achtergrond

Geenstijl

De Boze Blanke Man — Rechtse schrijvers & dwarsdenkers: Theo Kars, Boudewijn van Houten, Wim Rietdijk en Bart Croughs

De Boze Blanke Man en de Ondergang van Nederland, deel 17

Succesvolle Nederlandse romanciers prediken zonder uitzondering het narratief van kabinet-Rutte IV. Ze omhelzen onvoorwaardelijk Brussel en de EU, knuffelen de islam, waarschuwen voor de klimapocalyps die alleen maar voorkomen kan worden als iedereen braaf naar Holle Bolle Frenske (Vriend van de Literatuur) luistert, ze waarschuwen voor een dreigende volksoproer van het extreem-rechtse blanke falderappes, waarschuwen tegen de fascistische boeren op hun moordtrekkers en brullen dat Nederland per jaar makkelijk 100.000 alleenstaande mohammedaanse jongeren uit Noord-Afrika, Afghanistan en Somalië kan opvangen want da's goed voor de economie en een probaat middel tegen de vergrijzing, en bovendien de enige manier om een einde te maken aan de walgelijke witte suprematie van de Nederlandse gastheren.

Roomblanke schrijvers met het juiste narratief zitten dagelijks in babbelshows op de treurbuis, vullen alle kranten en weekbladen met hun voorspelbare en obligate prietpraat en winnen alle literaire prijzen met hun geëngageerde romannetjes. De jury's bestaan louter uit stoffige, insipide, non-binaire boekenwurmen van de Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad, en het prijzenfestijn is één grote, schaamteloze circle jerk, een waar bukkakefestijn der staatsruiveniers. Het zal me niks verbazen als vice-premier Kaag binnenkort een Kulturkammer voor door D66 goedgekeurde auteurs in het leven roept, de Nederlandse versie van de Unie van Sovjetschrijvers.

Met weemoed denk ik terug aan dwarsdenkers als W.F. Hermans en Gerard Reve, die door hun eigenzinnige, niet-linkse opvattingen tot personae non gratae waren verklaard in hun geboortestad Amsterdam. Reve en Hermans waren schrijvers en polemisten van het niveau van mijn lievelingsschrijvers Louis-Ferdinand Céline, Curzio Malaparte, Jean Genet, T. S. Eliot, Ezra Pound, Ayn Rand, David Mamet, Gabriele d’Annunzio, Kingsley & Martin Amis, Christopher Hitchens, Theodore Dalrymple en Richard Dawkins.

Moskou aan de Amstel plaatste Reve op de zwarte lijst wegens zijn houding jegens apartheid. Zijn hilarische reactie: op die stad zou een atoombom gegooid moeten worden. W.F. Hermans werd hij door het stadsbestuur van Amsterdam tot paria uitgeroepen nadat hij op uitnodiging van zijn uitgever naar Zuid-Afrika was gereisd om lezingen te geven en over literatuur te praten. Hermans was geen voorstander van apartheid, maar een culturele boycot had volgens hem geen enkel nut.

Theo Kars

Theo Kars

Maar de vaderlandse bellettrie kent meer eigenzinnige, rechtse schrijvers. Neem nou Theo Kars en Boudewijn van Houten, die beiden wegens oplichting in de bajes zaten en daar hun eerste boeken schreven. Kars en van Houten richtten in 1964 het literaire tijdschrift Tegenstroom op. De doelstelling: 'Tegenstroom zal alleen die schrijvers aanvallen die irriteren door teveel literaire pretenties, en het zal vooral prikken in de opgeblazenheid van het avantgardisme, zoals dat zich in Nederland uit. Het zal een guerilla gaan voeren om de literaire verhoudingen in Nederland tot de juiste grootte te herleiden.'

De redactie onderscheidde in de heersende Nederlandse verhoudingen drie soorten literatuur. De eerste was die van 'auteurs die conventioneel Nederlands schrijven'. Volgens Tegenstroom waren er in deze groep maar twee auteurs die 'iets te zeggen hebben: W.F. Hermans en G.K. van het Reve'. De rest deed er niet toe: 'De rest schrijft om den brode, doet daarbij journalistiek werk, babbelt voor de radio en doet mee aan spelletjes voor de televisie.'

In het eerste nummer van Tegenstroom werd Harry Mulisch afgefakkeld door Theo Kars: 'Mulisch is een intellectuele – wat iets anders is dan intelligente – uitgave van Lou de Palingboer, hetzelfde verwarde proza, dezelfde quasi diepzinnigheid en affichering van eigen kwaliteiten (Lou noemt zich God, Mulisch een groot schrijver), en hetzelfde boerenbedrog.'

Arno Kuipers in zijn boeiende essay Opkomst en Ondergang van Tegenstroom: "De dure vormgeving voedde de geruchtenstroom over de financiering. De redactie wakkerde die geruchten zelf flink aan in een interview in de Haagse Post van 19 december 1964. De interviewers werden in de ondernemerssociëteit De Groote Club in Amsterdam ontvangen door drie strak in het pak gehulde jonge mannen. Op de vraag 'Wie betaalt Tegenstroom eigenlijk?' antwoordde Kars: 'Ik vind dat een indiscrete vraag, maar ik wil er wel antwoord op geven: Tegenstroom wordt gefinancierd door een buitenlandse mogendheid.' De Haagse post vraagt dan natuurlijk welke mogendheid dat dan is: 'Kars: Dat mogen we niet vertellen.' HP: Wat bezielt die buitenlandse mogendheid? Kars: 'Die heeft er kennelijk baat bij dat de Nederlandse literatuur gezuiverd wordt. Wijzelf worden ook door die mogendheid onderhouden.' Tegenstroom bleek gefinancierd uit de opbrengsten van één van de grootste oplichtingszaken uit de Nederlandse postale geschiedenis. In 1966 volgde de geruchtmakende rechtszaak tegen de oplichters. Kars werd gezien als één van de hoofddaders, Van Houten als belangrijke handlanger."

In 1966 werd Kars daarvoor veroordeeld tot ruim twee jaar gevangenisstraf. In de gevangenis schreef hij de roman De vervalsers, of De opkomst en ondergang van het bediendenwezen (1967). In 1978 werd het boek grondig herzien uitgegeven en later samen met De huichelaars uit 1985 opgenomen in De vervalsers compleet (1992). Boudewijn van Houten publiceerde in 1970 Onze Hoogmoed, zijn roman over de affaire en de amorele vriendengroep die steeds verder het pad van de misdaad opging.

Boudewijn van Houten

Boudewijn van Houten

Renzo Verwer is bevriend met Van Houten en en kende Theo Kars. Verwer heeft een eclectische website en publiceerde een soms bozig, soms lichtvoetig, kritisch en zeer openhartig boek: De liefdesmarkt (2011). Een cultboek.

Renzo: "Boudewijn is zeer betrokken bij de samenleving. En hij is bovenal reactionair - maar lang niet altijd. Van Houten ziet het woord reactionair ook als een compliment. Van Houten werd een grote literaire toekomst voorspeld, maar grote verkoopcijfers bleven uit. Hij werd steeds meer omstreden, met boeken als Hoerenlopen, Erotisch Dagboek en Fout. Fout was volgens mij het eerste boek waarin iemand wiens vader op enig niveau in de collaboratie werkzaam was geweest, over zijn jeugd en over die vader vertelde."

Van Houten in een interview met Verwer: "De behoudzucht van de mensen die zich constant tegen conservatisme beweren te verzetten, is mateloos. Ze willen nog steeds dat je aan dadaïsme doet, ze willen nog steeds dat je de Internationale zingt, ze willen nog steeds dat je modernist bent zoals de kunstenaars dat honderd jaar geleden waren...Ik moet ervan gapen." "Of ik mezelf geniaal vind? Nooit! Geniaal zijn Dickens, Poe, Andersen...Dus ook geen Mulisch of Grunberg, godbetert. We hebben geen genieën in de huidige Nederlandse literatuur. Ik zie mezelf als heel gewoontjes: een man die van literatuur bezeten is en een zekere literaire ontwikkeling heeft (ontbreekt nogal bij mijn tijdgenoten) en die daarom wel mee zou mogen doen, temeer omdat hij leesbaar kan schrijven. Als ik ergens apart in ben, dan misschien in m'n onconventionaliteit. In tegenstelling tot mijn gesubsidieerde en daarom o zo voorzichtige collega's geloof ik dat het niet zo bijster interessant is als je steeds weer de geest des tijds vertegenwoordigt en met veilige ideetjes komt aandragen die in elke krant staan en in elk televisieprogramma verkondigd worden."

Renzo Verwer over Theo Kars: "Ik vond hem niet vaak boos klinken, maar hij was wel behoorlijk conservatief - in heel wat opzichten. Zo was hij tegen kinderbijslag en schreef:

Half Nederland praat over geboorteregeling; niemand stelt voor de kinderbijslag af te schaffen en geleidelijk te vervangen door een progressief toegepaste kinderbelasting. Uit de hardnekkigheid waarmee kerkelijke autoriteiten de gelovigen proberen te bewegen geen voorbehoedsmiddelen te gebruiken, blijkt duidelijk dat sperma, en niet het bloed der martelaren, het zaad der kerk is"

Dit vindt Verwer een van de mooiste Kars-citaten: 'In het nieuwe schooljaar geraakte ik voor de eerste en tegelijk de laatste maal in mijn leven in de merkwaardige gemoedstoestand die als "verliefdheid" bekendstaat. (...) Op grond van zowel mijn eigen ervaring als van mijn observatie van verliefde mensen ben ik tot de conclusie gekomen dat verliefdheid een door gebrek aan nuchterheid ingegeven overwaardering van een andere persoon is, een roes waarop altijd een kater volgt.'

Wim Rietdijk

Wim Rietdijk

Bart Croughs is net zo eigenzinnig als Kars en en van Houten en was een poosje het boegbeeld van libertarisch Nederland. In 1995 verscheen zijn omstreden boek In de naam van de vrouw, de homo en de allochtoon. In dit boek keerde hij zich tegen die drie heilige huisjes van progressief Nederland. In een tijd waarin dat bepaald ongewoon was toonde hij aan waar de pijnpunten van links Nederland lagen. Zaken die met de mantel der liefde werden toegedekt, zoals homohaat door moslims, haalde hij boven tafel. Het boek kreeg een paar zwaar negatieve recensies, maar nota bene het links-activistische Ravage gaf aan dat het boek de vinger op de zere plekken legde. Croughs spotte in dit boek met onder meer Youp van 't Hek en met feministes als Malou van Hintum en Frits Barend.

Croughs over anti-racisme: "Freek de Jonge is een van de anti-racisten die zoveel gezag genoot dat hij helaas op het nippertje de dans kon ontspringen. Toen hij met de zwarte actrice Gerda Havertong op bezoek ging bij blanke racisten in Zuid-Afrika – echte racisten voor de verandering – werd Gerda beledigend behandeld: ze mocht niet naar de gewone wc , maar moest naar een speciale plee voor zwarten. Freek, die in Nederland altijd zo dapper tekeer kon gaan tegen die schandelijke racisten in Zuid-Afrika, stond erbij en keek ernaar, zonder iets te zeggen. Verzetsheld spelen is leuk, maar het moet natuurlijk wel gezellig blijven."

Professor. dr. J.H.T. Joosten (Jos), sinds februari 2006 hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, schreef in het literair-culturele tijdschrift Dietsche Warande & Belfort over het boek van Croughs: Tussen de regels is een aardig psychogram samen te stellen uit deze essays: Croughs woont op een kamer bij een hospita, op zijn nachtkastje ligt Otto Weininger, hij is werkloos en heeft een uitkering, zit derhalve permanent onder de armoedegrens, terwijl de rest van Nederland - allemaal intellectuelen en stuk voor stuk feminist, homo of antiracist - 'een fikse boterham verdient met z’n strijd tegen het racisme'. Het is overigens de schuld van die intellectuelen 'dat nogal wat Nederlanders de aanwezigheid van allochtonen niet als een verrijking beschouwen' . Daar komt bij dat je tot zijn grote verdriet ‘'egenwoordig van een vrouw die er lekker uitziet niet meer [mag] vinden dat ze er lekker uitziet,' omdat 'blanke mannelijke heteroseksuelen de enige bevolkingsgroep vormen die ongestraft beledigd mag worden.' Want dat is overduidelijk: vooral wat betreft man/vrouw-verhoudingen zit er iets niet lekker. Croughs is geobsedeerd door macht en vrouwen, en vooral door de combinatie van de twee. De lezer krijgt overigens - ongetwijfeld ongewild - af en toe wel een vermoeden waarom Crough zoveel moeite met vrouwen heeft. 'Om een recent voorbeeld te geven: kost het draaien van een direct-apartnummer voor heren doorgaans een gulden per minuut, om genoeg vrouwen te lokken mogen die van de 06-bazen geheel gratis bellen (Overigens een schandelijk staaltje van directe discriminatie (...)).'

Croughs gaf nog een poosje een literair tijdschrift uit, 'Reactie', en verdween toen van de radar en reist nu over de hele wereld. Zijn artikelen en essays zijn hier en daar te vinden op internet en nog zeer actueel. Zoals deze: De wetten van het progressieve denken 1. De wet van het abjecte Westen.

*"De intellectuelen die voor de nare gewoonten van andere culturen overlopen van begrip, die beweren dat we onze waarden niet zomaar aan de immigranten mogen opleggen omdat waarden nu eenmaal relatief zijn en het uiterst imperialistisch en paternalistisch, zo niet racistisch is om te menen dat onze waarden beter zijn dan die van andere culturen - diezelfde intellectuelen leggen ten aanzien van het verleden vaak wel een grote mate van waardevastheid aan de dag. *

*Het koloniseren van Afrika was bijzonder schandalig, de Amerikaanse slavenhouders waren grote schoften, Columbus was een grote schoft, enzovoorts. Ook deze schoften leefden in een cultuur die, dit keer door de afstand in de tijd, beduidend van de onze afweek, maar merkwaardig genoeg is dat geen grond voor clementie. *

*Een opmerkelijk verschijnsel, want je zou verwachten dat waarden ofwel als absoluut worden beschouwd - geldig op alle plaatsen en in alle tijden - ofwel als relatief - zowel plaatsgebonden als tijdgebonden. De combinatie van relativisme met betrekking tot plaats en absolutisme met betrekking tot tijd is dus nogal raadselachtig. *

*Maar dit raadsel verdwijnt al snel zodra de eerste wet van Croughs wordt toegepast: 'De wet van het abjecte Westen'. Deze wet luidt: 'Bij een conflict tussen westers en niet-westers kiest de progressieve intellectueel voor niet-westers'. *

Door toepassing van de wet van het abjecte Westen wordt het samengaan van cultuurrelativisme en 'tijdsabsolutisme' afdoende verklaard. Columbus versus de Indianen, de Amerikaanse slavenhouders versus de slaven, de kolonialen versus de gekoloniseerden - dit zijn allemaal gevallen van conflicten tussen 'westers' en 'niet-westers'. In deze gevallen zou waardenrelativisme te zeer in het voordeel uitvallen van 'het Westen'. (Bijvoorbeeld: 'je moet de daden van de kolonialen zien in hun tijd, toen vond men dat nu eenmaal gewoon', et cetera.) Bij tegenwoordige conflicten tussen 'westers' en 'niet-westers' past wel waardenrelativisme, omdat dit in het voordeel uitvalt van 'niet-westers'."

Op de valreep noemt de enthousiaste Verwer de natuurkundige en wiskundige Wim Rietdijk (1927-2020), van wie ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord had. Verwer: 

"Wim was politiek incorrect toen dat woord nog niet bestond. Hij was al immigratie-kritisch toen dat echt een enorm taboe was. Ook schreef hij boeiend over leugendetectoren, over rationele liefdesmarkten, over IQ-verschillen tussen groepen mensen, de leugenachtigheid van politici en de onzin van moderne kunst. Tevens is hij Nederlands meest geciteerde moderne filosoof. Zijn ideeën zijn werkelijk allesomvattend. Rudy Kousbroek mocht hem dan ooit een ‘infantiel wereldbeeld’ aanwrijven, er waren en zijn nog steeds liefhebbers van het werk van Rietdijk. Onder hen ikzelf, maar bijvoorbeeld ook televisie- en radiomaker Jan van Friesland. Deze publiceerde Einsteins god dobbelt niet (Aspekt, 2012), waarin hij Rietdijk allerlei vragen stelt over met name diens radicale natuurkundige werk. Journalist Kees Sluys schreef in 1995 naar aanleiding van Rietdijks magnum opus The Scientifization of Culture een beschouwing over het maatschappijkritische werk van Rietdijk."

Verwer vindt dit een van Rietdijks mooiste citaten: 

"Mijn oplossing [voor het drugsprobleem] zou zijn: verplaats het beleid praktisch volledig naar gedwongen afkicken en laat degenen bij wie dit niet lukt rustig sterven aan overdoses. Verslaafden parasiteren op de samenleving en geven vaak overlast. (...) Het wezenlijke voordeel van mijn oplossing is dat de verslaafden makkelijk zijn te vinden en de handelaren nauwelijks."

Van Boudewijn van Houten is zojuist een nieuw boek verschenen, meldt Verwer op de valreep: Doggy Dog en andere verhalen.

Boudewijn van Houten woont al decennia in België: 'Nederland is als een schrijver van wie je in onnozele jaren alles gelezen hebt. Dan blijf je hem zo'n beetje volgen, al zie je er niet zo veel meer in. Nederland is zo klein dat er slechts plaats is voor één enkele literaire stroming. Hoor je daar niet bij, vergeet je literaire leven dan maar. In Frankrijk (en Engeland en andere grote landen) is uiteraard ook een hoofdstroom, maar schrijvers van een ander genre kunnen eveneens voortbestaan - moeilijk, maar ze behouden in een kleine kring een succès d'estime. Neem Cioran: tot vlak voor zijn dood werd hij niet hoog geacht, maar de meest aanzienlijke uitgever, Gallimard, bleef hem toch uitgeven. Op een gegeven moment breken dat soort auteurs soms door, want het publiek heeft kennis kunnen blijven nemen van hun geschrijf - en heel belangrijk: ze hebben zich kunnen blijven ontwikkelen. In Nederland sterven buitenbeentjes af.'

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker

De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.

@Arthur van Amerongen | 13-01-24 | 21:30 | 658 reacties

Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk

Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!

@Arthur van Amerongen | 10-01-24 | 21:50 | 505 reacties

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)

“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)

@Arthur van Amerongen | 03-01-24 | 22:15 | 458 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.