Het is weekend. Bijna

De zon daalt, wij hebben ons verinnerlijkt in ons bootje
en varen zoet vereenzaamd in een landschap
waarbij ik roei en jij met elegante handslag het water

Het is weekend. De vogel is gevlogen.

De vogel eenzaam op het dak 
spreekt tot de wind om het huis:

Het is weekend. We zijn nog niet boven.

And the Raven, never flitting, still is sitting, still is sitting 
On the pallid bust of Pallas just above my chamber door;

Het is weekend. We zijn gered.

In de zon is de dood begonnen.
Hij heeft het zoete vreten aangevangen.
De warme velden worden donker overronnen.

Het is weekend. Wij lullen ook maar wat.

Je had iets aan de heg staan te verschikken;
ik haalde de herfstdraden uit je haar,

Het is weekend. Hoelang nog.

The careful angler chose his nook 
At morning by the lilied brook, 
And all the noon his rod he plied

Het is weekend. Doei. Wij zijn drniken.

Ieder scheiden is van 't laatste scheiden
voorbode, ieder bed van 't laatste bed.

Het is weekend. In godsnaam.

Success is counted sweetest
By those who ne'er succeed.
To comprehend a nectar
Requires sorest need.

Het is weekend. Nothing ever happens.

's Avonds tussen vijf en zeven
Als er niets gebeurt, hier
In mijn stamcafé De Stille Regen.

Het is weekend. Feest.

Dood, ondragelijk is je straf:
Je hebt mij mijn vriendin ontnomen,
En voorts, nog niet tot rust gekomen,