achtergrond

Geenstijl

We moeten het hebben over satire

is het nou onmogelijk, of te makkelijk geworden in de Digital Age?

De Britse komiek Andrew Doyle - de geestelijk vader van de uitzinnige parodie-feministe Titania McGrath, u zag hem alhier laatst nog - hield een praatje over satire in het digitale tijdperk. Fragmentje hierboven, hele speech na de breek. Doyle legt uit dat de Woke Culture van de Social Justice Warriors (in wat minder liederlijk Nederlands: de postmoderne identiteitspolitiek van vierdegolf-feminisme en intersectionaliteit) een virale welvaartsziekte is, en dat bloedserieuze media veel te makkelijk meebuigen met de waanzin van de identiteitspolitieke meninkjes: het is namelijk een establishment-ideologie van de sociale elite. 

Voor 't gemak rekken we die intersectionaliteit (wiki) even op met klimaatreligie, omdat daar hetzelfde voor geldt: een dogmatische welvaartshobby waarin al wat slecht gaat in de wereld op blank-westerse verworvenheden wordt afgeschoven, aangehangn door een kleine groep globalisten die iedereen moreel geselen met hun eigen apocalyptische ondergangsovertuiging.

Een kenmerk van gezonde satire is dat het omhoog trapt. Als roomblanke, hoogopgeleide, welvarende, stadse vrouwen kermend van de klimaatmigraine in rouwcirkels bij Nieuwsuur in reportages verschijnen om hun vliegschaamte tot een psychologische toestand te laten zegenen op nationale televisie, is de spot die hen ten deel valt geen trap na maar juist vooral een relativering van hun verwaande gedrag. Toen Arjan Ederveen vergelijkbare "reportages" maakte, mochten we er immers ook om lachen. Nu diens 30 minuten worden ingehaald door de werkelijkheid in Nieuwsuur, zal het lachen ons toch zeker niet hoeven vergaan?

Relativering is de waanzin nabij
Ederveen was VPRO, maar de karakteristieke relativering van weleer is flink aangetast bij heel veel en (nagenoeg zonder uitzondering: linkse) media van nu. Van de opiniekaternen en weekendbijlagen in Volkskrant, NRC en Trouw tot platforms die bijna volledig om wrokkige identiteitspolitiek heen gebouwd zijn, zoals OneWorld en Joop, tot reportages zoals in Nieuwsuur: goede satire moet zelf steeds vaker de grenzen van de waanzin opzoeken, en niet zelden overschrijden, om de mediawerkelijkheid nog te kunnen parodiëren.

Of de werkelijkheid in de sociale wetenschap, waar drie musketiers vorig jaar bewezen dat je Hitlers toespraken enkel in postmoderne feministische terminologie hoeft te herschrijven om pardoes gepubliceerd te worden in peer reviewed scientific journals. Niet dat die blaadjes er zelf de grap van in zagen, hun leven beterden en de toelatingseisen verscherpten, trouwens, want niet de baantje van de ideologisch corrupte redacteuren, maar juist de aanstellingen van de grappenmakers kwamen op de tocht te staan nadat ze hun parodie publiekelijk openbaarden - nog meer bewijs dat satire soms door een boze werkelijkheid wordt ingehaald.

(Als dat gebeurt, gaat het niet onvanzelfsprekend dus wel eens ten koste van de humor. Kijk maar naar het peopserieuze stukje tekst dat u nu zit te lezen.)

Communistische algoritmes
Dat zou allemaal niet zo erg zijn, betoogt Doyle, als het een klein groepje mensen betrof dat zichzelf in de schaduwen van het web in een circulair vuurpeloton op zou stellen. Maar juist omdat deze idioterie steeds op grotere platforms wordt getild, en wordt verwerkt in de knellende, bijna Orwelliaanse algoritmes van het massa-internet, is het een norm geworden waartegen bijna niet meer op te grappen is. Dezelfde ziekte heeft de 'techreuzen' van sociale media bevangen: Facebook, Twitter, YouTube en anderen tweaken hun algoritmes en hun huisregels net zo lang tot intersectionele opvattingen van de identiteitspolitiek de heersende sociale dogma's zijn geworden, die in vicieuze cirkels bewegen waarin ze leiden tot gewichtige redactionele keuzes bij mainstream media.

De keuzes om door overconsumptie gecorrumpeerde klimaatwaanzinnigen of bakfietsende antivaxxers de camera te bieden voor hun bevliegingen, of de keuze om de hoogverwaande televisieprinses Sylvana Simons steeds uit te nodigen in talkshows, maar haar morele kwakzalverij over de vermeende institutionele onderdrukking door een neokoloniaal Nederland pertinent onweersproken te laten. Zelfde verhaal voor de ruimte die het leugenachtige gegoochel van Leo Lucassen met migratiecijfers steeds krijgt, terwijl de opzichtige minpunten van massamigratie nooit eerlijk of met open vizier besproken kunnen worden (vraag maar aan Sywert). 

Zure mandarijntjes
En dan zouden we het meest prominente voorbeeld nog bijna vergeten: de onmetelijke propagandaruimte die de moreel gehandicapte opruiers van Kick Out Zwarte Piet kregen om alle blanke autochtonen van dit land sans gene voor racist uit te maken. Jaar in, jaar uit, totdat het strooigoed van Sinterklaas de bittere smaak van ressentiment kreeg, en al zijn mandarijntjes zuur zijn geworden. Toen racist des vaderlands Edwin Wagensveld dan uiteindelijk dat Sinterklaaspak aan trok, deinsden de hoeders van Zwarte Piet terug om niet met hem in een hokje gedrukt te worden, en schmierden de media hun eigen gelijk: 'Zie je wel, Zwarte Piet is een extreemrechtse traditie'.

Satire maken van al deze voorbeelden wordt steeds moeilijker gemaakt: niet alleen is de werkelijkheid nog waanzinniger dan de wildste parodie (die daarmee zijn kracht verliest), de intersectionele opvatting is de enige die nog getolereerd wordt en ook 'verkeerde' vrienden worden je onmiddellijk aangewreven.

Je wordt niet alleen uit de klappers van de NPO verbannen als je buiten de steeds krappere kaders treedt, je riskeert ook een sociale steniging op internet want binnen deze dogma's wordt de digitale geschiedenis van iedere argeloze burger met één goedbedoeld maar verkeerd gemikt mopje door de digitale archeologen van de moraalpolitie in een mijnenveld veranderd. In de verkeerde handen worden al je oude woorden wapens waarmee anderen je jaren later in de rug proberen te schieten. En niemand is veilig als zo'n hetze van de bergen rolt - vraag dat deze week maar aan de Vegaslager: ook al een racist die de ijzeren wetten van de intersectionaliteit heeft geschonden.

Zo kan het dus komen, dat we vandaag de dag een video van een satiricus aanzetten, om hem een half uur lang een uiterst serieus onderwerp aan te horen kaarten in een betoog voor de vrijheid van meningsuiting, waarin alle grappen letterlijke, waargebeurde voorbeelden zijn, en meestal niet bedoeld als grap. Toch gelachen!

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.