achtergrond

Geenstijl

MH17. Van der Steur bijna overleden aan Dossier Maat

indiana-bones1.png Nog een keer MH17, want ook dossier over George Maat is nog lang niet "afgedaan" voor MinJus Ard van der Steur, ongeacht hoeveel tijd zijn voorlichters tegenlichters ook voor hem proberen te kopen. De minister heeft een zeer gewaardeerd en gerespecteerd forensisch anatoom ten onrechte de laan uit gestuurd en daarbij diens reputatie ernstig bezoedeld. De bewijzen tegen Van der Steur zijn legio, en dat is mede te danken aan het feit dat "Indiana Bones" het politierapport dat Van der Steur over zijn handelen heeft laten opstellen met de hand heeft overgeschreven. Stel je dat eens voor: je bent een bejaarde professor met een meer dan indrukwekkende staat van dienst, die door een paar iets te gretige nieuwsjagers het mikpunt van onterechte ophef wordt. De verantwoordelijke minister hangt je vervolgens zonder pardon te drogen, maar als blijkt dat hij daarbij te voorbarig te werk is gegaan, manipuleert hij een politierapport zodanig dat hij er zelf mee weg hoopt te komen. Excuses krijg je niet. En als je dan je eigen rapport wil inzien, mag dat alleen onder toezicht van een stel ambtenaren, en je mag het vooral niet mee naar huis nemen. Maat liet het er niet bij zitten, pakte een potlood en schreef het in zes uur tijd woord voor woord over. En nu liggen er dientengevolge 42 gloednieuwe Kamervragen (van zes partijen) voor VVD-minister Ard van der Steur, die alles lijkt te proberen om onder dit dossier uit te komen, behalve 'sorry' zeggen. Want sorry zeggen is je grove fout toegeven, en dat kon wel eens het einde van de prille ministerscarrière van de corpulente kasteelheer betekenen. Bovendien kent VVD'ertje Ard van der Steur kabinetten die zijn overleden aan ministers die faalden... De waarheid ligt op tafel, Van der Steur moet 'm alleen nog erkennen. Hieronder nog een stuk context om duidelijk te maken dat deze zaak echt meer inhoudt dan '1 prof die ruzie heeft met 1 minister' - het gaat om grondwettelijke en bestuurskundige principes die aan het fundament van ons politieke bestel en rechtsstaat staan, en over de VVD-reflexen om informatie onder de onderste steen te verstoppen. En, excuseert u ons Frans, Ard is fuckin' it all up. Waarbij het overigens opvalt dat niemand binnen de VVD het voor hem opneemt in de media. Want ten eerste is Van der Steur in de zaak-Maat evident fout, en ten tweede zou Steur verdedigen betekenen dat ze Maat nog eens aan moeten vallen, hetgeen de eerste keer ook al niet terecht was. Steur heeft dus momenteel weinig vrienden. En wij hebben binnenkort misschien Han ten Broeke wel als minister van V&J. Mocht Steur Maat eigenlijk wel ontslaan? Bij het openbaar maken van de stukken in deze kwestie kwam naar boven dat de eerste zin die in het feitenverslag zwart gemaakt is, luidt: “Op donderdag 23 april werd op last van de minister van Veiligheid en Justitie de samenwerking met professor Maat beëindigd.” Dit betekent dat minister Van der Steur zelf rechtstreeks opdracht gegeven heeft tot het wegsturen van professor Maat. Enkele Kamerleden vragen zich af of minister van der Steur die bevoegdheid überhaupt wel had, om zomaar dit contract persoonlijk te verbreken. En of het moment in dat debat ook het exacte moment was waarop Maat werd ontslagen: live, in een debat.
Volgens het rapport stuurde hij professor Maat weg op 23 april, dat is de dag van het (enige) Kamerdebat over MH17. De Kamerleden vragen zich dus af of hij staande het debat contracten verbreekt, en dan zonder enige vorm van onderzoek of wederhoor. Omtzigt (CDA): “Professor Maat is niet eens gehoord over zijn rol, voordat hij is weggestuurd. En pas nu komt, stapje bij stapje, formeel voor hem ontlastende informatie uit het officiële dossier naar boven.” Van Nispen (SP): “Er moet uitleg komen waarom juist deze voor Maat ontlastende conclusies niet aan de Kamer zijn gemeld.” Het feit dat minister Van der Steur zelf professor Maat wegstuurde is dus zwart weggelakt bij het Wob-verzoek en ook de kamer kreeg dit feit niet openbaar te zien. Dat is zeer bijzonder. Sjoerdsma (D66): “Het is geen schending van het privéleven als een officieel besluit van de minister openbaar gemaakt wordt, laat staan dat het een staatsgeheim is." Kortom: Deze zin had dus niet zwart gemaakt mogen worden in de Wob. De minister hield te veel informatie achter Niet alleen werd deze zin in het Wob-verzoek zwart gemaakt. Hij werd ook niet aan de Kamer publiekelijk openbaar gemaakt, ook niet toen de Kamer daarom verzocht. Dat gold voor meer stukken informatie die belastend waren voor de minister. De Kamerleden vragen zich af waarom bijvoorbeeld de volgende punten niet gemeld zijn bij het Wob-verzoek en aan de Kamer: 1. Dat er zeker 10 anatomische/forensische presentaties gegeven zijn (dit is later in Kamervragen gemeld). 2. Dat er een presentatie op het intraweb van het MH17-onderzoek stond die gebruikt kon worden voor externe presentaties. 3. Dat het ontbreekt aan duidelijk kaders, afspraken en criteria met betrekking tot het geven van lezingen. 4. Dat de commandanten van Staf Grootschalig Bijzonder Optreden (SGBO) MH17 schreven dat “de genomen maatregelen naar aanleiding van de RTL4-publicatie hebben plaats gevonden zonder goed inzicht in de feiten", oftwel: dat Maat op non-actief werd gezet zonder dat de minister alle feiten kende. De minister heeft tot nu toe beweerd dat hij het feitenrelaas (waar dit allemaal in stond) niet gelezen had, maar alleen de brief van de korpschef Bouwman, waarin al deze punten niet staan en die veel kritischer is. Dat is om twee redenen vreemd: 1. De minister besluit wel zelf om Maat te ontslaan, maar de informatie daaronder zou hij dan niet tot zich nemen, terwijl hij de Kamer die informatie nota bene beloofd had. 2. Hij heeft de stukken aan de Kamer gestuurd, eerst zwartgelakt en daarna vertrouwelijk. Als een minister stukken naar de Kamer stuurt, dan mag je er toch vanuit gaan dat hij ze zelf eerst gelezen heeft. Het smoesje van het staatsbelang Ook zijn de Kamerleden ontstemd over het feit dat ze na doorvragen alleen vertrouwelijke inzage kregen in deze feiten. Als zij er openlijk over hadden gesproken, zouden ze gestraft worden. Hiervoor is vertrouwelijke inzage natuurlijk niet bedoeld. Dat is bedoeld wanneer het belang van de staat geschaad zou worden door openbaarmaking, niet wanneer enkel het persoonlijke belang van de minister in het geding is. Pieter Omtzigt heeft dit een maand geleden al aanhangig gemaakt bij de griffier van de Tweede Kamer, die dit dossier op dit moment bestudeert. En dan volgen hieruit dus nu de 42 (!) Kamervragen, van de leden Omtzigt (CDA), Sjoerdsma (D66), De Roon (PVV), Van Nispen (SP), Grashoff (Groenlinks) en Bontes (Bontes/Van Klaveren) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het politieonderzoek naar professor Maat, dat de minister keer op keer op keer weigerde om openbaar te maken. 1. Herinnert u zich dat u tijdens het tot nu toe enige plenaire debat over de MH17 in april 2015 beloofde onderzoek te laten doen naar de gang van zaken rond de presentatie van professor Maat en de resultaten van dat onderzoek te delen met de Kamer (handelingen van 23 april 2015)? 2. Herinnert u zich dat u schreef dat de politie geen bezwaren ziet tegen openbaarmaking van grote delen van het onderzoek (Aanhangsel Handelingen 2015/16, nr. 94 en tevens 33997, nr. 50)? 3. Deelt u de mening dat u de vraag om het feitenverslag, het feitenrelaas en de brieven, waarom de Kamer vroeg bij de regeling van werkzaamheden niet had moeten toetsten aan de Wob, maar gewoon aan de grondwet artikel 68 en u ze dus veel eerder voor een veel groter deel openbaar had moeten maken en aan de Kamer had moeten sturen? 4. Herinnert u zich dat de regering van mening is dat “Wel ziet het kabinet onder ogen dat vertrouwelijkheid in onze staatsrechtelijke verhoudingen uitzondering behoort te zijn en openbaarheid regel. Het parlement dient zijn controlerende taken zoveel mogelijk in alle openheid te kunnen uitoefenen. Waar mogelijk worden inlichtingen dan ook openbaar (en ruimhartig) verstrekt. (Kamerstuk 28362, nr. 2) 5. Heeft u zich aan het kabinetsbeleid gehouden door deze informatie op 2 december vertrouwelijk aan de Kamer te geven en niet openbaar aan de Kamer te geven en dan met name op de punten van de weggelakte teksten in het feitenrelaas en het feitenverslag? 6. Herinnert u zich dat u op 15 juni een brief met conclusies over het onderzoek aan de Kamer gestuurd heeft, waarin u vragen van de Kamer, waarop het antwoord ontlastend zou zijn voor professor Maat en vervelend voor u en anderen wegliet, zoals het feit dat er al zeker 10 presentaties gehouden waren? (bron: 33997, nr. 47) 7. Waarom koos u er op 2 december 2015 voor om de stukken ter vertrouwelijke inzage te leggen met als gevolg dat Kamerleden na inzage er niet meer over konden spreken in het openbaar? 8. Hoe beoordeelt u nu het feit dat u de Kamer deze documenten vertrouwelijk gaf? 9. Bent u ervan op de hoogte dat het staand kabinetsbeleid is (door u bevestigd in eerdere Kamervragen) dat vragen van de Kamer moeten leiden tot een ruimer antwoord dan de Wob en dat u in ieder geval in september het hele dossier aan de Kamer had moeten sturen op basis van artikel 68 van de grondwet, dat als enige uitzonderingsgrond het belang van de staat kent? 10. Herinnert u zich dat u een paar dagen later bij het Wob-verzoek alle getuigenverklaringen – tegen eerder beloften in – volledig en 100% zwart gemaakt waren en dat ook het feitenrelaas en het feitenverslag voor de helft zwart gemaakt waren? (kamerstuk 33997, nr. 51) 11. Deelt u de mening dat de uitzonderingsgronden van de Wob veel te royaal gebruikt zijn om de stukken (en dan met name de getuigenverklaringen, het feitenrelaas en het feitenverslag) zwart te maken? 12. Is er enig overleg geweest tussen de politie en u/uw staf/het departement over de wijze waarop de stukken onder de Wob zwart gemaakt moesten worden? Wat was de uitkomst van het overleg en kunt u uw antwoord toelichten? 13. Bent u bereid om een onafhankelijke opinie te vragen over de excessieve mate waarin de zwarte viltstift is gehanteerd bij het WOB verzoek en deze met de Kamer te delen? 14. Kunt u aangeven welke belangen van de staat geschonden zijn nu deze documenten openbaar geworden zijn via de website van universiteitsblad Mare? 15. Kunt u aangeven welke andere problemen zijn ontstaan nu deze documenten openbaar geworden zijn en die voorkomen hadden kunnen worden als de zwartgelakte stukken van de tekst niet openbaar geworden zouden zijn? 16. Ziet u dat de eerste zin die uit het feitenrelaas zwartgelakt is: “Op donderdag 23 april werd op last van de minister van Veiligheid en Justitie de samenwerking met professor Maat beëindigd” en dat dat op grond van de Wob, artikel 10.2, d/e/g of artikel 11.1 gebeurd is, namelijk de uitzonderingen voor toezicht bestuursorganen, bescherming persoonlijke levenssfeer, onevenredige bevoordeling/benadeling en intern beraad? 17. Deelt u de mening dat deze zin onder geen van deze uitzonderingsgronden kan vallen en gewoon geopenbaard had moeten worden? Indien hij onder de Wob zwart gemaakt had mogen worden, op welke grond mocht dat dan volgens u? 18. Op welk tijdstip op 23 april (voor het debat, tijdens het plenaire debat over de MH17) heeft u persoonlijk het besluit om de samenwerking met professor Maat te beëindigen genomen? En op welke wijze heeft u dit besluit meegedeeld aan professor Maat? 19. Kunt u aangeven hoe deze werkrelatie beëindigd is? Heeft u een ambtelijke instructie gegeven? 20. Op basis van welke wet of regeling kunt u ingrijpen bij de personele bezetting van een lopend onafhankelijk onderzoek en persoonlijk besluiten dat werkzaamheden van professor Maat beëindigd zijn? 21. Is het inhuren van externen bij de politie een taak van de minister of is dit een doorgedelegeerde bevoegdheid? Indien de bevoegdheid gelegeerd is, heeft u dan eerst de delegatie ingetrokken? 22. Hoe beoordeelt u het feit dat u wel persoonlijk het besluit neemt om de samenwerking met professor Maat te beëindigen, maar dat u het onderzoek daarover zelf niet leest en zich slechts baseert op een samenvatting van de korpschef Bouwman? 23. Hoeveel versies van de brief van korpschef Bouwman over het resultaat van het feitenonderzoek zijn naar het ministerie/uw staf/u gestuurd? Kunt u elk van de versies openbaar maken? 24. Welke informatie had u tot uw beschikking toen op uw last de samenwerking met professor Maat beëindigd werd? Kunt u deze vraag heel precies en uitputtend beantwoorden, inclusief de mails en notities die u gegeven zijn? 25. Is er wederhoor gepleegd met professor Maat, nadat het voornemen om de samenwerking met hem te beëindigen aan hem bekend gemaakt was en voordat de relatie beëindigd werd? Zo ja, hoe en zo nee, waarom niet? 26. Waarom is van de zin uit het feitenrelaas “Het ontbreekt aan duidelijk kaders, afspraken en criteria met betrekking tot het geven van lezingen" geen spoor meer te vinden in de Kamerbrief over dat feitenrelaas van 15 juni? 27. Op basis van welk artikel in de Wob kon de volgende zin weggelakt worden: “Uit onderzoek is mij, rapporteur, gebleken dat er op intranet een “presentatie voor collega’s” staat. In deze presentatie staan geen foto’s die herleidbaar zijn naar slachtoffers. Op intranet is te zien dat het bericht op 9 april is gewijzigd.” 28. Klopt het dat er dus een presentatie op intranet beschikbaar was voor alle collega’s in het LFTO en dat Maat gestraft werd omdat hij een presentatie hield, terwijl hij en collega’s en leidinggevenden al zeker 10 presentaties gehouden hadden? 29. Op welk moment heeft u het feitenrelaas en het feitenverslag, dat u in oktober gelakt en in december ongelakt en vertrouwelijk naar de Kamer stuurde zelf gelezen? 30. Op welk moment besefte u elke van de volgende feiten: - Dat er zeker 10 presentaties geweest waren? - Dat er een presentatie op het intraweb stond die gebruikt kon worden? - Dat het ontbreekt aan duidelijk kaders, afspraken en criteria met betrekking tot het geven van lezingen? Dat de commandanten van SGBO MH17 schreven dat: “De genomen maatregelen naar aanleiding van de RTL4-publicatie hebben plaats gevonden zonder goed inzicht in de feiten"? 31. Waarom heeft u, toen u de bovenstaande feiten kende, niet onmiddellijk uw brief van 15 juni aan de Tweede Kamer op eigen initiatief aangepast om bovenstaande feiten toe te voegen? 32. Kunt u, conform eerdere toezeggingen, de getuigenverklaringen openbaar maken (waarbij natuurlijk bepaalde persoonsgegevens zwartgelakt kunnen worden)? Zo, nee, welk belang van de staat is dan gediend om dat niet te doen? 33. Indien u zich wederom wenst te verschuilen achter de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen, kunt u dan verklaringen van elk van de gehoorden overleggen waarin ze stellen dat ze gedeeltelijk of gehele openbaarmaking niet wenselijk achten en dat geheimhouding is afgesproken? 34. Herinnert u zich de antwoorden op vraag 6 en 7 van 7 december 2015, namelijk: Vraag 6 Is het u opgevallen dat u het verslag van het gesprek met professor Maat niet naar de Kamer gestuurd heeft? Bent u bereid daarvan alsnog een samenvatting te maken en aan de Kamer te doen toekomen? Antwoord 6 Op 23 september jongstleden hebben professor Maat en ik elkaar persoonlijk gesproken. Er is geen verslag opgesteld van het gesprek. Prof. Maat en ik vinden dat de inhoud van het gesprek vertrouwelijk is en ook zo moet blijven. Vraag 7 >> Heeft u professor Maat gevraagd of laten vragen hoe hij aankijkt tegen openbaarmaking van stukken? Kunt u zijn antwoord aan de Kamer doen toekomen? Antwoord 7 Nee. Het feit dat betrokkenen bij bepaalde informatie al dan niet geen bezwaar hebben tegen openbaarmaking, staat er niet aan in de weg dat het bestuursorgaan altijd nog zelf een afweging maakt over de openbaarmaking van de desbetreffende informatie (vergelijk. ABRvS 19 januari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP1315, AB2011/148 m.nt.E.J. Daalder).” 35. Klopt het dat professor Maat in het kader van de beantwoording van de vragen verzocht is wat hij ervan vindt dat het gesprek geheim gehouden zou worden en dat hij per mail geantwoord heeft: “Ik heb er geen bezwaar tegen als u een korte samenvatting van het gesprek maakt en die aan de Kamer stuurt, nadat ik hem gezien en goedgekeurd hebt.” (bron) 36. Is een verslag over het gesprek geweigerd omdat u het niet wilde schrijven en verschaffen of omdat professor Maat dat niet wilde? 37. Deelt u de mening dat u de antwoorden op bovenvermelde vragen 6 en 7 dus dient te herzien, aangezien professor Maat zelf duidelijk niet van mening is dat de inhoud van het gesprek vertrouwelijk moet blijven? Zijn er nog meer antwoorden op Kamervragen in het dossier-Maat die u wenst te herzien? 38. Heeft de regering op bepaalde momenten invloed gehad door opdrachten te geven, hints en aanwijzingen te geven, verdragen of overeenkomsten te tekenen die de onderzoeken belemmeren of andere zaken te doen of laten, bij de onderzoeken naar de MH17? Zo ja, kunt u die dan een voor een toelichten en kunt u aangeven waarom dat noodzakelijk en het onderzoek niet beschadigden? 39. Heeft u op andere momenten druk uitgeoefend op andere justitiële onderzoeken? Zo ja, hoe en welke? 40. Heeft u de Kamer in uw ogen volledig, juist en tijdig geïnformeerd in de zaak, waarin professor Maat lijdend voorwerp van uw handelen geworden is? 41. Vindt u het, met de kennis die u nu heeft, een wijs besluit van u zelf om de werkrelatie met professor Maat op 23 april te beëindigen? Zo nee, welke feiten hebben u van inzicht doen veranderen en bent u bereid excuses aan te bieden aan professor Maat? 42. Kunt u elk van deze vragen afzonderlijk en compleet en zo spoedig mogelijk beantwoorden, zo mogelijk binnen een week? Indien u meer tijd nodig heeft, wilt u dan aan de Kamer meedelen wanneer een antwoord verwacht mag worden?

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.