achtergrond

Geenstijl

Zombie Apocalypse op Kensington Avenue: Welcome to the future I

Verslag van de Fentanyl Crisis in de VS, in drie delen. Door Teun Voeten

Ze staan voorover gebukt, met armen die omlaag bungelen, ze strompelen schokkend, in slow motion, zonder te kijken, over de stoep en de straten, ze liggen voor pampus, soms nog met een spuit in de arm, in de goot, tussen geparkeerde auto’s, ze liggen in mekaar gedoken in portieken, ze proberen onder de tong of in de nek te injecteren met behulp van een spiegeltje, ze liggen tussen het vuilnis op straat, met opengesperde benen, neergevallen en in coma geraakt, ze proberen wanhopig nog een adertje te vinden in stukgespoten armen vol open wonden en zweren.        

Welkom op Kensington Avenue Philadelphia. Als het verval van het Westen ergens op een beeldende en dramatische manier wordt geïllustreerd, dan is het wel op dit stukje ellendig Amerika tussen de metrostations Allegheny en Huntingdon Station in Noord-Philadelphia. Vroeger was dit de grootste openluchtmarkt voor heroïne in de Verenigde Staten, waar gebruikers van Ohio tot Florida tot Vermont hun spul kwamen halen. Tegenwoordig is heroïne een zeldzame, dure delicatesse, een organisch natuurproduct, zoals quinoa en havermoutmelk populair zijn in snobistische yuppiekringen. 

Vandaag de dag is alles fentanyl wat de klok slaat op Kensington. Een portie is spotgoedkoop, vijf dollar. Het spul is ook ontzettend sterk, vijftigmaal sterker dan heroïne. Een hoeveelheid van twee milligram, ter grootte van een suikerkorrel, kan al dodelijk zijn. Aanvankelijk gebruikten dealers het om hun heroïne mee te versnijden en sterker te maken. Nu wordt het puur verkocht, of versneden met allerlei tranquillizers die hier op straat bekendstaan als tranc. Soms wordt de fentanyl versneden met carfentanil, een fentanylvariant die honderd keer sterker is en wordt gebruikt in verdovingsgeweren om neushoorns plat te leggen. In feite weet de gebruiker nooit precies wat hij koopt en hoe sterk zijn spul is. Spuiten is een soort Russische roulette geworden.

Eric is een kleine man met een bochel. Hij lijkt op de jonge Bob Dylan. Voorovergebogen, leunend op een wandelstok bedelt hij onder het metroviaduct bij East Lehigh Avenue tussen auto’s die voor een stoplicht staan te wachten. Hij is geboren en getogen in Philadelphia. ‘Ik ben een minderheid’, zegt hij met een glimlach. ‘Iedereen hier is van out of town.’ Vroeger was hij schilder, verdiende makkelijk duizend dollar per week. Toen raakte hij aan de coke en de fentanyl. Nu haalt hij op een goede dag twintig dollar op met bedelen. ‘Always look on the bright side of life’, zegt hij. ‘In ieder geval te weinig geld om te “overdosen”.’

Sheila is een blanke vrouw met dreadlocks. Ze komt uit Ohio. ‘Het is hier een snoepwinkel voor alle soorten drugs’, zegt ze. ‘De meeste mensen kwamen hier om wat heroïne te scoren. Ze probeerden fentanyl. En zijn nooit meer weggeraakt. Amazing hoe sterk dat spul is.’

Clay is een zwarte man. Hij grijnst met een mond waar geen tand meer in staat. Hij heeft een grijper aan een lange stok. Daarmee plukt hij gebruikte injectienaalden van de straat en stopt ze in een plastic pot. Als hij honderd vuile spuiten heeft, wisselt hij ze om bij de needle exchange en krijgt dan honderd schone spuiten terug. Die verkoopt hij dan voor vijftig cent per stuk aan gebruikers. Zo kan hij zelf ook weer fentanyl scoren.

Ook Isabelle, een dikkige Latina, heeft een spuitenhandeltje. Ze zit op een klapstoeltje voor een dicht winkeltje met rolluiken. Zij krijgt haar injectienaalden van de hulporganisatie Prevention Point. ‘Maar dat hoeven ze daar niet te weten.’ Ze gebruikt zelf niet, maar verkoopt de spuiten voor een dollar per stuk aan verslaafden. ‘Die hebben er soms tien per dag nodig.’

Ted is een oudere witte man met een baard. Hij woont op een stukje leegstaand terrein, achter een hek waar hij een tentje heeft staan. Omdat hij het sanitation department helpt schoonmaken, wordt hij gedoogd. Na een operatie aan zijn slokdarm kreeg hij opioïden als pijnstiller. Oxycodon, bekend onder de merknaam OxyContin. Zo raakte hij uiteindelijk verslaafd aan fentanyl. Een bundle is één gram, legt Ted uit. Die kost zeventig dollar. Daar komen twintig zakjes uit. Straatprijs vijf dollar. Sommigen gebruiken een of twee zakjes per shot. Andere, meer ervaren gebruikers soms wel zes of zeven zakjes per shot. 

Ik fotografeer ongevraagd een vrouw die in haar enkel spuit. Ze hoort de klik van mijn spiegelreflex en wordt razend. Ze bekogelt me met lege blikjes, pakt dan een stok en begint op me in te slaan. Ze dreigt met een vuile spuit. Ik zie een mix van bloed en andere troep die ik niet in mijn lichaam wil. Ze eist mijn tweedehandse racfiets die ik om de hoek bij een soort Puerto Ricaanse Malle Pietje heb gekocht voor een paar tientjes. Mijn camera laat ze gelukkig met rust.

Fentanyl is vele malen verslavender dan heroïne. De halfwaardetijd is twee à drie uur, tegen zes à zeven voor heroïne, zodat een gebruiker al na een paar uur zin heeft in een volgende shot. Als verslaafden naar een afkickkliniek gaan, kunnen ze het zelfs niet uithouden om langer dan anderhalf uur in de wachtkamer te zitten. Dan moeten ze naar buiten, een nieuwe shot halen.

Prevention Point richt zich op de populatie van verslaafden in de buurt. Er is een medisch spreekuur, ze delen schone spuiten uit en geven voedselpakketten. Voor het kerkgebouw op Kensington Avenue waar de organisatie gevestigd is, zijn er vijf Dixi-toiletten geïnstalleerd. Elke tweede zaterdag van de maand gaat een groep vrijwilligers de hele ochtend afval in de buurt opruimen. Ik mag ook meehelpen. Het gezelschap bestaat vooral uit nette blanke meisjes die aandachtig luisteren als hulpverlener Clayton Ruley, een imposante zwarte man, instructies geeft over het toedienen van de opioïdenblocker Narcan (medische naam naloxon). Alle hulpverleners, politie en ambulancepersoneel lopen ermee rond. Ook de vrijwilligers krijgen een klein blauw etuitje met het middel. Het wordt nasaal toegediend om gebruikers na een overdosis weer naar het rijk der levenden te brengen.

‘Als iemand bewusteloos en blauwgrijs aangelopen op de grond ligt, is het meestal fentanyl,’ legt Clayton uit. ‘Je trekt hem aan zijn oor, je slaat in zijn gezicht, je belt 911 en je spuit de Narcan in zijn neus met de verstuiver’, instrueert hij. ‘Als het een overdosis van trancs is, werkt het niet.’ Benzodiazepine en ketamine zijn veel misbruikte tranquillizers hier op straat. ‘Als iemand bijkomt, geef hem de ruimte’, gaat Clayton door. ‘En nee, je hoeft niet bang te zijn dat iemand je een proces aandoet. Er is de Good Samaritan Law.’ Dit is een wet die een hulpverlener, of hij nu professioneel of leek is, vrijpleit als er iets misgaat wanneer hij een medemens in overduidelijke nood hulp biedt. We gaan drie uur lang aan de slag en halen vuilniszakken rotzooi op die overal op straat achteloos is weggesmeten. Twee uitgedroogde en platgereden ratten zijn op het wegdek vastgekleefd en ik laat ze maar zitten. Als we een injectienaald zien, moeten we Clayton roepen, die hem dan met een speciaal grijpertje opraapt en in een afgesloten plastic doos stopt met alarmerende bio hazard-stickers erop.

Clayton vertelt dat sommige gebruikers kwaad worden als ze bijkomen uit hun overdosis. Omdat iemand een eind heeft gemaakt aan hun high en ze dan weer opnieuw moeten scoren. Het komt voor dat ze vervolgens een extra grote portie fentanyl gebruikt, omdat de fentanyl door de nog aanwezige Narcan minder werkzaam is. Is de Narcan uitgewerkt, dan kan de gebruiker alsnog sterven aan een overdosis. Een perverse manier van gebruiken gebeurt op de zogenaamde Lazarus parties, genoemd naar de Bijbelse figuur die uit de dood opstond. Een gebruiker neemt expres een overdosis, omdat hij weet dat zijn vrienden hem weer tot leven wekken met Narcan, die ze speciaal voor dit doel bij zich hebben.

In 2020 vielen er op Kensington Avenue naar schatting negenhonderd doden door een overdosis. Schietpartijen zijn frequent. Meestal zijn het afrekeningen tussen dealers, soms met dodelijke afloop. In de dertig uur die ik in de buurt doorbracht, hoorde ik zelf vijf schietpartijen, telkens op een paar blokken afstand. De ontreddering van Kensington werd wereldbekend door een filmpje uit een langzaam rijdende auto geschoten waarop verslaafden onderuitgezakt op de stoep liggen en in groteske houdingen over straat strompelen: bewegende beelden geven vergeleken met still foto’s een extra dimensie aan de verslaafden die zich onwerkelijk voortbewegen. Inmiddels staan er tientallen clips op YouTube en is the crazy Kensington zombie junkie apocalypse walk een nieuw genre geworden. 

De werkelijkheid overtreft de filmpjes. Het woord zombie-apocalyps is een cliché, maar als een Hollywoodregisseur de ondergang van de Westerse wereld moest verbeelden, zou Kensington Avenue een goed voorbeeld zijn. ‘Dit is niet zoals God de mens geschapen heeft’, zegt Katrina Keating van het buurthuis Community Center at Visitation. Ze neemt me mee in haar auto voor een klein ritje in de buurt en we bekijken de menselijke tragedie die zich voor onze ogen afspeelt. ‘Dit zijn lege omhulsels van wat ooit mensen waren. Als iemand eenmaal fentanyl begint te spuiten is de kans 97 procent dat hij er vroeg of laat aan overlijdt.’

Het Community Center heeft niet de verslaafden als clientèle, maar de buurtbewoners, de andere slachtoffers in deze crisis, die echter nauwelijks in beeld komen. Terug op kantoor laat Keating me een video zien van een uiterst gewelddadige carjacking die om de hoek plaatsvond. ‘Schoolkinderen moeten zich een weg banen tussen verslaafden met vaak nog de naald in de arm. Prostituees doen hun werk zonder schaamte op de openbare weg. Elke dag rond de tien schietpartijen. Er is geen enkele verbetering, het gaat alleen maar slechter. De autoriteiten doen niks, gedogen alleen maar. Dealers kunnen hier straffeloos werken. De stad laat iedereen zijn gang gaan. Alsof ze de buurt hebben opgegeven.’ De buurtbewoners proberen zich soms te organiseren om dealers en verslaafden te ontmoedigen, maar dat is ook niet zonder gevaar. Keating vertelt hoe een block captain, dat is een voorzitter van de buurtvereniging, door een dealer werd doodgeschoten. Point blanc, execution style, verduidelijkt ze. 

‘Deze buurt was al de armste buurt in een van de armste steden van de vs’, gaat Keating door. ‘In de negentiende eeuw was dit een bloeiende industriestad. Maar de fabrieken vestigden zich in de lageloonlanden en de werkloosheid steeg tot rampzalige hoogte. Plastisch beschrijft Keating de teloorgang van de postindustriële samenleving. ‘Wat we hier zien is het resultaat van een gefaald schoolsysteem. Kids van veertien en vijftien worden door dealers gebruikt als runners. Verdienen soms duizend dollar per week. Als ze gepakt worden gaan ze niet naar de cel, omdat ze minderjarig zijn. De dealers gebruiken zelf niet. Ze zouden wel gek zijn. Ze realiseren hoe lucratief de business is. Elke dinsdag is er Free Sample Tuesday hier in het McPherson Square park.’ Het park, waar ook een filiaal van de openbare bibliotheek staat, is nu bekend als Needle Park. Op de statige trappen van de bibliotheek, ooit de Cinderella Steps genoemd, liggen verslaafden. Dinsdag proefpakjesdag. ‘Krijgen de mensen een gratis portie fentanyl om te proberen’, legt Keating uit, ‘Om zo een nog grotere clientèle op te bouwen.’ Meedogenloos kapitalisme.

*Teun Voeten is antropoloog en oorlogsfotograaf, gepromoveerd op het Mexicaanse drugsgeweld. Eerder schreef hij boeken over de ondergrondse daklozen in New York, de oorlog in Sierra Leone en drugscriminaliteit in Antwerpen en Nederland. Voor GeenStijl berichte hij uit Odessa en met Arthur van Amerongen ging hij tien dagen op Safari Eurabia. *

Fragmenten uit deze reportage verschenen in andere vorm al in het laatste boek van Teun Voeten: Drug van de Duivel. De wereldwijde opmars van crystal meth. Wilt u reportages als deze steunen? Dat kan! Alvast dank voor uw donatie!

Bedrag:

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.