achtergrond

Geenstijl

Safari Eurabia - Roubaix, het Kaboel van Frankrijk, in minder tekst en meer foto's

De Profeet van Molenbeek is op bedevaart voor Safari Eurabia. Wie dacht dat Molenbeek getekend werd door tragiek (en tikkende tijdbommen), heeft Roubaix nog nooit bezocht

Ik heb een zwak voor Algerijnen en wellicht daardoor voel ik mij zeer op mijn gemak in hellegat Roubaix, de meest berberse stad van Frankrijk. Noord-Afrikanen worden vaak Arabieren genoemd maar dat is onzin want in Algerije bestaat 95 procent van de bevolking uit etnische, gearabiseerde Imazighen en in Marokko uit driekwart. Een naffer die zichzelf een Arabier noemt, is een domme berber, zo luidt een Noord-Afrikaanse tegelwijsheid.

Ik ben veel in Algerije geweest. Mijn doctoraalscriptie ging over het FIS, het Islamitische Heilsfront, en de moeder van mijn joodse ex komt er vandaan. Mijn eerste literaire poging ooit - tevens mijn laatste - handelt over de noodlottige rootsreis die we maakten naar Tlemcen, op zoek naar haar geschiedenis. Ik won meteen de tweede prijs bij een reisverhalenwedstrijd van de Arbeiderspers. De eerste was ene Arthur Japin waar we nooit meer iets van gehoord hebben.

Mettertijd verdween Algerije naar mijn onderbewustzijn maar hier in Roubaix komt het land als een boemerang terug, net als mijn relatie met de joods-Algerijns-Frans-Nederlandse, die achttien jaar duurde. 

Roubaix stond de afgelopen weken in het nieuws vanwege een televisiedocumentaire over de islamisering van de stad, en met name over de sharia’isering van de rue Lannoy, op een steenworp afstand van de spookachtige McArthurGlen in het hart van de stad. Die outlet is een vlag op een strontschuit, zou ik heel flauw kunnen schrijven. 

Presidentskandidaat Éric Zemmour was er als de kippen na de uitzending van de docu op M6 bij en repte over Afghanistan op twee uur van Parijs. Mijn safari door Roubaix duurde bijna drie etmalen en ik moet concluderen dat Roubaix Kaboel noch Molenbeek is. Ik ben in deze geen advocaat van de duivel: satan kan zichzelf wel verdedigen.

Het Brusselse moslimghetto (een multicultureel paradijsje waar het fijn wonen is volgens de Vlaamse sufferdjes de Morgen en de Standaard) is oneindig veel triester dan de rue Lannoy. In Molenbeek is nergens alcohol meer te krijgen, behalve in de woutenkroeg tegenover het politiebureau. Bij de paar Pakistaanse avondwinkels die drank verkochten, werden de ruiten ingekinkeld, waarna die arme drommels stopten met de verkoop van haramiteiten. 

In de rue Lannoy wemelt het van de white trash-barretjes waar roomblanke (vaal is hier beter van toepassing) arbeiders op paarden gokken. Ondanks het rookverbod stinkt het in die tenten nog steeds naar Gitanes en Gauloises en druipen de muren nog steeds van de nicotine. In die tent staat altijd een uitgewoond, hoestend en rochelend vrouwtje achter de bar, met geverfd haar en meer wallen op de kop dan Rob de Wijk. Ik moet dan altijd denken aan Vive les Femmes van mijn grote held, de striptekenaar Reiser (dat zijn herinnering tot een zegen mag zijn). Man staat voor de deur van een Blijf-van-mijn-lijfhuis, bont en blauw geslagen vrouw hangt uit het raam op de eerste verdieping. “Meen je dat nou, dat je me nooit meer zult slaan”, roept ze verrukt. Mais oui chérie, roept Pierre, of iets in die geest. In het laatste plaatje slaat hij haar, terwijl ze het pand verlaat, vol op haar muil en roept: gefopt! 

Het kan mij niet treurig genoeg zijn!

Midden in het Kaboel van Frankrijk staat een schitterende slijter, Le Sud-Ouest à Roubaix, de droom van iedere chique alcoholist. Er is een hondenkapper en en ik zag een paar fijne antiekzaakjes, uitgebaat door truttige BCBG'ers.

Natuurlijk zag ik de pinguïns door de straat hobbelen met hun plastic tasjes, en de broeders in hun jurken en hun plastic gebedssslippers en hun kalotjes en hun met henna rood geverfde baarden. Ik bezocht een paar islamitische boekwinkels, die precies dezelfde antisemitische rommel verkochten als de haattoko's in Molenbeek: verplicht salafistisch leesvoer als De Weg van de Moslim en de verzamelde werken van Yusuf al-Qaradawi. Diverse Franse intellectuelen willen die boeken verbieden maar dat is een behoorlijke digibete gedachte want de boeken staan, net als Mein Kampf, gratis en voor niks als pdf’jes op internet.

Ik moet op de kleintjes letten dus ging even naar de kapper in rue Lannoy. Ik zweer: het was net alsof ik in de Rue de Vaseline in Mokum was, ook wel bekend als de Reguliersdwarsstraat. Er stond een koran voor mijn neus en in een vitrine stond Médecine du Prophète te pronken: De Kleine Dokter van Albert Vogel (de homeopathische bijbel waarmee mama mij mee om de oren sloeg) maar dan halal. De ijdelheid van het hipstermohammedaanse clientèle was hemeltergend. Het duurde bijna een uur voor de twee klantjes voor mij tevreden waren met hun haartjes, over ieder plukje werd nagedacht. In Amsterdam zeg je dan: ze heeft het uitgevonden en verbeterd. 

Met een fris koppie wandelde ik door naar de rue de l’Épeule. Van mijn kapster had ik begrepen dat het daar wemelde van de drugsdealers. Het is een oud trucje uit de tijd dat ik nog een echte junk was: heel schijnheilig aan passanten in een willekeurige stad vragen wat de gevaarlijke straten zijn, buurtjes vol hoeren en crackdealers, plekken des onheils waar een keurige vent als ik niet beroofd wil worden.

In de rue de l’Épeule zag ik wat hangjongeren maar die konden mij slechts hasjiesj aanbieden. Stelletje kleuters. In Algerije worden ze hittists genoemd, letterlijk vertaald: muurbloempjes. Ze zien er dreigend uit maar uiteindelijk zitten ze als nichten te kirren bij kapsalon Mekka. 

Ik heb zoals gezegd een zwak voor Algerijnen: ze zijn weerbarstig, lijken altijd chagrijnig maar als het ijs eenmaal gebroken is zijn het prima lui. Ze zijn veel meer verfranst dan bijvoorbeeld de Marokkanen en de Tunesiërs. Maar goed, ik heb nu wel erg geromantiseerd en gechargeerd beeld van het Kaboel van Frankrijk geschetst want er waart wel degelijk een islamitisch spook door Roubaix. Daarover meer in het volgende feuilleton, waarin ik ook mij safari door het 7 vinkjes-gutmenschen-Roubaix want dat bestaat ook nog. Leuk voor Viva-meisjes en Rob Jetten-achtigen!

Binnenkort: Tuurtje bij de campagne van Éric Zemmour

Arthur van Amerongen maakt voor GeenStijl een rondreis door Europa, door de achterwijken van de omvolking en langs de zonsondergang van het Avondland. Als volleerd wereldreiziger trotseert hij daarvoor met een klein budget menig beschimmeld hostel, karige koffietentje en als het moet: een stenen bankje in een stadspark. Desalniettemin is deze reis een kostbare aangelegenheid dus uw gulheid om Ome Tuur gevoed, verwarmd en gemotiveerd te houden op zijn barre bedevaart langs de historische artefacten van de Europese islam en ideologische boobytraps van de stille burgeroorlog, wordt hogelijk gewaardeerd:

Bedrag:

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker

De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.

@Arthur van Amerongen | 13-01-24 | 21:30 | 658 reacties

Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk

Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!

@Arthur van Amerongen | 10-01-24 | 21:50 | 505 reacties

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)

“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)

@Arthur van Amerongen | 03-01-24 | 22:15 | 458 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.