achtergrond

Geenstijl

Zombie Apocalypse op Kensington Avenue: Welcome to the future III

Verslag van de Fentanyl Crisis in de VS, in drie delen. Door Teun Voeten

Terug naar Kensington. Medio september 2022 kom ik weer aan in Philly, zoals geroutineerde reizigers het noemen. Een jaar na mijn eerste bezoek is het territorium der verdoolden en verdoemden alleen maar uitgedijd. Toen gebeurde het vooral op Kensington Aveneu, tussen drie metrostations, af en toe een zijstraatje. Nu is de zombiezone 5 metrostations lang en vier zijstraten diep.  De sfeer is ook harder en aggressiever. Meer ruzie, geschreeuw en kleine vechtpartijtjes. 

Een voorbijganger met wie ik aan de praat raak bevestigt dit. ‘Ik heb het hier op Kensington nog nooit zo erg gezien,’ zegt Pete. Het is een vriendelijk oude zwarte man met nog maar één tandenstomp in zijn mond. Ik nodig hem uit voor ontbijt in een van de zeldzame diners op Kensington. Pete bestel grits, een soort glibberige, grijze havermout maar dan gemaakt van maismeel. Ook nog drie spiegeleieren erbij die hij volspuit met tomatenketchup. Alles lekker fijnparakken en doormekaar husselen! Ik moet me vermannen als hij de brei met een grote lepel naar binen slurpt. Pete was vroeger verslaafd. Aan de meth en hero. Soms drie gram op een dag. Hij kreeg een zoon, zag dankzij God opeens het licht en kickte af. Cold Turkey. Al 44 jaar clean nu. ‘Elke dag bij het ontwaken dank ik de Here dat ik nog leef’, zegt Pete.

‘Vroeger was alles beter,’ zegt Pete als een waarachtige OK Boomer. ‘In mijn tijd hadden wij verslaafden nog fatsoen. We hadden een job en werkten gewoon. Nu zijn er alleen maar stelende verslaafden. Toen gaf de politie je een boete als je drugsparafreneia, vloeipapier en spuiten, op zak had. Nu spuit iedereen in het openbaar op straat, onder het oog van schoolkinderen. Wij hadden tenminste nog het fatsoen om een leegstand pand te kraken en daar een shooting gallery van te maken zodat we niemand tot last waren. Jonge kids knallen elkaar overhoop voor dope. No morals. People don’t care anymore.’ Pete heeft een vriend die bij een begrafenisondernemer werkt. ‘Vroeger waren de meeste doden oude mensen. Nu zijn het vooral kids, teenagers, soms zelfs 12 of 13 jaar.’

Stelen is voor de meeste mensen het verdienmodel om aan hun dagelijks porties te komen. Vrouwen bedrijven meestal prositutie. ‘Doing tricks,’ heet dat in straattaal. Tien, twintig dollar, verdient ze per klant, vertelt Galinda. Het is een jonge vrouw die zegt dat ze oorspronkelijk uit Kazachstan komt. Anderen vertellen me dat als vrouwen echt wanhopig zijn, ze al een blowjob voor vijf dollar doen. Galinda neemt me mee als ze dope scoort. Op een zijstraat van de avenue zit een jonge zwarte jongen op een stoel. ‘Hij is toch geen flik”, vraagt ze op mij wijzend. Galinda schudt haar hoofd en koopt haar portie fentanyl. Van een tandeloze vrouw die verderop in een tent achter een stuk spaanplaat woont, koopt ze nog voor een paar dollar een portie dope. Dope is hier een generieke naam voor alles wat geen fentanyl is, het kan eigenlijk alles zijn, maar meestal is het een van de vele tranquilizers die hier op Kensington te koop zijn. Haar spuitspulletjes heeft Galinda keurig in het klein blauw Narcan-etuitje van Prevention Point opgeborgen. Ze lost de fentanyl op in een dopje van een waterflesje, doet er nog wat van de dope bij en vult haar spuit met 4 streepjes. Ik help haar de arm af te binden. ‘Soms duurt de high twee uur. Soms tien minuten. In feite weet je nooit,’ zegt Galinda terwijl ze de naald vol bloed zuigt om dan vervolgens alles terug te spuiten.

Op het stoepje van een grocery wacht ik op Ted, een oude blanke man met baard die ik vorig jaar ook al gesproken had. Per toeval kwam ik hem gisteren weer tegen. Ted vertelde van een brand waardoor zijn bovenlichaam nu overdekt is met zware littekens. Hij sliep buiten bij de 7/11 op een plekje achter twee kliko’s. Een vuurtje dat ze hadden gemaakt om warm te blijven, sloeg over en de kliko vatte vlam. In het donker, in paniek wilde Ted wegrennen, maar liep tegen een paal op en viel naar achteren, in het brandend plastic. 

Ted komt niet opdagen en ik praat met een meisje met rozegeverfd haar dat ook op het stoepje zit Marina heet ze. Later komt haar viendin Breeah erbij.  Breeah heeft een mooi gezicht. Ze is 23. ‘Vroeger was ik knapper,’ geeft ze toe. Een paar vrouwen hebben haar laatst besprongen en plukken haar uitgetrokken. ‘Ze waren jaloers dat ik makkelijker klanten kreeg,’ legt ze uit. De meiden stalen ook 200 dollar van haar. ‘Het was niet het geld dat ik met dating verdiend had. Dat geld had ik van mijn moeder gekregen.’ Er bestaan voor haar klaarblijkelijk twee soorten geld: Geld dat niet helemaal zuiver is en geld dat eerlijk bekomen is. Als het eerste gestolen wordt, is dat niet zo erg, omdat het toch al onrein was. ‘Soms huil ik om mijn moeder en wil ik terug.’ Breeah studeerde journalistiek op West Chester College. Haar boyfriend zat aan de dope. Ze probeerde ook het een en ander en voordat ze het wist liep ze als fentanyl-verslaafde rond op Kensington. Ze wil er mee ophouden. En weer terug naar school. ‘Als ik er klaar voor ben.’ Wanneer is ze er klaar voor? ‘Dat weet ik niet,’ zegt ze met een onzekere stem.

Marina zit al langer aan de grond. Op haar 16de begon ze met drugs. Eerst heroïne roken. Toen percocet, een combinatie van oxycodon met paracetamol. Later methadon. Uiteindelijk aan de fentanyl op Kensington. Momenteel zit ze in zak en as. Een paar vriendinnen hebben al haar spullen gejat. ‘Ik noem dat geen vrienden meer. Ben alles kwijt. Daar zat ook voor 30, 40 dollar dope bij.’ Marina ruikt onfris, ze zit onder de vliegen die ze af en toe wegslaat. Ze schuift haar broekspijp oomhoog. Daar zit een stinkend zwerend open abces, zo groot als een ei. ‘Ik moet eigenlijk naar een dokter,’ zegt ze. ‘Maar ik ben bang dat ze mijn been amputeren. Maar zo gaat het ook niet. Nobody wants to pick up a limping girl.’ 

Ik hoorde op Kensington al van een vleesetende drugs die enorme abcessen veroorzaakte. Ik dacht dat het over krokodil ging, een soort pauperheroïne gemaakt van codeïne en fosfor uit luciferkopjes. Het spul is meestal zo verontreinigd dat de gebruiker groenachtige schubben op zijn huid krijgt en spieren spontaan wegrotten. Maar waarschijnlijk gaat het om Xzylazine, een zwaar verdovinsgmiddel dat sinds kort ook  op de markt in Philadelphia is. ‘Flesh eating tranq dope on streets of Philadelphia,’ luidt de alarmerende kop in de Daily Mail. Waarschijnlijk heeft Marina dat ook. Als je denkt dat het ergste al gezien hebt kan het altijd nog erger. Welcome to the future…

Teun Voeten *is antropoloog en oorlogsfotograaf, gepromoveerd op het Mexicaanse drugsgeweld. Eerder schreef hij boeken over de ondergrondse daklozen in New York, de oorlog in Sierra Leone en drugscriminaliteit in Antwerpen en Nederland. Voor GeenStijl berichte hij uit Odessa en met Arthur van Amerongen ging hij tien dagen op Safari Eurabia. *

Fragmenten uit deze reportage verschenen in andere vorm al in het laatste boek van Teun Voeten: Drug van de Duivel. De wereldwijde opmars van crystal meth.

Bedrag:

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.