestseller Brussel: Eurabia. Ik maak daarentegen van de nood en deugd en neem het een en ander op voor een radioregistratie. De NPS radio wil mijn speurtocht t.z.t. onder voorbehoud uitzenden in het programma Radio Doc, afhankelijk van de kwaliteit en de afloop.

Dit persbericht werd door een aantal kranten klakkeloos overgenomen. Het Dagblad van het Noorden had het zelfs op de voorpagina geplaatst. Alleen de Nederlandse honoraire consul in Asunción was niet zo blij, want die werd door BUZA in de Haag gebeld met de vraag of hij mij kon opsporen, dead or alive, met groot materieel van de legers van Paraguay, Argentinië en Brazilië. Want uiteraard was ik vermist geraakt in de jungle rond het drielandenpunt. Bij een glaasje rietsuikervuurwater en een fijne Cohiba hebben de consul en ik het bijgelegd. Dat is pas de ware bonhomie.

Gelukkig vloeiden er twee bloedstollende radiodocumentaires voort uit dat authentieke foppersbericht van Herr Muntz:

En we maakten in ene ruk door meteen die tiendelige iconische serie voor GeenStijl: Nazihunters.

Even een update van mijn gezondheid, of wat daarvoor doorgaat.

Wat mijn fysieke malheur betreft: ik geef mij natuurlijk niet zonder slag of stoot over aan Magere Hein. Daarom heb ik in het homeopathische winkeltje van Moncarapacho voor een kapitaal aan slangenolie en hocuspocuspillen gekocht. Dat zal hem leren, de man met de zeis. En ik drink veel thee. Sterrenmix, met verse gember. Desondanks heb ik onverminderd klachten, maar daar wil ik de lezer niet mee lastig vallen. Zo werd ik in mijn toenmalige standplaats Paraguay eens wakker met helse pijnen in mijn borst, in mijn longen, in mijn buik en in de streek rond de lever. Mijn hoofd bonsde, mijn benen waren bijna gevoelloos en ik flikkerde om toen ik probeerde op te staan. Op mijn rug zat een puist zo groot en zo rood als een Tsjernobyl-aardbei. Ik heb al vanaf mijn zestiende de raarste pijntjes, steken en krampen, maar nog nooit lag ik ook maar een dag uitgeteld in bed. In de wachtkamer van het ziekenhuis van de Zevende Dag Adventisten in Asuncion werd ik behandeld door een Japanner. Hosada sprak raar Spaans. Ik maakte een grapje over mijn aardbei. ‘Uw aardbei moet eruit,’ sprak hij vastberaden, ‘daar krijgt u alleen maar ellende van. Maakt u zich geen zorgen, het is geen kanker. Mensen denken tegenwoordig al bij het kleinste puistje aan kanker. Dan gaan ze op internet naar een diagnose zoeken en dan begint de ellende. Aardbei, hahahaha.’ Na de chirurgische ingreep moest ik mijn bloed laat testen, een hersenscan laat maken en een foto van mijn thorax. ‘U bent bijna vijftig, drinkt en rookt al uw hele leven en zit nu dus in de gevaarlijke leeftijd. Uw bloeddruk is veel te hoog, net als uw hartslag. Als ik u was, zou ik maar oppassen en helemaal stoppen met al die slechte gewoontes.’

Donderdag 12 januari

Toch naar de dokter in Olhão. Geen mensendokter maar de veterinário.

Hond Tita heeft een opgezwollen oorschelp. Alsof er een tennisbal in zit. Daarom heb ik mijn eigen sores even opzij geschoven, altruïstisch als ik ben. Het beestje is taai. 14 jaar oud, geboren in Paraguay. Haar moeder Fabia (dat haar herinnering tot een zegen mag zijn) droeg een vlooienbandje tijdens het zogen en toen was Tita ineens helemaal kaal.

Jamba, haar zus die twee jaar jonger is, is ook een brokkenpiloot. In een vorige woning, een houten hut midden in het bos, stond een eeuwenoude holle olijfboom. Het wemelde daar van de ratten en ander gedierte en op een nacht hoorde ik haar blaffen. Zat ze in de boom! Op de een of andere manier was ze tegen die boom opgeklommen, zeker 2 meter, op zoek naar de rat, en er vervolgens in gedonderd, Dat werd nog een hele operatie om haar te bevrijden, want ik moest in het pikkedonker de holle boom in en haar omhoog duwen.

In de Algarve versleet ik meer veterinários dan drugsdealers. De kliniek is de beste van Zuid-Portugal en qua tarieven net een chic bordeel: alleen al bij binnenkomst ben ik 100 euro lichter. Tita moet onder de narcose en 10 uur later mag ik haar ophalen, met een grote kap om haar koppie. Ze piept en kermt aan 1 stuk door en bezorgt ons een slapeloze nacht.

Nieuws van de dag: Conducteur waarschuwt reizigers voor 'mediterrane types', NS gaat in gesprek met de racist. Vakbond van Mediterrane Jongeren stuurde woedende brief naar Nederlandse Spoorwegen. "Viez rassiest! Wolla."

Vrijdag 13 januari

Judas Segers stapt op. Zijn opvolger lijkt op Thea van Theo en ik vond het geestig om een kiekje van Thea naast Mirjam Bikker te plaatsen. De pleuris brak uit en er volgde een tsunami van woedende reacties, vooral van vrouwen en genderverdwaasden van GroenLinks. Die vinden het walgelijk als ik grapjes maak over het uiterlijk van iemand, maar ze liggen wel in een deuk als Claudia de Breij de spot drijft met het uiterlijk van Henk Bleker en het haar van Geert Wilders. Ik blokkeer deze querulanten niet, want ze zijn ‘the gift that keeps on giving’.

Zaterdag 14 januari

Deugclown Bas Heijne (geboren met de ziel van een oud opaatje maar in het lichaam van Bessie Turf) heeft weer toegeslagen. Alleen de titel is al geweldig: Handelaren in haat jagen ook in Nederland ressentiment aan. In principe behoor ik door mijn ouderwetse manier van lettervreten tot de oude garde die lineair naar boekenprogramma’s op de treurbuis kijkt, maar ik ben radicaal afgehaakt na Zeeman met Boeken. In een donker hok dat blauw stond van de rook, zaten mijn collega’s van de Groene Amsterdammer te mompelen over Foucault, Popper, H.C. ten Berge, Huub Beurskens en Wiel Kusters. Soms werd Bassie Heijne als the jolly joker in het panel gezet in het programma van boekendief Zeeman en veerde de uitzending op. Er keken 10.000 gefossiliseerde pijprokende D66-leden naar en het was goedkoper geweest om die gerontosauriers een VHS'je van de show te sturen.

En wat heeft de gesel van het Reauquin (zo spreekt Bassie Heijne Rokin uit) te melden in de D66-bode?

Dat is de grondtoon van het Hollandse haatcabaret, de onverdraaglijke aanname dat de ander zich beter voelt dan jij, beter wordt behandeld, voorrang krijgt boven jou, wel mag shinen en jij net niet. Dat is allang geen boosheid meer, dat is rancune. Sigrid Kaag is het symbool van die vermeende superioriteit. Net zoals bij Jettens geaardheid is bij haar het vrouw-zijn („heks!”) een constante aanleiding voor haat, maar ook hier gaat het vooral om iemand die zich verheven zou voelen boven gewone mensen („Wie zijn die mensen?”), het gezicht van een van de maatschappelijke werkelijkheid losgezongen heersende klasse. Er valt genoeg af te geven op D66, een partij die haar eigen goede bedoelingen vaak zo geweldig vindt dat ze het niet meer nodig vindt er principieel beleid op te voeren. Maar daar richt zich die haat niet op. De haat richt zich tegen die goede bedoelingen zélf, het progressieve gedachtegoed van „deugers”. Het is de haat tegen een bestuurlijke elite die zich moreel superieur zou wanen, en gewone mensen tegelijk van alles af wil nemen, het vliegen, de gehaktbal, het vuurwerk, de stikstof.

Ik zie zo’n pijprokende D66-pensionado dan goedkeurend met zijn krant naar de keuken zwaaien, onderwijl roepend: kom vrouwtje, je moet professor Heijne lezen, hij is weer mirakels goed.

Waar het mij om gaat, is het woordje 'zou' in deze zinsnede: haat tegen een bestuurlijke elite die zich moreel superieur zou wanen.

Als er iemand wortel heeft geschoten in het linkse Nederlandse establishment (in elite kan je geen wortel schieten, vandaar) is het Bassie Heijne. De zelfgenoegzaamheid en het dedain druipen zoals gewoon weer af van Dikkie Dik, die zich vermoedelijk aftrekt op zijn eigen essayettes. Bah.

En dan nu de faits divers van deze dag.

Ik had Matthijs Immink, vriend van de show, over de vloer, en wereldburger Bert Hupkes. Het werd een zeer natte lunch in een vistentje bij mij in de buurt, en ondanks het feit dat ik me nog slechter voelde dan op 1 januari, namen wij geanimeerd de toestand van het droevige moederland door (door kunstbroeder Immink vastgelegd voor het nageslacht).

Uiteraard ging het over Marcel van Roosmalen en over die hinnikende nicht van een Gijs Groenteman, wiens partner Aaf weer collaboreert met die andere piepende nicht, Marc-Marie. Marc-Marie draagt zoveel geheimen bij zich over seksuele uitspattingen van bobo's op het Gooische Matras, dat hij gewoon in elke willekeurige babbelshow, NPO of kommersjeel, onuitgenodigd binnen kan lopen en aanschuiven.

Zondag 15 januari

Zondag Kaagdag. De verkiezingscampagne voor de Provinciale Staten is begonnen bij NPO66, die haar live uitzendt. Kaag doet een Pechtoldje: waarschuwen voor extreem-rechts. Alle mainstream media nemen de waarschuwing dankbaar over. maar de wanhoopscampagne van D66 en de NPO om de schade beperkt te houden bij de verkiezingen op 15 maart, is pathetisch. Op Twitter zie ik overal treurige zaaltjes in de provincie met roomblanke kneusjes - type IT'er die hogerop denkt te komen door vrijwilliger te zijn bij D66, en menopauzale dames in bloemetjesjurken met een glaasje prosecco. Opa Terlouw is uit het veen getrokken en wordt geïnterviewd in een uitdragerij.

Maandag 16 januari

Al dat gelul over Blue Monday. Mijn hele leven is een grote blauwe maandag. Het is gewoon een verzinsel, net als Black Friday. Sylvana Simons, het scherpste mesje in de la van de Tweede Kamer, riep ooit op tot een tot een boycot van Black Friday. Ze greep terug op een urban legend: in de negentiende eeuw konden plantagehouders in het diepe zuiden van de de Verenigde Staten met een flinke korting slaven kopen, op de dag na Thanksgiving. Dat verhaal is meteen ontkracht maar ging toch een eigen leven leiden. Het gevolg was dat Amerikaanse Bij1-achtigen opriepen tot een boycot van deze ordinaire retail holiday, die beschouwd wordt als het begin van het seizoen voor kerstaankopen. Het is dezelfde gefabuleerde agitprop als de mythe van de rellen in Engeland in 2011. Die werden door diverse gekkies ‘rassenrellen’ genoemd terwijl het gewoon een uitgesponnen soort Black Friday was, met het verschil dat de deplorabelen proletarisch winkelden en dus niet betaalden voor de shopping spree. Volgens the Guardian betrof het een hongerig lompenproletariaat en was de revolutie nabij. Echter, de verdoemden der aarde stalen geen brood en blikjes Corned Beef of Spam maar louter kekke gympies en peperdure hifi-zooi.

Ik heb me verdiept in de wortels van Black Friday en vond het volgende:

Rond 1981 werd voor het eerst melding gemaakt van een alternatieve theorie dat op die dag de winkeliers voor het eerst “in het zwart” komen te staan, dat wil zeggen winst beginnen te maken voor het jaar. In de Verenigde Staten is het bij de boekhouding namelijk de gewoonte om verliezen in rode inkt in de boeken te schrijven. De meest aannemelijke oorspronghypothese van Black Friday stamt uit 1869. En daar heeft mijn favoriete band Steely Dan een vrolijk liedje over gemaakt.

Ik zit in de auto naar Málaga, met mijn verloofde en Ruben Loooij, een goede vriend die pendelt tussen Rotterdam en Olhão. Research voor Europese Patriotten in Malaga en Madrid, samen met mijn kameraad Ivo Teulings, met wie ik de bestseller Costa del Coke schreef. Gisteren postte ik een geestige twiet over Marion Koopmans, die een zo mogelijk nog grotere ijdeltuit is dan Frenske Timmermans. Het was mij opgevallen dat ze een slijmerige Kaag-groupie is en regelmatig in gejubel uitbarst over de beste premier die we nooit hadden. Maria Petronella Gerarda Koopmans komt net als Huub Stapel en Myra Ward, André van den Heuvel, Gerard Thoolen, Ben Verbong, Pieter Kuijpers en Chantal Janzen uit Tegelen. Dat zegt genoeg. Veearts Marion is ten onder gegaan aan haar eigen roem. Elke dag met je Kajagoogoo-kapsel op de buis, op je drieënzeventigste, dat doet iets met je.

Koopmans is woedend op mij.

Dinsdag 17 januari

Dolle boel in Malaga. Na mij de zondvloed, want de pijnen nemen toe, zeker met katers des doods. De tramadol met codeine-voorraad in Casa Ivo is op. Het was een episch bacchanaal met Margriet “mooiste meisje van de klas” Marbus en mijn vriendje Ruben Oppenheimer, met wie ik in een ander leven samenwerkte bij de Limburger in Maastricht. Ruben heeft wat te vieren want de documentaire Gevangen in een Tekening gaat in premiere op 2 februari, met surprise guests mr. Theo Hiddema en Abdelkader Benali.

The plot thickens wat Kaag en Koopmans betreft. Kaag encanailleert zich voor de verkiezingscampagne met de grootste haatzaaier van het internet: Peter Breedveld, die met zijn vrouw Hassnae Bouazza afgelopen zondag op de eerste rij zat, net als Marion Koopmans vooraan bij haar nieuwjaarsrede. Zijn vrouw Hassnae Bouazza schreef de speech van Kaag, en Petertje hield een lofrede van een half uur over haar oorlog tegen extreem-rechts. Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig. Het feit dat Kaag de haatzaaier Peter Breedveld als VIP uitnodigt bij haar Tupperware-presentatie, zegt genoeg over de paniek bij de Magere Mannetjes. Volgende week: Kaag presenteert Volkert van der Graaf als lijstduwer. De tramadol is op, ik moet zwaardere wapens inzetten.

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.