achtergrond

Geenstijl

Safari Eurabia - Drugsvrije, intellectuele beschouwingen op de urinificatie van Brussel

De urinificatie van Brussel: een zomerse special voor GS-intellectuelen, gegarandeerd zonder slap geouwehoer over hoeren, drank en die eeuwige rotdrugs

Terwijl ik met mijn bloedbroeder Rob Muntz euforisch aan het feesten was tijdens de uitreiking van de Zilveren Nipkowschijf, kreeg ik een telefoontje van mijn chef Nijman. Ik stond toevallig naast Tim Hofman, huisvriend van Bart en Dieuwertje, en het jonge talent had net Nederlands meest prestigieuze televisieprijs gewonnen. "Ik geef je even aan Tim", riep ik tegen Bart, maar dat was niet bedoeling want mijn goedmoedige Brabantse chef haat prijzen. Met sombere stem zei hij: "Iets heel anders, Tuurke. Ik wil geen partypooper zijn maar regent opzeggingen bij GeenStijl terwijl ik jou juist een magneetfunctie had toebedacht toen ik je voor heel veel centjes wegkocht bij De Volkskrant. Mensen zijn helemaal klaar met jouw flamboyante levensstijl, met al die bacchanalen vol drank en drugs op de meest exotische locaties."

Ik verslikte me in mijn dertigste glas NPO-prosecco want dit was precies wat ik van mijn diverse exen hoorde toen ze het uitmaakten, en die mij tranen met tuiten huilend steevast het boekje The Peter Pan Syndrome: Men Who Have Never Grown Up, van Dan Riley schonken.

Ik weet het goed gemaakt, chef, zei ik resoluut tegen Bart, de drugsspecial over de haven van Antwerpen verschuif ik een week en dan krijg je daarvoor nu in de plaats twee loodzware intellectuelen met hun kijk op Brussel. Uiteraard professor Teun Voeten, maar ook Christophe Degreef, een van de weinige kritische journalisten in België en de enige die een positieve recensie schreef over mijn bestseller Brussel Eurabia

Dat leek Nijman wel wat en hij bromde: maak er maar een lang doorwrocht verhaal van, een essay dat lekker wegleest in de tuin naast het plastieke zwembad uit China. Daar houden mijn lezers van! 

Ik was opgelucht dat het Zwaard van Damocles heel eventjes niet mee boven mijn tets zwaaide. Nu moest ik wel alle gesprekken met Teun en Christophe uit gaan tikken, een heidens kutwerk. Kom er maar in, mannen, met jullie kijk op hellegat Brussel: de strontvlag op de EU-strontschuit!

Esthetische migratie

Teun Voeten: "Ik voelde al vroeg de bui hangen en ontvluchtte reeds in 1992 als esthetische migrant het overgereguleerde Holland met haar verstikkende morele consensus en week uit naar België waar ik me als Brabo sowieso meer thuis voel. Eerst woonde ik in Schaarbeek, op de sjieke Rue Royale Sainte Marie. Toen in het centrum, vlakbij het Paleis van de Koning, en tussen 2005 en 2014 in een loftcomplex in een roomblanke yuppenenclave in een multiculturele buurt (99 procent Marokkanen) in Molenbeek.

De tijden dat Brussel nog een bruisende stad was, zo mooi bezongen door Liesbeth List in haar cover van Jacques Brel, was toen al lang voorbij, maar mijn Brussel had eind jaren 90 nog charme en ik was fier op mijn stad.

Nu woon ik in Antwerpen, een bedrijvige havenstad waar al het geld verdiend wordt dat in Brussel door klerken en werklozen wordt opgesoupeerd. Ik kom nog wel eens in Brussel, maar word dan spontaan bevangen door depressies.

Brussel is verworden een Dickensiaanse Tale of Two Cities. In het oosten van de stad zetelt de roomblanke EU waar visieloze conformisten schrikbarend hoge bedragen verdienen. Ik had ooit verkering met een Maltese vertaalster en die zat met een maandelijks salaris van 5K op de onderste schaal. Mensen in de commissie halen 20- tot 25.000 weg. Waarachtige parasieten, want terwijl ze wel van de voorzieningen gebruik maken, betalen ze geen inkomstenbelasting in België. Ze drijven alleen maar de huizenmarkt en prijzen in restaurants op."

Een waarschuwing voor de middenklasse

"Ten westen van het kanaal van Brussel dat naar het failliete Charleroi voert, liggen de migrantenwijken Anderlecht en Molenbeek: armoede troef en met een werkloosheid van bijna 30 procent zijn het chronische crisiszones. De gemiddelde EU-klerk heeft geen weet van deze zones en durft er geen voet te zetten. Op het Luxemburgplein tegenover het Europees Parlement voeren blanke EU-yuppen met drank overgoten paringsrituelen uit, terwijl op amper een kwartier fietsen het miserabele Noordstation ligt: een winderige, stedenbouwkundige nachtmerrie waar uitgebuite prostituees, kansloze asielzoekers, Afrikaanse straatdealers, daklozen en gefrustreerde hoerenlopers op voet van oorlog met elkaar leven terwijl ze om de kapitalistische kruimels vechten. Dit is het dystopische scenario dat zo treffend door Joel Kottkin is beschreven in zijn boek The coming of neo-feudalism. A warning to the global middle class

Aan de top de superkapitalisten en de meesters van de internationale instituties, op de bodem een steeds groter wordende groep van buitengeslotenen. En daartussen de middenstand die steeds meer verdwijnt en afglijdt naar de rangen der armen en de paupers. De middenstand zit er in Brussel letterlijk en geografisch midden tussen in: de kleine winkeltjes en middenstanders die niet meer per auto te bereiken zijn en die één voor één over de kop gaan in de zogenaamde voetgangerszone.  

Jane Jacobs beschreef in haar klassieke boek The Death and Life of Great American Cities hoe een bloeiende middenstand met haar bedrijvigheid, passanten en sociale interactie het kloppend hart van elke stad is. Das war einmal. Vroeger doorsneden de brede Adolphe Maxlaan en de Anspachlaan Brussel van Noord naar Zuid. De boulevard was een levendige chaos met autos, met winkels, hotels en cafés. Tien jaar geleden ijverde de actiegroep Picnic The Streets  voor een autovrije zone. Die bestaat nu dit jaar 10 jaar en wordt uitgebreid bejubeld in de Brusselse stadskrant."

De Urinificatie van Brussel

"Geen woord over de negatieve kanten. Overdag flaneren er hipsters en toeristen maar bij het vallen van de avond toont de boulevard zijn Jeckyll and Hyde karakter. Dan wordt de zone het domein van daklozen, bedelende Roma, drugsdealers, gangs en maar vooral straatdieven die argeloze toeristen belagen. Een VTM-documentaire vertelde het bijzonder grimmige verhaal. Een van de oorzaken is natuurlijk de onbestuurbaarheid van Brussel, dat uit 19 deelgemeenten bestaat, ieder met een eigen burgemeester en 19 gemeenteraden waar het alleen al statistisch onmogelijk is om zoveel competente lieden te vinden. Verantwoordelijkheid afschuiven is second nature geworden in Brusselse bestuurskringen.

Ik heb daar nachten rondgefietst, van noord naar zuid, en zelden heb ik zo’n gribus gezien. Als oorlogsfotograaf ben ik niet bang aangelegd, maar hier had ik vrees om mijn Nikon naar boven te halen. Ik heb 15 jaar geleden voor het designblad DAMN met de Hasselblad de ranzige en deprimerende stationsarchitectuur gefotografeerd. Ik noemde het gematerialiseerde onverschilligheid, maar als ik nu terugkijk valt me op hoe schoon het toen was.

Bij het Zuidstation bedacht ik spontaan de sociologische term ‘de urinificatie van Brussel’. 

Ik werd treurig van alle gesloten winkels, met als dieptepunt het failliete Metropole Hotel, ooit de parel van Brussel waar acteurs, schrijvers en rocksterren verbleven in een schitterende ambiance waar de obers onberispelijk geklede en vooral arrogante  schoften waren. Precies zoals het hoort. Nu slapen er zwervers in de portieken van de Metropole. Na een week vol nachtelijke fietstochten door de krochten van Brussel was ik blij dat ik weer de trein terug naar Antwerpen kon pakken waar mijn vriend burgemeester Bart met strenge doch rechtvaardige hand regeert en waar je nog van de trottoirs kunt eten!"

Brussel bij Nacht is niet meer

Bedankt professor Teun, en kom er maar in, Christophe Degreef!

"Mijn beste Tuur, in juni 2012 schreef Philippe Van Parijs, een Brussels filosoof, een opiniestuk in Brussel Deze Week (waar ik toen werkte), waarin hij opriep tot een burgerlijk ongehoorzame picnic op het Beursplein. Toentertijd had je in Brussel nog een drukke stadsboulevard van het Rogierplein naar het Zuidstation. Van Parijs lustte het drukke autoverkeer niet. Hij schreef in zijn opiniestuk onder meer dat iedereen in de stad moest gaan wonen want het klimaat, en dat de auto uit de stad moest omdat als iedereen in de stad woonde, iedereen wel erg krap behuisd zou zijn. Je kan het allemaal nalezen hier

Nou, tegen minder autoverkeer was ik toen niet, en de centrale verkeersas in Brussel kon ook wat mij betreft wel wat renovatie gebruiken. Ik was er dus bij, bij die picnic in 2012. Allemaal Brusselse Vlamingen op 'n hoop. Gezellig. Zeer on-Belgisch hadden de autoriteiten wel oren naar Van Parijs' verkeersvrije droom, want bijna onmiddellijk werden plannen gemaakt door het Brusselse stadsbestuur om van De Brouckère naar Fontainas een voetgangerszone te maken. Zelfs critici van het project - de Brusselse bestuurspartij MR - begroeven uiteindelijk de strijdbijl. En vorig jaar werd de voetgangerszone dus opgeleverd. Op zich is het idee nog altijd goed, wat mij betreft: het centrum van Brussel kan potentieel mooier zijn als het één groot plein is. Maar na de renovatie zijn er vooral veel grote winkelketens gekomen en zijn er nog meer clochards en illegalen dan voorheen. Na iets betekent niet zozeer door iets, maar objectief gezien is de situatie gewoonweg niet beter dan tien jaar geleden. Toen waren de centrale lanen lelijk, maar waren ze wel gemoedelijker. Na middernacht is het centrum van Brussel een schim van wat het ooit was. Symbolisch vind ik ook het oer-Vlaamse café Monk waar we koffie dronken met Teun, en waar je alleen nog elektronisch kan betalen. Zeer on-Belgisch; wij zijn nog altijd in grote mate een samenleving waar cash evenwaardig is, zeker op café. 

Een ander symbool is het failliete Metropole hotel op De Brouckère, dat het wegblijven van de auto niet aankon, en daarmee het laatste grote onafhankelijke sterrenhotel was dat de deuren sloot in Brussel."

Het beton van de onbelgische grootheidswaan

"De wijk van Noordstation was in 1958 - het jaar van de wereldtentoonstelling - armoedig en volks. Omdat de expo België op de wereldkaart zette, vonden de toenmalige bestuurders dat onder het mom van vooruitgang Brussel een zakenstad naar Amerikaans voorbeeld moest worden. Het Manhattan-project was geboren. Een illustere onbekende handelaar in brandblusapparaten annex huisjesmelker, Charly De Pauw, ontpopte zich tot lieveling van de toenmalige politiek en tekende plannen uit voor een tachtigtal (!) zakentorens rond het Noordstation. Met hulp van schepen van openbare werkzaamheden (en toen net voormalig premier Paul Vanden Boeynants) kreeg De Pauw tijdens de jaren 60 deels zijn zin, en werd de volkse buurt rond het Noordstation gewoonweg volledig gesloopt. Omdat echter al gauw bleek dat na een achttal torens de kantoormarkt in Brussel verzadigd was, bleef het lange tijd bij een paar torens, terwijl de braakliggende grond werd gebruikt als speculatiemiddel om pas tegen de jaren 1990 volgebouwd te worden. 

In de jaren 1980 plofte men toen ook het CCN-gebouw neer naast het Noordstation, dat grote ministerie van waarheid waar Teun die eenzame zwerver heeft gefotografeerd. De wijk bevindt zich op het drielandenpunt waar de gemeenten Brussel-stad, Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node aan elkaar grenzen. De drie zijn bij de armste gemeenten van België. Je hebt er dus een cocktail van een station dat zwervers en migranten aantrekt, naast een gemeente met veel migranten (Sint-Joost-ten-Node heeft nu de Turkse burgemeester Emir Kir, die in 2020 uit de Parti Socialiste werd gegooid wegens banden met Turkse extreemrechtse lieden) naast het feit dat Brussel in de tweede helft van de 20e eeuw een tomeloze ambitie had om een echte hoofdstad van Europa te worden. Grootheidswaanzin is zeer on-Belgisch, en het resultaat daarvan zie je als je nu door de wijk wandelt. Tel daar de corrupte bestuurscultuur, het algemene Brusselse je m'en foutisme en het onvermogen van vele Belgen om van hun hoofdstad te houden, en je weet waarom de wijk rond het Noordstation is wat ze vandaag is."

Migratiekritiek? In België? Pwoaaahh...

"Het was en is nog altijd onmogelijk om in België gedegen kritiek te leveren op migratie. Ja, je kan nu wel al een beetje de problemen benoemen, maar je kan nog altijd niet ten gronde de vraag stellen of het wel zo'n goed model is, zorgen dat de bevolking in een stad als Brussel vervangen wordt door een bonte mix met een grote islamcomponent. Voor lieden als Van Parijs is zoiets nog altijd de droom: Brussel als multicultureel paradijs, een fiere gekleurde hoofdstad van Europa. 

De islam - die ze niet kennen - nemen ze er dan maar bij, hopend dat moslims als vanzelf seculariseren en bier gaan drinken. Als dat niet gebeurt negeert men de problemen nog grotendeels en aanvaardt men de facto gettoïsering, aanvaardt men dat heel wat mensen - zeker ook migranten, die van langsom Brussel verlaten om in het rijke Vlaanderen te gaan wonen - Brussel grondig gaan haten om wat het geworden is, en leeft men in een soort blissful ignorance dat het ooit wel weer goed komt verder. 

Nu: ikzelf haat Brussel niet, en ik zal dat bijna zeker nooit doen. Ik vind Brussel ook oprecht een boeiende stad, buiten het centrum vaak zelfs nog altijd een gezellige en mooie, erg zuiderse stad. Ik hou ook van de multiculturaliteit, die je overigens ook in het veel nettere Antwerpen aantreft. Maar ik heb altijd gevonden dat niet heel België zo moet worden. De stad is de stad, en het platteland daarbuiten, wel, dat blijft best homogeen. Je kan voor mij perfect tot de conclusie komen dat we moeten leven met de situatie zoals ze nu is, maar daar lessen uit moeten trekken, zoals: we hoeven in West-Europa niet elk jaar een kleine stad migranten uit vooral moslimlanden erbij te halen. Zeker niet op het platteland. En ook niet in de steden, die al vol zijn en uit hun voegen barsten. Van mij mogen de grenzen dus dicht - op een loting van een vijfduizendtal knappe internationale koppen na, die we hier gerust kunnen gebruiken.

En dan nog even over de bekrompen journalistiek

Nog even wat de de Vlaamse journalistiek betreft, Tuur, waar jij zo'n hekel aan hebt... Ach: journalistiek is wereldwijd in verval, en in Vlaanderen zit je met een cultuur die problemen niet benoemt als basis. Vlaanderen is rijk en heeft het goed, klaagt graag en stemt op het Vlaams Belang of op de N-VA, die laatste een soort centrum-volkspartij die pretendeert dat ze de belastingen kan verlagen. Als reactie daarop heb je de pers, die linkserig is (maar Marx niet kent), en die om te beginnen niet houdt van het feit dat ze Vlaming is, want voor hen is de Vlaming een niet-bestaand maar wel erg racistisch volkje dat niet naar de mond mag gepraat worden. 

Men wentelt zich bij de pers in een soort België-gevoel van de status quo, waarmee het probleem is dat het niet bestaat, want België is een creatie van de internationale mogendheden die min of meer werkte in de negentiende eeuw, maar nu alleen nog op papier bestaat, gedragen door verouderde en complexe federale structuren die niemand begrijpt. In feite komen migranten graag naar België, want hier worden zij niet lastig gevallen door een actieve overheid of door assimilatiedwang zoals in Frankrijk, want België ontbeert het soort trots dat daarvoor nodig is. Vlaanderen is strenger, maar zit dus met het probleem dat de Vlaamse identiteit ook niet echt trots is, en ook behoorlijk bureaucratisch. Franstalig Brussel en Wallonië hangen te veel van Vlaamse financiën af om de dingen te proberen veranderen, en leven in een soort nostalgie naar de tijd dat zij het voor het zeggen hadden in België.

En de journalisten? Ach... Ze durven niet kritischer zijn, om redenen die mij onbekend zijn. 

Bij Brussel Deze Week werd ik niet tegengewerkt toen ik de Brusselse problemen duidelijk benoemde, maar kreeg ik ook geen navolging. Vlaamse journalisten houden van het status-quo en weten onuitgesproken wat kan en wat niet, net zoals de gewone Vlaming. Voorts is het goed leven in het grote Vlaamse huis. We trekken ons graag terug in ons grote huis in Vlaanderen, want we zijn eigenlijk een wantrouwig volkje, zeker voor de overheid, maar ook behoorlijk voor onze buren. Over problemen praten doorbreekt dat evenwicht. Soms schieten we eens in een Franse colère, waarna we op café gaan, elk de ander vervloekend, maar vriendelijk op het eerste gezicht. Ook journalisten zijn zo, ondanks hun bredere culturele vorming. België is een kristalpaleis waar de kristallen ruitjes ofwel al lang geleden gejat zijn, ofwel zwart zien van het roet, ofwel al een tijdje geleden al ingegooid zijn. Wee degene die durft zeggen dat België en Vlaanderen non-staatjes zijn van het niveau van Italië. Of zelfs nog erger. Stel je voor dat ze dat in de rest van Europa zouden merken..."

p.s. Op 24 juni verschijnt de papieren versie vanDoorbraak*, met een grote reportage over nachtelijk Brussel van Christophe Degreef, met foto's van Teun Voeten. Doorbraak kan vanuit Nederland besteld worden. *

Nou. Dat was inderdaad ontnuchterend, Tuur

Arthur van Amerongen maakt voor GeenStijl een rondreis door Europa, door de achterwijken van de omvolking en langs de zonsondergang van het Avondland. Als volleerd wereldreiziger trotseert hij daarvoor met een klein budget menig beschimmeld hostel, karige koffietentje en als het moet: een stenen bankje in een stadspark. Desalniettemin is deze reis een kostbare aangelegenheid dus uw gulheid om Ome Tuur gevoed, verwarmd en gemotiveerd te houden op zijn barre bedevaart langs de historische artefacten van de Europese islam en ideologische boobytraps van de stille burgeroorlog, wordt hogelijk gewaardeerd:

Bedrag:

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.