achtergrond

Geenstijl

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (45)

Donderdag 9 november

Lied van Louis Davids, voor Jos Collignon

Kleine Brammie, tenger Jodenjochie, snikt het uit,
Begrijpt het niet.
Dat zijn makkers sarren en hem plagen,
Hem bedotten en bespotten.
Moeder, vraagt hij, waarom scheldt men voor Jood?
Ze neemt haar kleine jongen op haar schoot:
Kom maar bij me, Brammie,
Schat, je moet niet huilen!
Kom maar bij je mammie,
Die kent jouw verdriet.
Ik weet het, jij vindt
Heel zelden een vrind;
Met een Jodenkind willen ZIJ niet spelen.
Als ze je plagen, leer het verdragen
Kom bij moeder, lieve vent,
Speel maar alleen, gebensjte jongen,
En wees er trots op
Dat jij je moeders Jodenkindje bent!
Luister, Brammie-lief,
het lot van Jodenkindertjes is niet vol zonnenschijn
Maar je zult het later goed begrijpen,
Als je groot bent, dat je Jood bent.
Goeie mensen doen ons Joden geen kwaad;
Droog nou maar je traantjes, kameraad!
Kom maar bij me, Brammie…....

Eigenlijk heb ik het helemaal geen zin om het in mijn gezellige kroniek over Jos Collignon te hebben, de tekenaar die destijds zowel bij Der Stürmer als bij Der Völkische Beobachter door de respectievelijke hoofdredacteuren Julius Streicher en Alfred Rosenberg werd geweigerd als cartoonist omdat ze Collignon niet grappig genoeg vonden. 

Bij de Redactie Humor van de Volkskrant vonden ze Collignon wél grappig en de column van vandaag is een klassieke dijenkletser. We kijken even naar de beelden:

De grote vraag is natuurlijk waarom er op op de vuist van de Lange Joodse Arm (die als een tentakel van de zionistisch octopus tot in elke hoek en in elk gaatje van de wereld reikt) een handje zit. In de eerste versie althans, die Onkel Jos zelf op zijn Twitterwandje postte. 

In de versie die op de website van de Volkskrant kwam, was het handje weg. 

Het was een beetje kinderachtig van mij om het in mijn twiet aan Herr Dokter Chefredakteur Klok over een Duitse groet, ook wel bekend als de Hitlergroet, te hebben. Het handje koekeloert namelijk naar antisemieten, zoals Winnetou naar een kudde bizons tuurt of naar zijn holmaat Old Shatterhand. Dat turen suggereert namelijk dat het zoeken naar een speld in een hooiberg is omdat er eigenlijk nauwelijks antisemieten zijn. Antizionisten bestaan er wel, en die vormen een hele nette club. Zeg maar een soort Hamas

Ook grappig van de cartoon vind ik de ouders van Jos Collignon die op het bankje naar de televisie zitten te kijken, zwaaiend met de Palestijnse vlag. Vader Collignon: “Zeg eens Jos, hoe laat begint de pogrom vandaag? Hebben de Palestijnen zich soms verslapen?”

Ik was en ben erg benieuwd waarom dat handje op de Jodenvuist verdwenen is, die op de versie die op de website van de Volkskrant stond en staat. Jos is een kunstenaar en die zal te allen tijde weigeren om op instigatie van hogerhand in een tekening te gaan zitten knoeien. De grap is natuurlijk dat er mensen zouden kunnen denken dat het wel een Hitlergroet is en om verwarring te voorkomen heeft de hoofdredactie besloten het handje te retoucheren, op Stalinesque wijze. De hele tekening weghalen ging wat ver, zeker na het incident met de twee Marokkanen op de scooter die de wereldcup hadden gejat. Dit schreef Pieter Klok toen: 

“De hoofdredactie van de Volkskrant heeft besloten een cartoon van Jos Collignon te verwijderen van de site en al onze uitingen, omdat deze Marokkanen – in Marokko en in de diaspora – stigmatiseert. De vrijheid van columnisten en cartoonisten is een groot goed, maar deze tekening draagt bij aan het wegzetten van een bevolkingsgroep en dat is in strijd met wat we als krant willen zijn.

“We realiseren ons dat er gediscussieerd kan worden over waar de grenzen van de humor liggen, maar voor de Volkskrant zijn die bij deze tekening overschreden. De hoofdredactie betreurt het dat de spotprent op papier en online is verspreid.”

Het is een domme actie, want de spotprent met de twee steelmocro’s  werd overal op social media gedeeld. Het internet vergeet niets. Roeren in de stront met de ventilator in de hoogste stand. En dat om de woke lezers te plezieren. Maar wokies kopen geen kranten. En dat is de wijze les die de courantiers in Belgikistan kunnen leren van deze canard: get woke, go broke.

Twiet van de dag:

**Vrijdag 10 november **

Veel gedoe over het nieuwe staatsieportret van Koning Pils en Maxi, gemaakt door Anton Corbijn. Het rare is dat Maxima helemaal niet op Máxima lijkt, kijk maar eens goed.

Volgens mij is het gewoon Natasja Froger, die heeft ook zo’n vrolijk smoeltje permanent op het uitbreken van een jankbui staat. 

De trouwe lezer van mijn kroniek weet dat ik voor afschaffing ben van het koningshuis en een fanatiek voorstander ben van de republiek. Ik was zelfs lijstduwer van de Partij voor de Republiek, twee jaar geleden, en dat werd een knallend succes: 241 stemmen. In heel Nederland. 

Toen ik nog in Mokum woonde was ik wat milder ten aanzien van ons geliefde koningshuis. Ik kwam regelmatig over de vloer bij een nouveau riche nichtensetje. De ene was society-oogarts, de andere was decorateur. Hun grachtenpandje was volgestouwd met Oranje-prullaria en ik waande me weer terug bij oma. Alleen kon die niet zo lekker koken als mijn twee suikeroompjes, al was mijn oma minstens zo vals. 

De oogarts had een zeer twijfelachtige stamboom in elkaar geflanst, waarmee hij trachtte aan te tonen dat hij een directe bloedverwant was van Wilhelmina van Pruisen, de echtgenote van stadhouder Willem V. 

Ik heb dat altijd een beetje treurig gevonden, dat dwepen met de adel. Hermelijnkoorts is pathetisch, kijk maar naar Ollongren. Daarom heb ik mijn echte achternaam laten inkorten want het gaf vaak gedonder bij de sociale dienst in 020. Welke punk uit Ede heet nou Arthur Taets van Amerongen tot Woudenberg? Toen de society-tandarts  hoorde hoe ik echt heet van achteren, kwam hij klaar zonder dat hij met de handjes moest wapperen. “Van adel en toch zo knap en beeldschoon,” hoor ik hem nog gillen. Daar had hij wel een punt natuurlijk, want al die adellijke Europese inteelt verdient geen schoonheidsprijs. Wat een aardappelhoofden en puntneuzen! Altijd de oogjes te dicht bij elkaar, bizarre kinnebakken, flaporen en steevast lijkbleek als de dood van Pierlala. Nu kan inteelt ook de goede kant op gaan hoor. Professor Rena Fuchs (dat haar herinnering tot een zegen mag zijn) doceerde op het Juda Palache Instituut van de Universiteit van Amsterdam onder andere Joodse geschiedenis en vertelde dat in de shtetls, de Joodse enclaves in Oost-Europa, iedereen familie van elkaar was. Het zag er niet uit, maar uiteindelijk leverde het een boel Nobelprijzen op.

De tandarts vond mij een stuk knapper dan prins Pils, die hij maar een lelijke pad vond. Het was in de tijd dat Wimmie met zijn mamma Beatrix door het centrum van Amsterdam ging wandelen, door een haag van joelende relnichten. Al die kappers dachten natuurlijk: Bea heeft dezelfde pruik als Dame Edna en Liberace, dus ze moet wel geestig zijn. Bea was een homo-icoon tegen wil en dank, al krioelde het op Soestdijk van de valse butlers en kamerheren dus het goede mens moet tussen het sherryslobberen door wel iets van mee hebben gekregen van de Griekse beginselen. 

Koningin Juliana lag volgens mij niet zo goed bij homofiel Nederland. Ze was eerder dat oude dove omaatje dat je één keer per jaar bezoekt uit beleefdheid en dat je dan heel hard roept: “De zalmsalade was helemaal niet bedorven hoor, oma! En wat zijn die mandarijntjes en die kersjes van Delmonte toch feestelijk in uw fruitbowl!” Niet voor niets maakte de onvergetelijke Wim T. Schippers een heerlijk volks tiepje van de Moeder des Vaderlands, in die heerlijke Barend Servetshow uit 1972

Maar goed, Juliana was natuurlijk -zoals de Engelse het zo treffend weten uit te drukken - a far cry from haar moeder Wilhelmina die fout was in de oorlog. Over Wilhelmina heb ik nog nooit een homofiel horen kirren en dat zegt genoeg. Overigens was mijn moeder vernoemd naar Mientje, maar dat was gelukkig vóór De Oorlog. Anders was het net alsof je je pasgeboren kind Mussertje noemt in 1946.

Terwijl ik voor de zoveelste keer zit te genieten van Barend Servet en Juultje met haar spruitjes, denk ik: wat zijn we toch een heerlijk land, dat je zomaar het vorstenhuis mag schenden. 

Wat te denken van dit ontroerende gedicht over Willem III, bijgenaamd Koning Gorilla.

‘D’r was eens een koning Gorilla genaamd Een prachtexemplaar van een koning Hij was om zijn zuipen en vloeken befaamd Hij had zich nog nooit om z’n ondeugd geschaamd En vreesde voor straf noch onttroning Dat monster verkoos zich een Duitse prinses Beroemd door talenten en gaven Als eega, maar hij sloeg haar meer met de fles Dan zich aan haar deugden te laven Terwijl hij zijn huwelijkse plichten vergat Zocht hij in bordelen verstrooiing O, wat een pracht van een koning was dat O, wat een pracht van een koning’

Dat is wel een rode draad door de geschiedenis van ons door God geschonken koningshuis, dat hoeren en snoeren. Denk maar aan ZKHPB alias Benno en onze prins Hendrik alias Varkensheintje. Mijn zeer gewaarde vriend René Zwaap en luis in de hermelijnpels, schreef ooit deze gevleugelde woorden:

Het koninklijk huis voelde zich altijd als een vis in het water in het romantisch-feodale milieu van de Hofstad. De stad bood een keur aan zowel spiritueel als erotomaan vermaak voor de leden van de hoogste familie. Tegelijkertijd blonk de stad uit in discreet stilzwijgen. Dat bleek bijvoorbeeld toen prins Hendrik, een van de meest enthousiaste koninklijke consumenten van de mogelijkheden die Den Haag bood, in 1920 bij een inval van de Haagse politie in een zogenaamd ballet rose – een jongensbordeel – werd aangetroffen, samen met de gevierde Haagse dandy-romancier Louis Couperus, de notoire Duitse prins Alexander ‘Pasha’ von Thurn und Taxis, charge d’affaires van de kersverse republiek Tsjechoslowakije, C. J. J. Sixma baron van Heemstra, de kunsthistoricus A. Bredius en de kantoorbediende E. L. van Oostrom.

Ter feestelijke afsluiting De Interprovinciale Oranjequiz met Willem Oltmans! 

Zaterdag 11 november

In De Week van de Hoofdredacteur gaat Pieter Klok vandaag  in op de antisemitische tekening van huiscartoonist Jos Collignon. Overigens is het voor een cartoonist een totaal zwaktebod als hij zijn tekening helemaal volpropt met verklarende teksten, maar dat terzijde. Voor u het koeterwaals van Klok hieronder kunt lezen, als u dat blieft, even een andere cartoonkwestie: 

ruim twee jaar geleden moest een verdachte die doodsbedreigingen had geuit aan het adres van Ruben L. Oppenheimer zich voor de rechter in Roermond verantwoorden. Ook Oppenheimer was daar aanwezig en hij maakte gebruik van zijn spreekrecht. Hij vond, en vindt, dat het de verantwoordelijkheid van de samenleving en de overheid is om hier wat aan te doen. 

Op 8 oktober 2019 publiceerde Oppenheimer in NRC een cartoon over de Turkse inval in Noord-Syrië: Trump die de Turkse president Erdogan als wilde hond loslaat. Het maakte felle reacties los onder Turkse Nederlanders. Onder de reacties zaten ook doodsbedreigingen. De vrouw uit Maassluis twitterde Oppenheimer te willen kelen en schreef dat Hitler gelijk had toen hij zei dat men later spijt zou hebben dat hij niet alle Joden vermoord had. 

Ruben vertelde mij destijds: “Ik wilde iets vragen aan een bode toen ik de rechtbank binnenliep en die man werd helemaal woedend: ‘Anderhalve meter, anderhalve meter!’ Mijn pa zou gezegd hebben: die gaven ze in de Tweede  Wereldoorlog de hoogste pet of een slecht zittend NSB-pakje. Verder was er een hele aardige juffrouw van Slachtofferhulp met twee slachtofferhulphonden, woord van de dag, maar ik heb haar bijstand vriendelijk geweigerd.” 

Ruben en ik waren in een bijzonder grijs verleden collega’s bij Dagblad de Limburger in Maastricht en zijn altijd vrienden gebleven. Maar dit terzijde want straks denkt de lezer nog dat ik aan cliëntelisme doe.   

Tijdens de zitting ging Oppenheimer in op de twiets van de vrouw uit Maassluis. Hij vertelde hij niet te weten wat er door het hoofd van de vrouw moet zijn gegaan. “Ik zie mezelf niet zo snel iemand met de dood bedreigen omdat premier Rutte in een cartoon de maat wordt genomen.” Ook gaf hij aan best wat gewend te zijn, maar dat hij weigert te wennen aan doodsbedreigingen. Hier de hoogtepunten, of dieptepunten zo u wilt, uit de redevoering die Oppenheimer hield in de rechtbank van Roermond.

“Dat niet iedereen mijn meningen deelt is logisch en juist een voorwaarde voor het bestaan van dat publieke debat. Het kan er daarbij soms fel aan toe gaan.”

[-]

“Ik ben een linkse tyfushond als ik over Forum of de PVV teken, evengoed ben ik een smerige fascist als ik mij kritisch over GroenLinks of de SP uitlaat.”

[-]

“Sinds dit weekeinde is daar, naast andere zaken, het verwijt vrouwenhater bijgekomen. Een vermeend gebrek aan fatsoen van de satiricus leidde ook bij volksvertegenwoordigers tot publiekelijke veroordeling op Twitter (#spreekjeuit). Het geeft aan hoe lastig cartoons zijn als ze door het pantser van de eigen tolerantie heen prikken. Want als zelfs liberalen – die destijds hun profielfoto’s maar al te gretig vervingen door ‘Je suis Charlie’ – al laten zien hoe lichtgeraakt ze zijn wanneer ze denken dat hun eigen geloof of heiligen worden bespot, wat mag je dan nog van de gemiddelde nieuwsconsument verwachten? Wanneer ik over de misstanden in de katholieke kerk teken staat er in de commentaren dat ik een vuile kankerjood ben die zich met zijn eigen zaken moet bemoeien. Maak ik een cartoon over de Israëlische nederzettingenpolitiek dan ben ik een nestbevuilende, zelfhatende spekjood. Neem ik mensen op de korrel die zich uit een misplaatste religieuze loyaliteit opblazen of hekel ik de regimes die daar steun en inspiratie aan ontlenen, dan moeten mijn moeder/zus/oma en weet ik veel wie nog meer geneukt worden. Ik denk altijd maar: jullie liever dan ik.”

T  Lale Gül wijdde haar column in Het Parool aan Oppenheimer en de bewuste tekening en schreef: “Niet alleen merk ik in mijn omgeving dat men vaak zegt dat cartoons over de islam ‘onnodig provoceren’, ‘nutteloos zijn´ en ‘kwetsen om het kwetsen´; dit is inmiddels ook de gangbare overtuiging bij intellectuelen en ook collega-cartoonisten.”

En hier het excuus van Klok: Veel lezers waren ontstemd, boos of aangeslagen over de cartoon van Jos Collignon. Op de tekening was een lange arm en een dikke duim te zien, met de tekst ‘Overal antisemitisme’. Sommige lezers lazen daarin dat hij antisemitisme als een verzinsel afschilderde en vonden het onbegrijpelijk dat we de tekening hebben geplaatst. Bij een cartoon is het niet de vraag of er goede redenen zijn om hem te plaatsen, maar of er goede redenen zijn om hem niet te plaatsen. De vrijheid van cartoonisten en columnisten is in principe onbegrensd. Hun verbeelding, hun associaties, hun meningen willen we niet aan banden leggen, behalve als er goede objectieve redenen zijn. Het mag nooit een smaakkwestie worden. De vraag of de hoofdredactie het met de inhoud eens is, doet ook niet ter zake. De enige reden om een cartoon tegen te houden of terug te trekken is als raciale stereotyperingen worden gebruikt of als hij antisemitisch is. Dat vonden we in dit geval niet. Links van de duim staat namelijk: ‘Twee weken onschuldigen bombarderen, 10.000 doden waaronder 4.000 kinderen. De wereld protesteert.’ Jos Collignon vindt dat bij dergelijke kritiek op Israël te snel wordt gesproken van antisemitisme. Dat heeft hij al meermaals aan de kaak gesteld en dat wilde hij ook nu doen. Hij vindt dat het antisemitisme soms wordt ingebeeld of verzonnen. Hij heeft vooral het Centrum Informatie en Documentatie Israël (Cidi) op de korrel, die hij beschouwt als de lange arm van Israël. Dat kan oneerlijk zijn of smakeloos, kwetsend en onnodig grof, maar dat zijn geen redenen om een tekening of column tegen te houden. Het nadeel van cartoons is dat ze voor velerlei uitleg vatbaar zijn. Wat bedoelt hij precies met de lange arm van Israël? Appelleert hij daarmee niet aan het klassieke antisemitische beeld, van de Joden die op afstand de wereld besturen? Antisemitisme is een sluipend en ongrijpbaar monster, dus je kunt nooit genoeg op je hoede zijn, maar de lange arm is geen klassiek antisemitisch beeld. Die wordt vaak eerder gebruikt bij landen als Turkije, Eritrea en Marokko die hun voormalige onderdanen in Nederland proberen te beïnvloeden. Collignon gebruikte het beeld zelf al eerder om zijn mening te geven over het Cidi. Vanzelfsprekend trekken we het ons aan als een cartoon anders wordt geïnterpreteerd dan hoe wij hem zelf hebben gelezen, en zeker als daaraan de conclusie wordt verbonden dat de Volkskrant antisemitisme een verzinsel vindt. Niets is minder waar, getuige de vele stukken en commentaren die we erover hebben geschreven. Hoe je een tekening leest, hangt sterk af van je voorkennis en achtergrond. Er is niet één juiste interpretatie. Als we van tevoren rekening houden met alle mogelijke interpretaties, is de cartoon geen lang leven beschoren, zeker niet een vaak dubbelzinnige cartoon als die van Collignon. De ruimte voor de vrijheid van meningsuiting wordt dan ingeperkt, met alle nadelen van dien. In onze ogen is het beter om zo’n cartoon van krachtig weerwoord te voorzien, zoals Lodewijk Asscher heeft gedaan, dan om hem te verbieden.

De grote vraag blijft natuurlijk: waarom liquideerde hij de cartoon met die twee mohammedaanse steelMarokkanen, op hun scooter met die gejatte wereldcup? Waren de muzelmannen (de bezorgers van de Azijnbode) weer eens gekwetst, of was Klok bang dat ze verhaal kwamen halen op de redactie? Vragen vragen vragen.

Zondag 12 november

Frenske op bezoek bij Rick Niemand. Rick Niemand is een nog grotere slijmbal dan Ivo Niehe en Twannie Huys bij elkaar. Elke politicus wil dolgraag geinterviewd worden door deze kruiper en kontenlikker van de macht. Frenske wist dat de rode loper was uitgerold en  er een peloton chefkoks klaarstond. 

Toen ik nog een macht had bij de Volkskrant, ontving ik een recensie-exemplaar van Altijd Viareggio, de debuutroman van Rick Nieman. De mooiboy poseert in een lederen pak op een brommer met een hoog stuur, de duim triomfantelijk omhoog gestoken. Dat leer begrijp ik wel, dat is het Connie Palmen-effect. Maar de auteur heeft echt een brommer en gaat eens per jaar met zijn maten op motorvakantie om even te ontvluchten aan de dagelijkse realiteit. ‘Het leven anno nu is zó geregeld en zó netjes. Ik voel mij ineens een vrije vogel als ik mij vanuit mijn leaseauto en maatpak in een leren jack op mijn motor hijs. Dan ben ik James Dean, Jack Nicholson en Jan Cremer tegelijk. Een moderne cowboy die met honderden paardenkrachten onder de kloten door Italië scheurt.’ Natuurlijk is de hectiek van de televisie slopend. Alleen zou ik dan niet naar Toscane gaan maar eerder naar de uiterst voordelige hoerenrepubliek Slowakije of gewoon zonder brommer naar Thailand.

Ik bespeurde kinnesinne na lezing van Altijd Viareggio want ik was weer even dat lulletje van veertien die voor een geeltje een Solex kocht van een knul uit de achterbuurt van Ede. Een brommer leek mij handig om de krant te bezorgen maar de roestbak begaf het de volgende dag al, notabene op zaterdag. Het ijzelde ook nog eens. Ik heb die kutsolex toen met loodzware zaterdagkranten en al in een greppel geflikkerd. Dan maar geen miljonair.

Ik vond Altijd Viareggio ook een stigmatiserend boek, in die zin dat de roman bevestigt dat de werkende blanke man van middelbare leeftijd - mits geen homofiele dwerg in een rolstoel - de wortel van alle kwaad is en veel kwaad bloed zet bij de onrendabelen.

Persoonlijk ga ik gelukkig niet zo gebukt onder die hetze. Ok, ik ben 64 maar ik werk niet, los van dit gekrabbel. Bovendien vertelde een Surinaamse vriend mij eens dat ik geen echte wittieman ben maar eerder roze als een big.

Toen ik Altijd Viareggio dichtsloeg, moest ik denken aan die anekdote over Ernest Hemingway die zit te borrelen in La Bodeguita del Medio in Havana. John Dos Passos komt binnen en roept: ‘Papa, wedden om tien dollar dat jij geen kort verhaal van zes woorden kan schrijven waarmee je mensen aan het janken krijgt?’

Hemingway pakt zijn pen en schrijft op een bierviltje: For sale: Baby shoes. Never worn.

Ik kan dat beter, dacht ik, en schreef: Rick Niemand, midlifecrisis, motorvakantie, roman.

Twiet van de Dag

Maandag 13 november

Interessante twiet van Geert Dales, die met de vader van Frans Timmermans op de Nederlandse ambassade in Boedapest heeft gewerkt.

Eerder schreef ik over Hermans Timmermans: 

In interviews met Frans Timmermans is zijn vader achtereenvolgens marechaussee, beveiliger, nachtwaker, archivaris, kanselier en consul. Mijn theorie is dat Frans altijd huizenhoog tegen zijn vader heeft opgekeken: de man van nederige komaf die zich van nachtwaker op ambassades omhoog werkte tot consul in Sao Paulo. Frenske geeft in interviews vaak aan dat het frustrerend was, als zoon van een Limburgse selfmade man tussen de diplomatenkinderen opgroeien. Hij werd nooit voor vol aangezien en voor Timmermans werd het een levensdoel om zichzelf te bewijzen. Wraak op die ongetwijfeld kakkineuze diplomatenkinderen uit zijn jeugd. Je zou denken dat zijn vader, die dus pas twee jaar geleden overleed, trots was op zijn zoon. Maar dat die zoon, dat open boek, nergens heeft vermeld dat zijn pa is overleden, vind ik onbegrijpelijk. Wellicht is Frenske altijd boos geweest omdat zijn pa hem, toen hij 14/15 was, in de steek liet voor een andere vrouw. Daar zit veel pijn, Frans. Ik ruik een roman! 

Dinsdag 14 november

De baasjes van het Vlaamse mediakartel zijn ten einde raad: hun pion Frenske gaat het niet redden. Nu hebben ze de allerlaagste onderknuppel bij het AD, de moderedactrice, de oekaze gegeven om Frenske tot best geklede man van Nederland uit te roepen. Frenske, de man die al 4 jaar in hetzelfde blauwe vest woont! De Swiebertje van Heerlen, die zich net als de Zonnekoning poedert in plaats van eens lekker onder de douche te gaan.

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)

“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)

@Arthur van Amerongen | 03-01-24 | 22:15 | 458 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.