achtergrond

Geenstijl

De Boze Blanke Man - De Boze Blanke Man is nu De Ongelofelijke Lul des Vaderlands

De Boze Blanke Man en de Ondergang van Nederland, deel 18 (tevens: Stamcafé)

Het was Özcan Akyol, alias Eus, die mij inspireerde tot het schrijven van deze serie, die gebundeld zal verschijnen in het kader van de boekenweek 2023, met als titel Ik ben alles maar bovenal een boze blanke man**.** Het CPNB 'viert de pluriformiteit van onze identiteit' met het thema Ik ben alles en- u raadde het al - is geïnspireerd door de gendergekte die Nederland sinds jaar en dag in een wurggreep houdt. Ik zie het al voor me: een kale vrouw met een lederen pet, een forse knevel, een pielemuis van 30 centimeter (in slappe stand) en een met piercings behangen en met schroeven en pinnen doorboord scrotum, zal in het kader van de Boekenweek 2023 in hun blote gat voorlezen aan kinderen van 10 in de leeszaal van Zoutkamp. Na de lezing uit hun debuutroman 'Mijn Eerste Gangbang' zal Joyce de cursus 'Vuisten voor Beginners' geven. De ouders van de kindertjes wordt vriendelijk verzocht zelf een potje Crisco mee te nemen.

Enfin, Eus schreef in het voorwoord van mijn vrolijke literaire reisgids voor de Algarve: "Arthur is niet alleen een talentvolle scribent, humoristische man en begenadigd drinker, hij gedraagt zich ook steeds meer als de hofnar van extreem-rechts. Dat moet hij uiteraard zelf weten. Maar ik vind het zonde van de literatuur, want in de tijd dat hij Facebook en Twitter volkladdert met boutades over Frans Timmermans, Sylvana Simons en de mannenbroeders van Denk, zou hij ook aan een nieuwe roman kunnen werken, een sleutelboek dat norse mannen van zijn generatie een stem geeft."

Waarvan akte.

Dankzij Eus en zijn blurb op het omslag van mijn boek - Arthur van Amerongen is de hofnar van extreem-rechts - vlogen mijn boekjes als warme broodjes de winkel uit. Mijn levensmotto komt dan ook van de Ierse schrijver Brendan Behan: There's no such thing as bad publicity except your own obituary.

Even een spoiler alert: ik vind mezelf helemaal geen boze blanke man. Mijn huidskleur varieert van varkensroze tot gelig (hangt van de lever af) en wat mijn vermeende mannelijkheid betreft: als puber liep ik op pumps in de vleeskleurige corsetten van mijn moeder door haar walk-in closet te paraderen, nadat ik mijn broze lichaam eerst ritueel geplengd had met 4711 echt Kölnisch Wasser. Op de Ir. Mussert-MAVO aan de Beukenlaan in Ede was mijn bijnaam dan ook Odeklonje Billie en werd ik regelmatig in elkaar geslagen door de boerenjongens omdat ik een aambeienschoffelaar en een bruinwerker zou zijn. Ik was bovendien de enige knul op school zonder brommer en ik heb nooit het rijbewijs gehaald, dus over mijn mannelijkheid kan men redetwisten.

En tenslotte: ik ben echt nooit, maar dan ook nooit boos. Vroeger, heel vroeger kon ik nog wel eens driftig worden maar sinds ik in een schitterend natuurgebied vol roze flamingo's woon, aan zee, ben ik volkomen zen. Mijn alter ego is een Boze Blanke Man en dat is gewoon een literair trucje. In mijn ruim vijfhonderd columns voor de Volkskrant kon ik mij volledig uitleven in die rol. De Volkskrant is natuurlijk een perfect podium voor een Boze Blanke Man, en ik vind niets leuker dan GroenLinks-vrouwtjes en de Tupperware-sloofjes van D66 te stangen. Het was een beetje het Jan Blokker-effect. Nadat hij met slaande deuren was vertrokken bij NRC Handelsblad, ging hij bij de Volkskrant aan de slag als columnist en richtte hij zijn gespeelde woedeaanvallen volledig op sociale academie-types, met tuinbroeken en vieze baarden die in een stinkende woongroep verschimmelen.

Een columnist moet nooit voor de eigen parochie preken, zoals Peter Middendorp dat zeer recentelijk deed in zijn Volkskrant-column. Die ging een stukje fietsen op het platteland en voelde zich beledigd en buitengesloten door 'die omgekeerde vlaggen'. Die was dus duidelijk deugpunten aan het scoren en naar een aai over zijn knikker door de hoofdredacteur aan het solliciteren. Ik tikte mijn columns voor de Azijnbode nog net niet schaterlachend en schuddebuikend en ik vond het altijd een hoogtepunt als er naar aanleiding van mijn stukkies woedende brieven naar de redactie werden gestuurd. Daar deed ik het voor: brave GroenLinks-stemmers die tijdens het ontbijt helemaal op tilt sloegen, met het schuim op de baard, en mij in hun haatbrieven kwalificeerden als fascist, racist, islamofoob, misogynist, jodenvriend en wat dies meer zij. Mission accomplished.

Toen ik het met Rob Hoogland het Grote Foute Jongens Boek aan het schrijven was, kwamen we op het geweldige plan om Stella Bergkamp een bijdrage te laten leveren. Die aasde tien jaar lang op mijn plekje in de Volkskrant en krijste dat tevergeefs van de daken. Stella is het archetype van het tegen de menopauze aan hikkende GroenLinks-vrouwtje, deugend tot op het bot, humorloos (zoals bleek tijdens haar deconfiture bij Vandaag Inside) en nogal beperkt qua themata: tieten, kont, clit en het zo snel binnenharken van de socialite-status. En alles op met dat toontje: kijk mij eens ondeugend zijn, meiden. Stella de kei-gekste! Haar bijdrage aan het Grote Foute Jongens Boek was getiteld: Kleedkamerpraat voor het bejaardentehuis.

"Of ik die malle booskabouter even kapot wil schrijven in dat kleuterboek van hem. Natuurlijk, geen probleem. Want, mijn hemel, dit is er weer eentje voor op de boekenberg hoor. Een boek vol kleedkamerpraat voor je aanleunwoning. Je kunt ze ook meteen naar De Slegte brengen. Het ‘foute jongens’-boek. Twee bejaarden die zichzelf nog jongens noemen. Dat is ongeveer net zo charmant als Hitler met strikjes. En dan dat fout. O guttegut. Nou dames, berg je maar hoor. De zichzelf overschattende schrijfseniorenbrigade komt eraan. Houd je rokjes in bedwang en je petticoats vast. Don Dreumes wil er met zijn tequilakleffe pootjes onder graaien, want ooh hij is zoo fout. Zo lekker ondeugend, joh. Oi, oi, oi. Fout is het stout voor mannen, vermoed ik. Maar dan nog net een tikkie takkie kansarmer. Al niet leuk toen het nog leuk was, zeg maar. Van Amerongen die al sinds jaar en dag mijn plek in de krant bezet houdt, door iedere week precies dezelfde column vol zuur katerbraaksel te produceren. Haatbait voor de woedende witman. Jankblank zeurberichten van een middelbaar erectieprobleem op pootjes. Die iedere dag met zijn stomdronken rotte rattekop op een wankel keukenkrukje gaat staan, zodat hij net bij Facebook en Twitter kan, waar hij zijn doldwaas hilarische nijlpaardplaatjes post, om die dan vervolgens met een dikke politica te vergelijken. Eeenig. Waar hij onder de noemer ‘satire’ zijn xenofobe bangbullshit post, die door zijn holhoofdige volgers echt geloofd wordt. Waar hij ons iedere dag op de hoogte houdt van welk wijf hij al dan niet geil wordt. Daar word IK dus niet geil van. Wie denkt er aan mij? God in ieder geval niet toen hij Van Amerongen schiep. En die Hoogland. Die ken ik helemaal niet. Foute jongens. Ik kan niet genoeg gottegotten om duidelijk te maken hoe treurig ik het vind. Op de voorkant in je incontinentieslip. Na midlife is het leven op, heren. Leer dat toch es. Met je malle kleurboek. Fout. Pff. Denken dat iemand daar op zit te wachten. Dat is pas fout."

Deze polemiek was natuurlijk koren op de molen van de menopauzale GroenLinks-vrouwtjes, die massaal ons boek kochten omdat we een sticker op het omslag hadden geplakt met het opschrift "met exclusieve bijdrage van Stella Bergsma".

Ik ben het ondertussen wel gewend om voor hardvochtige misogynist te worden uitgemaakt. Mijn verloofde kan daar smakelijk om lachen. Ik vind het eerlijk gezegd veel pijnlijker wanneer iemand tegen mij krijst dat ik lijd aan het Syndroom van Peter Pan.

Het syndroom van Peter Pan is een informele term uit de psychologie. De term werd voor het eerst gebruikt door Aldous Huxley in zijn boek Island uit 1962. De term werd gepopulariseerd door dr. Dan Kiley in het boek The Peter Pan Syndrome: Men Who Have Never Grown Up (1983) en duidt op het verschijnsel dat sommige mannen zich op latere leeftijd puberaal, onvolwassen en narcistisch blijven gedragen en bang zijn om zich te binden. Naast narcisme treden bij deze mannen onbetrouwbaarheid, rebelsheid, woede, afhankelijkheid en manipulatiedrang op. Kiley beschouwt dit gedrag als uiting van de diepgewortelde wens om bemoederd te worden.

Ik kreeg van maar liefst drie exen (steevast kort nadat ik het had uitgemaakt met kutsmoesjes als 'bindingsangst') een exemplaar van The Peter Pan Syndrome: Men Who Have Never Grown Up.

Alle drie hadden ze ongeveer dezelfde opdracht geschreven op de blanco pagina’s voorin: het werd tijd dat ik eens volwassen zou worden maar als het zo ver was, hoefde ik echt niet met hangende pootjes bij ze aan te kloppen. Best lief eigenlijk, van de drie Wendy’s en bij nader inzien ben ik eerder Peter Pan dan die white supremacist cisgender chauvinist pig die de onwelriekende gleuvenbrigade van mij gemaakt heeft.

Gelukkig zijn er genoeg vrouwen die achter die façade van stoerheid, gebral, misogynie en nihilisme dat lieve kleine roodharige jongetje met sproeten zien, die net als Remy moederziel alleen over de wereld zwerft, met drie schurftige honden en een aap als enige metgezel. Nog steeds huil ik tranen met tuiten als ik het hartverscheurende Sans famille van Hector Malot herlees, en vooral wanneer signor Zorbine en signora Dolce, met huid en haar worden verslonden door de wolven. Gelukkig bleef signor Capi, de zwarte poedel, in leven!

Afgelopen weekeinde was het weer eens zover: ik kreeg de ganse onwelriekende gleuvenbrigade van GroenLinks over mij heen na een ietwat kritische, maar wel op feiten berustend twietje over de pathetisch jammerklacht van jonkvrouw Ellemeet. Ik noem haar altijd de Engel des Doods, omdat ze eist dat mensen boven de zeventig hun recht op medische zorg wettelijk kwijtraken en dat ze maar meteen verwerkt moeten worden tot Soylent Green. Ze is gek op abortussen en stak mijn goede vriend Zihni Özdil een dolk in de rug. De volgende die op haar hitlist staat, is Klaver. Daarom zit hij in de restaurant van de Tweede Kamer altijd met zijn rug tegen de muur.

Ene Lieke Marsman, zich uitgevend voor Dichteres des Vaderlands, verlaagde zich tot mijn niveau en schreef een woedend twietje: "Deze twiet bevestigt precies het beeld dat de meeste mensen van Arthur van Amerongen hebben: een ongelofelijke lul."

Het ergste vond ik nog dat het helemaal niet rijmde. Het dames-Twitterriool barstte open en rivieren van stront, maand-bloedingen en witte vloed bulderden mijn gezellige studeerkamer in de Algarve binnen. Het draadje onder de twiet van de Dichteres des Vaderlands bevestigden mijn reputatie als Boze Blanke Man, maar nu had ik er een kwalificatie bij: De Ongelofelijke Lul des Vaderlands. En dat is dan meteen mijn pseudoniem voor het Boekenweekgeschenk 2023. De dames zijn gewaarschuwd want: hell hath no fury like a man scorned. Oppassen geblazen, bitches!

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.