achtergrond

Geenstijl

De Boze Blanke Man - Willem Oltmans, de boze eenmotorige mug

De Boze Blanke Man en de Ondergang van Nederland, deel 20 (tevens Stamcafé voor voetbalhaters)

Willem Oltmans (de vrede zij met hem) was enige tijd mijn buurman op de Westerkade in de Amsterdamse Jordaan. Beiden hadden we een kamer ter grootte van een schoenendoos, de huur bedroeg 140 gulden.

Tegen Trouw zei hij over dat hokje: "In Zuid-Afrika, waar ik vijf jaar geleden uitgeflikkerd ben, had ik een schitterende flat. Dit hier is zes bij zes. Kleiner kan eigenlijk niet. Maar ik ben tevreden. Wat moet ik nog meer? Ik vind het ook wel leuk om een tijdje met zo weinig geld uit te komen en zo klein te wonen. Eigenlijk woon ik hier heel joyeusement. Daar in de hoek slaap ik. Het bed is niet opgemaakt, het is hier een beetje een troep, er moet gestoft worden en zo. De werkster komt pas morgen. Ik ben misschien een nicht, maar ik ben niet zo'n nicht die ervan houdt in de keuken te gaan dribbelen. Ik ben een vent, dus ik kan dat niet. Ik kan niet stofzuigen. Ramen zemen, dat is mijn werk niet. Dat is voor dames. Ik mis m'n vleugel, daar is het hier te klein voor. Normaliter speel ik elke dag."

Willems hok stond tot de nok vol met zijn onuitgegeven memoires, met de hand opgeschreven in bruine cahiers. Ik heb er wel eens eentje gelezen uit beleefdheid. Dat viel niet mee,want er was - hoe zal ik het niet al te vals uitdrukken - een enorme discrepantie tussen zijn vermaarde eloquentie en zijn talent als scribent. Oltmans' verhaal over zijn verblijf in de Nederlandse Ambassade in Pretoria (waarheen hij noodgedwongen gevlucht was) en hoe hij op het hoogste niveau in Den Haag werd tegengewerkt, werd door diverse kranten en tijdschriften om uiteenlopende redenen geweigerd. Martin van Amerongen, de hoofdredacteur van de Groene Amsterdammer, probeerde het warrige verhaal te herschrijven, gaf de moed op en schoof het door aan redacteur Max Arian. Die gaf het weer aan mij, het retejong van de Groene. Willem was inmiddels mijn buurman niet meer. Ik heb er twee dagen aan gewerkt en volgens mij is die versie uiteindelijk geplaatst. Willem Oltmans had, zo bleek achteraf, volkomen gelijk met zijn beschuldigingen aan de Nederlandse overheid en kreeg zes miljoen gulden vergoeding van de staat. Zijn biograaf Edwin van Rooyen schreef er dit over.

Oltmans reputatie als boze man werd schitterend bevestigd door de legendarische bitchfight met Adriaan van Dis. Een echt ziedende Willem zien we in de hilarische Interprovinciale Oranjequiz van Rob Muntz en Paul Jan van de Wint. Oltmans en oranjoloog René Zwaap zaten in de jury van de quiz, waaraan 's lands grootste Oranje-fanaten deelnemen. Oltmans voelde al snel nattigheid toen Muntz over IG Farben, Zyklon B en Prins Bernhards betrokkenheid daarbij begon, en over de vraag hoe het negerslaafje heette dat Prins Bernard van zijn vader kado kreeg na een lange reis door Afrika (Toto). Toto is later professor geworden in de Verenigde Staten, maar dit terzijde. Willem Oltmans wordt steeds woedender op Muntz, die hij nog erger vindt dat een ordinaire straatjunk. Oltmans, die was opgehaald in een limousine, ontploft als hij hoort dat hij terug naar Amsterdam moet met de trein.

Toch kon je best lachen met Willem, vooral als hij op hete zomeravonden ging cruisen in het park of bij de pisbakken op de Wallen. Dan zag ik hem 's avonds vertrekken vanaf zijn kot aan de Westerkade, in hotpants en een minuscuul hemdje, en moest ik grinniken. Willem viel niet op mij, wat ik dan wel weer beledigend vond. Mijn moeder zou hebben gezegd: 'Willem is een vreemde snijboon en dat is ie.'

Bart Luirink schreef een prachtig verhaal over Oltmans' seksuele escapades.

Bij een filmvoorstelling over de vervolging van homo's op Cuba die ik medio jaren tachtig in het Amsterdamse Kriterion bijwoonde, verliet hij al na drie minuten luidruchtig de zaal: 'Propaganda! Propaganda! Het is een CIA-film!' schreeuwde hij. Het vroege vertrek weerhield hem er niet van om na afloop toch deel te nemen aan een paneldiscussie over de film. Homovervolging op Cuba? Me reet! 'Op de Maleçon, de boulevard van Havana, is het één groot cruise-festijn. Ze vliegen gewoon tegen je op,' snierde Oltmans, wiens zinnen altijd enkele octaven hoger eindigden dan ze begonnen. De televisie-aanvaring met Adriaan van Dis, die begrijpelijkerwijs twijfelde aan Oltmans' grote betrokkenheid bij tal van internationale kwesties, was amusement van de bovenste plank. Luns' banvloek over Oltmans was vanzelfsprekend een schande, ook al bezorgde het de man een reputatie als journalist die hij op grond van al die slecht geschreven, onsamenhangende, van hele en halve complottheorieën aan elkaar hangende publicaties niet verdiende.

De herenliefde was geen specifiek onderwerp van gesprek, maar jongens kwamen bij elk onderdeel wel een keer om de hoek kijken. Of ze liepen langs ons tafeltje en kregen, indien goedgekeurd, een hartelijke glimlach van mijn disgenoot toegeworpen. Oltmans onderwees me zijn levensmotto: dat je je twee keer per week moest laten 'doorblazen' omdat 'het' anders 'verkroepoekte'. Jongens oppikken op straat was part of the game, maar hij raadde me wel aan hierbij enige voorzichtigheid te betrachten. Want wat hem overkomen was! 'Vorige week in Hillbrow, uur of elf 's avonds. Een prettig heerschap en geen klachten over de service delivery. Maar na de seks zag ik dat een broche – een erfstuk van mijn moeder dat altijd op mijn nachtkastje ligt – verdwenen was. Razend was ik! The bastard! Ik heb mijn vrienden wakker gemaakt en we hebben hem naar het politiebureau gebracht. Daar hebben ze het jong flink aangepakt, dat konden we horen. Maar niks. Ik zeg: jij gaat met ons mee terug. Ik dacht, hij heeft het ding ingeslikt. Thuis hebben we kranten uitgespreid en zijn kleren uitgetrokken. Schijten zul je, schijten, kreng!'

Een overzicht dat het vakblad de De Journalist maakte van 'het dossier-Oltmans' leest als een in grote haast opgestelde plot van een spionageroman, zelfs op het tweede gezicht onuitgeefbaar. Een medewerker in de VS van Vrij Nederland die door mensen van de ambassade in diskrediet wordt gebracht bij Amerikaanse media en bij zijn bronnen in het Congres. Die vervolgens adviseurs van president Kennedy in contact brengt met prins Bernhard en andere tegenstanders van het beleid van de Nederlandse regering, vooral van minister van buitenlandse zaken Joseph Luns, om Nieuw-Guinea als laatste Nederlandse kolonie in de Oost nog een tijdje te houden. En die dan nadat Nieuw-Guinea onder Amerikaanse druk eenmaal toch is afgestaan aan Indonesië, van de minister beslist niet bij de eerste-steenlegging mag zijn van de nieuwe ambassade in Washington.

Trouw: De eerste keer dat Oltmans werd ontslagen vanwege zijn particuliere buitenlandse beleid was in Rome in 1956. Hij deed het relaas drie jaar geleden nog eens in HP/De Tijd: hij was medewerker van de Telegraaf en nam zich voor om Soekarno te interviewen, die daar zou aankomen voor zijn eerste bezoek aan Europa als president van Indonesië. 'Niet doen!' telegrafeerde hoofdredacteur Stokvis hem per ommegaande terug. Uiteraard ging hij toch. Er verscheen een mooi verslag van in Elseviers Weekblad, er gingen brieven van de Nederlandse ambassadeur in Rome naar Stokvis en toen vloog Oltmans er bij De Telegraaf uit.

Het bezoek was de tweesprong voor de aristocratische journalist, die met steun van een in de kinine vergaard familiefortuin de wijde wereld introk, schrijvend voor wie hem hebben wilde, schrijvend wat hij wilde. Soekarno mocht die eigenwijze Nederlander wel en zag hem als een manier om te communiceren met het land waar hij niet welkom was. Ze raakten bevriend. Maar met die spreekbuisfunctie van Oltmans viel het vervolgens wat tegen. Niet alleen de Telegraaf, maar ook de NRC, het Handelsblad en Het Vaderland zegden, op één en dezelfde dag, de relatie op. Een jaar later vestigde Oltmans zich, als vluchteling zoals hij zelf zei, voor 25 jaar in de Verenigde Staten.

In de loop van zijn rechtszaak heeft Oltmans degenen die hem wilden helpen wel eens tot wanhoop gedreven. De Nederlandse Vereniging van Journalisten, die aanvankelijk zijn proceskosten betaalde, trok de handen van hem af toen hij ex-BVD-chef Docters van Leeuwen in Nieuwe Revu een Gestapo-chef noemde. En hoewel hij daar later zijn excuses voor maakte, kwam het tussen hem en de journalistenbond toch niet meer goed.

Wie het slagveld overziet begint zich af te vragen wie er nu dommer was: het ministerie dat met de blote hand een nog zeer kwieke bromvlieg probeerde te slaan, of die bromvlieg die maar rond blijft zoemen tot wanhoop van bijna iedereen.

Oltmans kreeg de bijnaam De eenmotorige mug, hem gegeven door voormalig minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns. Regisseur Theo van Gogh vatte ooit het plan op om een televisiereeks samen te stellen over het leven van Oltmans. De in 1997 verfilmde gesprekken tussen de twee journalisten kwamen later op een dvd terecht onder de titel 'De eenmotorige mug' en zijn hier integraal te zien. Ik moest een traantje wegpikken toen ik die beelden weer zag van Theo en Willem. Dat waren nog eens tijden.

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker

De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.

@Arthur van Amerongen | 13-01-24 | 21:30 | 658 reacties

Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk

Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!

@Arthur van Amerongen | 10-01-24 | 21:50 | 505 reacties

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)

“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)

@Arthur van Amerongen | 03-01-24 | 22:15 | 458 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.