achtergrond

Geenstijl

Kerst. Verlichting.

NL8903_7.jpgDe ik-vorm is een verderfelijke stijlvorm. Narcisme afgekort tot twee letters om een columnist het epicentrum van de wereld te maken - maar te vaak verzuimen die ikjes om de lezer aan de hand te nemen naar het Narnia dat voorbij het eiland van hun egomane nepotisme ligt. Weinigen, zeer weinigen komen er mee weg.

Theodor Holman lukt het.

In zijn Parool-columns verpakt de nestor onder de naargeestige kinderen van Theo van Gogh zijn angsten in alinea’s en zijn vrezen in verzen op een manier die niet in alle maar wel in veel gevallen iets veel omvangrijkers laten zien dan alleen de emoties van de auteur zelf. Ze beschrijven het naderende onheil dat ons allemaal overschaduwt. Onrust, onvrede en nog veel meer onbestemde emoties die met on- beginnen en die door velen gevoeld worden, niet in de laatste plaats omdat ze met korter wordende tussenpozen tastbaar worden.

Charlie Hebdo. Steenbergen. Bataclan. Geldermalsen. “Wir schaffen das” versus “Kom in verzet”.

En allemaal draaien ze linksom of rechtsom om hetzelfde thema: Islam en de islamitische cultuur in Europa - hét maatschappelijke probleem van de 21e eeuw. Hoe hardnekkig het ook wordt ontkend en genegeerd door pers & politiek: we moeten kennelijk de ideeënstrijd van de jaren ’60 en ’70 opnieuw voeren, ditmaal tegen een set bijzonder slechte religieuze ideeën die een nog hardnekkiger monopolie op de waarheid plachten te hebben dan de christelijke zedenmoraal van een halve eeuw geleden. En ditmaal is de religie in een giftig huwelijk verbonden met etniciteit, wat de bestrijding, ontmanteling of zelfs maar het bekritiseren van deze religieuze ideeën bijzonder moeilijk (en zelfs levensgevaarlijk) maakt. Een tekeningetje kan je doodsvonnis zijn.

60.000 Fred Teevens
Om één van Holmans recente pennenvruchten, een als vers verpakt pleidooi voor meer Fred Teevens zolang er maar minder islamieten mogen zijn, regende het dreigementen van opzegging richting Parool - niets minder dan kreten om een Berufsverbot - en natuurlijk hagelde de verwijten, verwensingen en valse beschuldigingen neer op de ouwe Holman. Racist, xenofoob, “bange oude man”, PVV’er. Een trieste respons op een columnist die zich kwetsbaar durft op te stellen, juist door met zijn ik-vorm voor zichzelf te spreken in een kwestie waarin hij de (stille) verzuchtingen van velen verwoordt. De eigenzinnige eenling is vogelvrij - en dat weerhoudt andere eenlingen ervan om zich los te maken van de groep. Gelijk de islam, is het Nederlandse gevestigde opinielandschap wars van weerwoord.

Op de drempel van 2016 lijkt de vrijheid van de columnist in Nederland nog slechts zo groot als zijn huid dik is in de bruine moerassen waar de moraalmilities en de meningenpolitie hun patrouilles lopen.
Ik heb altijd actief de breedte opgezocht, zowel politiek als maatschappelijk. Zo was ik ooit (ver voordat Pechtold het deftige droeftoeterpopulisme introduceerde waar de partij nu zo onder lijdt) naïef gecharmeerd van de als nuchtere nuance vermomde nietszeggendheid van D66. Recenter liet ik me valselijk verleiden door de liberale slogans die de brallerige, zelfs naargeestige leegte van de VVD moeten verhullen. Balkenende vond ik ooit een wat stijve edoch keurige man, de mensen achter GroenLinks leken me vooral lief en onschuldig en die van de PvdA altijd misplaatst pedant, maar dat laat onverlet dat er PvdA-stemmers onder mijn beste vrienden verkeren. SP’ers zijn eveneens goede bar- en biergenoten. Er staat een lidmaatschap van de Dierenbescherming op mijn naam (nou ja, niet op mijn naam maar wel op mijn bankrekening), ik ben een bescheiden donateur van Bits of Freedom en ook kankeronderzoek krijgt altijd knaken - als ik ze contant heb, gebiedt de eerlijkheid te zeggen. Ik ben ooit tégen Israël geweest en vóór de Palestijnen - tot ik me beter liet informeren door de feiten. Nu kan ik de Palestijnen niet meer zien als “onderdrukt volk” en beschouw ik Israël als een baken van fysieke terughoudendheid in de meest explosieve regio op aarde. Want welke natie klopte ooit eerder in de geschiedenis van de mensheid netjes op het dak met een zak zand om de bewoners te waarschuwen, alvorens een wedervergeldende bom af te werpen op de geëvacueerde woning?

Stemmen op landelijke politici doe ik inmiddels niet meer omdat ik geen gewetensvolle keuze meer kan maken. Discussies over Israël en de Gaza-gebieden ga ik uit de weg omdat ze nooit voorbij de geijkte ideologische impasses komen. Een discussie waar niemand bij wint maar waarbij iedere deelnemer zich alleen maar dieper ingraaft, slijpt niet de geest, die voedt slechts de wederzijdse afkeer.

Verander vastbesloten van mening
Maar omwille van de drift tot participatie in iedere vorm van publiek debat ben ik altijd blijven zoeken naar uiteenlopende meningen, om te discussiëren met voor- en tegenstanders van alles waar ik zelf tegen of voor was. Op verjaardagen of in de kroeg en natuurlijk online op webfora en in vage chatgroepen, ooit op Facebook en nu slechts nog in de beperkte speelruimte van Twitter kan ik eindeloos (en OK, soms ook oeverloos) emmeren over politiek en samenleving. Mijn favoriete Loesje-poster is en blijft: “Verander vastbesloten van mening.” Geef me een beter inzicht dan het mijne en ik adopteer ‘m, want ik wil er niet langer naast zitten dan strikt noodzakelijk is - al zul je altijd voorbij de poortwachters koppigheid en eigengereidheid moeten redeneren om me te overtuigen. Mensen die mij (persoonlijk) kennen, kunnen - hopelijk - beamen dat ik in de meeste gesprekken de nuance van de ratio verkies boven de drammerige vastberadenheid van dogmatisme.

De liefde voor het publieke debat leidde naar BBrussen.nl, DeJaap (nu TPO) en daarna, begin 2011, naar GeenStijl, een website die in mijn ogen hardnekkig voorbij het eigen gelijk is door immer de ratio te laten prevaleren boven welk ideologisch dogma dan ook. Een boef is een boef, een graaier een graaier, een (politieke) leugen een leugen en een Totale Lul behoeft weinig duiding als we de beelden kunnen tonen. Het is namelijk echt allemaal niet zo ingewikkeld als sommigen ons willen doen geloven. What’s right is right. Boerenverstand. Gezónd verstand.

Dat mijn eigen opiniërende uitingen vaak expliciet een kant kiezen, is het (voor mij) logische gevolg van het samenspel van mijn liberale, conservatieve en libertaire overtuigingen met de wens om discussie aan te jagen - in de hoop op vruchtbare uitkomsten. Democratie en vrijheid bestaan immers alleen bij de gratie van onenigheid, gevolgd door debat. Participatie daarin is de sleutel tot preservering van die principes. Door zo veel mogelijk kleuren te onderscheiden, blijft het palet breed geschakeerd en kan er vanuit een groot spectrum gewerkt worden aan de meest pluriforme afschildering van de samenleving, zowel in Den Haag als in de dagbladen en op de buis, en daarmee in het publieke debat. Wanneer je uit het oogpunt van veilige eensgezindheid alle kleuren met elkaar begint te mengen, vloeit daar immers een hoogst onvriendelijk getint bruin-zwart goedje uit voort. Voor velen misschien een mooi kleurtje voor op de wanden van hun safe space, maar het is de schildering van een schrikbeeld voor anderen. Want weet je welke schilder ook bruin als huiskleur hanteerde…?

Je hoeft het niet te zeggen
Helaas is dat waar we op slag van 2016 zijn aanbeland. De kleuren zijn vermengd geraakt, hetgeen in een paar jaar tijd heeft geleid tot een opiniërende eenheidsworst die ieder afwijkend kleurtje opslokt met het vernietigende venijn van een VARA-tafel vol samengebalde afkeer van alle opvattingen die niet aan de morele staalkaart van het Mediapark voldoen. Ja hoor, natúúrlijk mag je je vrije mening uiten, niemand zal je een strobreed in de weg leggen - maar hoed je dan wel voor de gewetenloze geseling die er op volgt. Je mág het zeggen, maar je hoéft het niet te zeggen - We wrijven het er graag in bij elkaar in de hoop dat de lieve vrede ons niet verlaat.

Je kan het proberen te ontkennen, maar het klimaat bestáát in Nederland waarin Pim Fortuyn kon worden afgeschoten, waarin de islamitische slachtmoord op Theo van Gogh niet kon worden voorkomen en waarin een cartoonist - Gregorius Nekschot - door tien man AT van zijn bed werd gelicht, waarna hij de dop voorgoed op zijn inktpot schroefde en nu, zoveel jaar later, nog steeds het gevoel heeft dat hij over zijn schouder moet kijken. De daders waren een linkse idealist, een moslim en een (christelijk) politicus, dus het gevaar voor de vrijheid komt ook nog eens van alle kanten.

Het houdt bovendien niet op bij twee moorden en artistieke zelfdoding. De ooit door links gekoesterde Arthur van Amerongen - een profeet, zo blijkt nu - was de zoveelste banneling met een Berufsverbot in de zwartste tradities sinds de Affaire Buikhuisen, de linkse journalist Joost Niemöller is iets te gretig tot paria verklaard en zelfs de lieve, zachtmoedige en intelligente Theodor Holman blijft geen verwijt bespaard omwille van de emoties die hij zo openhartig waagt te beschrijven. Actief PVV'er? Hoop dan maar dat je je zetel behoudt na de volgende verkiezing, want een normale baan wordt moeilijk.

Er gaan - terecht - mensen op de bres voor Asha ten Broeke als ze door kwade geesten verbaal vernederd wordt omwille van een stellig stukje, maar waar zijn die mensen als de onwrikbare Ebru Umar weer eens door het slijk getrokken wordt of, zoals recentelijk enkele malen gebeurde, fysiek geïntimideerd werd? Wie bepaalt dat de belaging van Jan Roos deze zomer wel verzonnen moet zijn omdat Jan Roos nou eenmaal een “racist” en een “haatzaaier” is, waarom is Hilde uit Oranje een “tokkie” wanneer ze haar machteloosheid wat ongelukkig probeert te uiten na een zoveelste door Den Haag verbroken belofte, hoe kan het in godesnaam zo zijn dat het intellectuele vedergewicht Tofik Dibi, die zijn persoonlijke frustraties kanaliseert via bekrompen wraakgevoelens, het tot “politiek commentator” schopt bij Jeroen Pauw? En als het je wat minder moeite dan gemiddeld kost om de vrije meningsuiting van de democratisch gekozen PVV-leider Geert Wilders te verdedigen omdat je nou eenmaal iedere vrije uiting van meningen de ruimte wilt geven, ben je geen verdediger van het vrije woord, dan ben je een verdachte. Je besmeurt jezelf en zelfs je professionele reputatie als je het waagt te zeggen dat ook Geert Wilders wel eens hout snijdt met zijn betogen of zelfs in zijn tirades.

Wat is vrijheid van meningsuiting waard als deze alleen in vrijheid beleden kan worden door en met degenen met wie je het eens bent?

De verhanging van de hyperbool
Andersom is het spelletje overigens net zo goed verzuurd geraakt. Bij GeenStijl was ‘Gutmensch’ ooit een geinige hyperbool, maar dankzij de immer charmante spreekbuizen der sociale media is die term nu zo’n beetje het minst agressieve verwijt dat je vanuit het kamp van schuimbekkend Verongelijktië naar je kop geslingerd kunt krijgen. Ook empathische verdedigers van de vluchtelingeninstroom worden net zo makkelijk voor “landverrader” uitgemaakt als de gemiddelde PVV’er het stempel "fascist" krijgt opgedrukt, en "eurofiel" is nog wel de minst nare ziekte die je toegewenst kunt krijgen wanneer je het waagt om jezelf als pro-EU te profileren.

Het is allemaal zo zuur geworden, en in dat zuur lost iedere poging tot dialoog op - om over de humor die ooit in de hyperbool besloten lag nog maar te zwijgen. Ik mis die humor. De zelfspot. Het gniffelen. Het proesten. Humor, hard of zacht, zou leidend moeten zijn in het verkennen van de morele groepsgrenzen. Maar zelfs de ironie is tot vlees en bloed verworden en daarmee door de werkelijkheid ingehaald. Zij wordt nu zelden nog zonder spelfouten opgediend op marcherende spandoeken die worden gedragen door mannen met donkere capuchons.

Toch is er een significant verschil tussen de woedende en taalverloederende Facebookers en het bruine moeras van de mainstream moraal: behalve de PVV is er bijna niemand in politiek of media die voor de zorgen, angsten en al dan niet terechte emoties van deze diep teleurgestelde, boze, verontruste en/of bange mensen opkomt. Andere partijen veinzen dat ze “de zorgen begrijpen” en beweren dat “er beter naar de bezorgde burger geluisterd moet worden”, maar het eerste is niet waar en het tweede doen ze niet.

Lafheid vermomd als tolerantie
Toen de bezorgde burger nog sociaaldemocratisch stemde, was hun maatschappelijke achterstand ideologisch op te lossen met verheffing van het volk. Nu “ze” naar de PVV zijn overgestapt, zijn het ineens verwerpelijke wezens die, behalve een iets te banale zichtbaarheid via hun Facebookaccount, helaas ook stemrecht genieten en met die constatering is de weg vrij voor ongeremde beschimping. Verdedig deze “bezorgde burger” omdat er niet zelden gezond boerenverstand en reële, tastbare zorgen en problemen achter hun onmachtige uitingen schuilgaan en je wordt met hun pek besmet alsof het verheffingsideaal van de PvdA nooit bestaan heeft. Verheffen doen we niet meer in de status quo van 2016. Te confronterend in een confrontatie-mijdende samenleving - liever vermommen we onze lafheid als tolerantie en proberen we zo hard met dat vlaggetje te wapperen dat niemand meer ziet in wat voor modderschuit die vlag is geplant.

Sussen, dat is nu het nieuwe toverwoord. Stil maar, niet verroeren. Als alle subversieve geluiden zijn gesust, zal de zon de zorgenwolken verjagen en reiken de regenbogen weer tot de einder - hoewel de pot met goud ondertussen wel aardig leeggeroofd is.

Het maakt me moe. Moedeloos, ook. Daar sta ik dan, met de overtuiging dat het debat breed en pluriform - en niet beklemmend - gevoerd kan en moet worden in een gezonde democratie.

Naïef? Waarschijnlijk. Goedbedoeld? Absoluut. Maar het is zinloos gebleken - of althans: geworden. Zelfs in mijn meest naaste kringen wordt kwaadsprekend over me geroddeld, en over mijn werk. Er wordt zelfs tegen familieleden gezegd dat ze verbaasd zijn dat ik uit hetzelfde gezin kom. Doet dat pijn? Neuh. Het tekent vooral de dogma’s, zo niet de intellectuele luiheid van degenen die het zeggen. Maar een eindeloze reeks aan dit soort kleine gebeurtenissen in mijn vijf jaar bij GeenStijl drijven me naar een besluit dat ik niet lichtzinnig wil nemen, en waarom ik dus het arrogante idee heb postgevat om er een hoogst ongebruikelijk stuk tekst in de door mij zo verfoeide ik-vorm aan te wijden.

Trigger warning: confronterend woord in het volgende blokje!
Ik ben er namelijk van overtuigd, nee: ik wéét dat ik rechtvaardigheid, redelijkheid en ratio als leidende motieven hanteer, en dat ze mij tezamen met een goede algemene ontwikkeling en een beschaafde opvoeding een open vizier verschaffen om me op een eerlijke manier in het publieke debat te kunnen mengen. Anderen dwingen me desalniettemin continu in het defensief.

Ik doe het niet meer. Of wacht, laat me dat wat duidelijker uitspreken: Kanker allemaal maar op.

Zo. Meteen iedereen afgehaakt die niet voorbij De Toon kan kijken. Mooi, want die lui hebben sowieso de intellectuele diepgang van een soepbord.

Ik ben er klaar mee om over mijn werk en opvattingen te spreken vanuit een defensieve grondhouding. Ik heb nooit gevonden dat ik iets te verdedigen heb, maar toch kwam ik mezelf de afgelopen jaren te vaak tegen als iemand die stond uit te leggen waarom hij doet wat hij doet. (Welja, na de ik-vorm ook al een zin in de derde persoon.) Of het nou masterstudenten Media & Dinges waren die zich afvroegen ‘of GeenStijl wel journalistiek is’ omdat het 'zo racistisch kan zijn' tot de hoogbejaarde muziekredacteur van NRC die me ooit tijdens een bijeenkomst voor een muziekblad waar we beiden destijds voor schreven toebeet dat ‘GeenStijl aan de wortel staat van alles wat er mis is in Nederland’: ik ging altijd het gesprek - of de discussie - aan vanuit een overtuiging dat het een bespreekbare zienswijze was van de ander, en geen diep ingesleten, onwrikbare vooringenomenheid.

Dat was het natuurlijk wel.

Steeds stond ik dan tóch weer mezelf of mijn werkgever te verklaren of te verdedigen in gesprekken die steevast eindigden in het volstrekt onbevredigende gevoel dat ik niemand had overtuigd omdat de tegenpartij nooit, ik herhaal: letterlijk nooit bereid is om voorbij de toon of de vorm te kijken. Het is het meest zwakzinnige zwaktebod van allemaal: als je de inhoud of de standpunten niet onderbouwd kunt weerleggen, verlaag je je maar tot een (grappig genoeg meestal zeer onbeleefde) verhandeling over De Toon. Als je er van overtuigd bent dat je aan de goeie kant van de fatsoenskloof staat, mag je namelijk elk denkbaar retorisch middel hanteren om andersdenkenden laatdunkend mee te duiden: racisten, xenofoben, haatzaaiers, domrechtse tokkies, PVV’ers… Niet per se agressief, maar wel altijd met de intentie om te diskwalificeren en uit te sluiten. Dan is het geen schelden, dan heet het opkomen voor ’Het Fatsoen’ en dan blijft het tenminste gezellig - scheuren in de muren van het huis van de samenleving bestaan immers niet zolang je d’r een behangetje van behaaglijke bewoordingen voor hangt.

Weigerambtenaren en voorleesmoeders
Mijn ideaal van een breed debat met alle principiële kleuren die je kunt krijgen, is ten lange leste gestrand in het bruine moeras van deze giftige morele mediaan. Eén voor één viel alles af. Het vertrouwen in de goede bedoelingen van politiek Den Haag sneuvelde jaren geleden al. Ook al wist ik het toen nog niet, GeenPeil werd geboren uit een wens voor een gezond alternatief op de dag dat ik besloot om nooit meer te gaan stemmen omdat ik mezelf niet langer voor de gek wilde houden, in zo’n mal hokje met een rood potloodje in m’n handen. Lang verhaal kort: Jeanine Hennis en haar principiële alsook opportunistische verraad rond de weigerambtenaar waren de rechtstreekse aanleiding. Nooit meer laat ik me zo misbruiken voor andermans egoïstische carrièrewensen.

De democratische vertegenwoordiging in Nederland is inmiddels net zo’n bruin moeras van verstikkende one size MUST fit all middelmaat als waarin de media zich heeft vastgezogen. Dat de huidige coalitie van ‘ideologische opponenten’ PvdA en VVD al ruim drie jaar stand houdt, is daar het bewijs van. Zoals ook de instemming van GroenLinks met de Kunduz-missie voor mij definitief bewees dat Den Haag gevuld is met knotsgekke idealisten en opportunisten die bereid zijn elkaar op alle fronten tegemoet te komen om de status quo in de kaasstolp in stand te houden - zelfs als er volstrekt irrationele politiemissies met waanzinnige toezeggingen nodig zijn om ieders belangen in balans te houden. Dit jaar komt de afhandeling van MH17 daar nog bovenop als bewijs van de dood van het dualisme: als zelfs 198 onschuldig gedode landgenoten niet meer voldoende zijn om partijbelang te overstijgen in belang van een groter goed, is niets het meer.

Den Haag voert niet alleen een strijd tegen de rechtvaardigheid en het gezond verstand, maar ook tegen het electoraat - en daarmee tegen de vertegenwoordigende parlementaire democratie.

Met de staatsomroep is het net zo tragisch gesteld. Een paar jaar terug ben ik al gestopt met DWDD, een uitermate dom programma waar ik tot dan met frisse tegenzin maar vanuit een vorm van beroepsdeformatie naar keek. In 2015 ben ik zo veel mogelijk gestopt met het überhaupt kijken naar NPO-programma’s. Letterlijk nooit meer een NOS-journaal, hooguit een handjevol Nieuwsuur-items (alleen achteraf, en alleen als er #ophef over was) en misschien 2 of 3 keer naar Pauw - als Jan Roos er zat voor GeenPeil. Al met al heb ik in 2015 hooguit zo’n 25 uur NPO-zendtijd hoeven verwerken en dat scheelt een boel chagrijn voor iemand die zich simpelweg te intelligent en te goed belezen in de actualiteiten acht om door de nationale voorleesvaders en -moeders voor zot gehouden te worden.

Voorspelbaar in je broekje
NPO-anekdote: met Jeroen Pauw en VARA-redacteur Peter Kee sprak ik op 28 september jongstleden, op de avond waarop Jan Roos in het lichte borrelprogramma aan tafel zat, na afloop van de show over de zegetocht van GeenPeil. Ik was doodmoe maar euforisch: het referendum was binnengehaald en ik was derhalve met Jan meegegaan om als klapvee in de zaal te gaan zitten. Pauw bekende na afloop boven een biertje (ik, hij drinkt wijn of whiskey) dat hij GeenPeil een interessant initiatief vond, eentje die een bepaalde noodzaak heeft om de vastgeroeste politiek van wat smeermiddel te voorzien. Het verbaasde me eigenlijk niet dat Pauw er zo over dacht, want hij kwam altijd al op me over als een beknotte kwajongen die graag met iets meer schwung en scherpte de discussie aan zou willen gaan dan de gestaalde kaders van de VARA hem toelaten. Noem me naïef, maar ik was aansluitend alsnog volstrekt verbouwereerd toen de man die wekelijks sprekers uit eigen stal als Peter R. de Vries, Ferry Mingelen en Sanne Wallis de Vries aan tafel heeft zitten om keer op keer (en ten gunste van zijn eigen "Talent Kitchen") hetzelfde verhaal te vertellen, vervolgens verklaarde, met zijn neusje in de lucht, dat hij GeenStijl verder vooral “voorspelbaar” vond. “Meninkjes”, “op internet”, zei het boegbeeld van de meninkjes op televisie. Ineens zag ik alleen nog het lullige grachtengordeldasje dat om zijn nek geknoopt zat - en voelde ik het bijtende zelfverwijt door mijn achterhoofd knagen. Ik en mijn open vizier waren er wéér ingetuind.

Uit vele hoeken daalt de zeikende regen sinds die historische 28e september neer op GeenPeil. Sans ironie belasteren columnisten van het FD, VVD Kamerleden en politieke opportunisten van het klootzakjeskaliber Rob de Wijk een wettelijk legaal en zeer breed ondersteund initiatief als een missie van “Poetinvriendjes”, een frame dat gretig in stand gehouden wordt door diverse media. VVD-klucht Arend-Jan Boekestijn zag in GeenPeil zelfs een gouden kans om weer relevant te worden in de telefoonklapper van de NPO en kotste dagenlang zijn intense afkeer over Twitter uit. (Hij werd overigens door niemand gebeld. Je overdreef je Spiel ook wel een beetje, AJ.) Ook Parool, Trouw, Volkskrant en vooral het sterfhuis NRC bulken desalniettemin van de GeenPeil-haat, die bovendien zelden dieper gaat dan het besmeuren van de initiatiefnemers - op inhoud hebben ze geen enkel verhaal. GeenPeil-woordvoerder Jan Roos een domme lul noemen, of hem op pagina 2 van de Azijnbode afbeelden als een rat, is voldoende “bewijs” dat het referendum stinkt.

Huillachen
Ik moet er maar om lachen, zeggen mensen me, om de panikerende elites die zich geen raad weten met deze massieve motie van wantrouwen van een half miljoen mensen, die nota bene keurig volgens de regeltjes op hun eigen speelveld wordt uitgespeeld. Ineens lopen er gewone burgers & bloggers op een veld waar normaal alleen culturele, journalistieke en politieke elite elkaar treffen om te strijden om een plekje in de jaarlijkse Volkskrantlijst van 200 Meest Belangwekkende Diknekken. Ghe.

Sure. Ik weet dat ze gelijk hebben, van dat lachen, en het is ook echt wel met een mengeling van verbazing en vermaak dat ik hun opzichtige ongemak gadesla, Maar het kost me moeite om er van te genieten, want het stemt me hoe dan ook droef hoeveel weerstand deze oprechte poging om de noodklok over de democratie te luiden bij "de elite" oproept.

Wederom naïef, natuurlijk, maar ik had gehoopt dat de hyperbolische gedachte dat het volstrekt niet meer uitmaakt wat het electoraat, het volk en de kiezer wil in onze democratie, geen waarheid zou worden. Dat werd het vanzelfsprekend wél: Brussel bepaalt, in summier samenspel met Den Haag, en alles daaronder is irrelevant geworden - alleen nog goed voor het oppakken van de rekening. Elke nieuwe partij die aan de regeringsmacht komt, danst op dezelfde ketelmuziek van méér EU, elk tegengeluid wordt pertinent weggewuifd en neergezet als dissident, ongeloofwaardig en, natuurlijk, "angst om achter de dijken vandaan te komen." De EU is alleen bespreekbaar binnen het voldongen feit van supranationaal bestuur. Nationalisme en soevereiniteit zijn verboden woorden. Die gedachte wordt met venijn kracht bijgezet door columnisten en commentatoren, critici met vitriool bestreden. Zo ook GeenPeil, want Het Reservaat vreet goed van de status quo die ze zelf in stand houden. De media en de (culturele) elite zijn daarmee net zo schuldig aan het verval van de democratie als de politiek.

Als je niet ziet dat er grote scheuren in het huis van de democratie zitten, als je niet ziet hoe diep de giftige onvrede in de fundamenten is doorgesijpeld en als je niet wil erkennen dat er in het afgelopen decennium een hoge noodzaak voor serieuze restauratie is ontstaan om de democratie op een verantwoordelijke manier de 21e eeuw in te leiden (én dat GeenPeil die handschoen probeert op te pakken) dan ben je te dichtgetikt, te dom en/of te afhankelijk van de elitaire status quo om het te snappen - en daarmee ben je in de eerste plaats een onderdeel van het probleem.

Feitelijke obstructie
Dat is niet alleen een gevoel, het is een feit. Het rechtstreekse, meetbare effect van de politieke paniek die we bij GeenPeil registreren, is de fysieke tegenwerking die we ervaren in de vorm van beperkte middelen voor het referendum, de onwil van het kabinet om campagne voor hun standpunt te voeren en een bezuiniging op het aantal stemlokalen door veel gemeentes die ‘een verwachte lage opkomst’ als vals (want onvoorspelbaar) argument opvoeren. Kip/ei: komen er minder mensen, waardoor je minder stembureaus hoeft te openen? Of komen er juist minder mensen wanneer je minder stembureaus opent? De weigergemeentes beweren A, het antwoord is absoluut B - en B ruikt, voelt en smaakt naar een moedwillige obstructie van het democratisch proces. Als we daarmee één ding moeten vrezen, is dat GeenPeil te laat komt om het tij nog te keren: rechtmatige inmenging in het democratische proces in een poging om de trage treinramp te voorkomen, wordt immers actief bemoeilijkt door de bestuurders.

De laatste druppel viel in Parijs. Zelfmoordmoslims blazen zich op in restaurants, gewapende jihadisten dringen een concertzaal binnen en schieten nog eens tachtig mensen dood. De vraag was nooit óf het zou gebeuren, maar waar, wanneer en in welke hevigheid. Het werd alweer Parijs, vrijdag de dertiende november, en het kostte zo’n 130 levens. De walging over de daad van mensen waarvan je weet dat dit hun doel is, verbleekte al binnen enkele uren in het moeras van de zelfverwijten, vingerwijzingen en hardnekkige ontkenningen van “ons”. Iedereen had het gedaan, behalve de Koran. Bij Charlie Hebdo hadden de ontkenners, wegkijkers en But Brigades tenminste nog het fatsoen om een week of wat te wachten voordat het intens smerige ‘ja maar ze vroegen er ook wel een beetje om, met hun tekeningetjes’ het discours begonnen te vervuilen. Bij Bataclan hadden ze die uitweg niet, en tóch lag de schuld al akelig snel bij het Westen, “onze” bemoeienis in het Midden-Oosten en natuurlijk de sociaaleconomische omstandigheden in de banlieues. Ook Marine le Pen en Geert Wilders hebben het gedaan, met hun “islamofobie” en “haatzaaiende” uitspraken. Gekmakend is het dat de daders van extreem bloederig religieus geweld worden vrijgepleit van hun fysieke acties door de schuld bij de woorden van democratisch gekozen politici te leggen.

Verkeerde vrienden, verkeerde vijanden
Helemaal ziekmakend is het idee dat deze Westerse zelfkastijders zij aan zij met de islamisten huilen naar de maan en hiermee feitelijk een excuus salonfähig maken waardoor degenen die onze bondgenoten zouden moeten zijn – namelijk de islamitische apostaten, liberalen, bloggers, kunstenaars, homo’s, vrijdenkers en seculieren - in het Midden-Oosten met zweepslagen teruggeslagen worden in hun hok, onthoofd worden of van het hoogste gebouw af worden geflikkerd. Regressief links heult vanuit hun eigen angst en bekrompenheid liever met de verkeerde vrienden, door legitimiteit te geven aan anti-Westerse, anti-democratische en anti-rationele religieuze ideeën die in minst schadelijke vorm ideologisch gedoogd worden door een beangstigend groot deel van de moslimpopulatie en die in ultimo leiden tot dood, verderf en de meest gruwelijke barbarijen in het Midden-Oosten, in Afrika en steeds vaker ook in het Westen. Maar regressief links in Het Reservaat, het Mediapark en Den Haag blijft maar smoesjes verzinnen om het islamitische onheil goed te praten, weg te wuiven of simpelweg te ontkennen. Kwestie van prioriteiten: zolang je op je eigen veilige Westerse bodem maar niet uitgemaakt wordt voor racist, populist of tokkie, toch? En vooral: zolang je de confrontatie maar niet aan hoeft te gaan met weerbarstige overtuigingen en hun sociaal-culturele uitwassen.

Het is in dit klimaat, waarin je wordt belasterd en verketterd als je gruwelijkheden benoemt voor wat het zijn (namelijk: gruwelijkheden), in toenemende mate onmogelijk geworden om een rationele discussie aan te gaan.

Parijs was dus de druppel. Geen apologie meer voor de apologeten. En in hun kielzog kunnen ook de wegcijferwitten optiefen. Dat zijn de belezen blanken die zichzelf snikkend tot racist brandmerken omdat ze altijd van Sinterklaas én Zwarte Piet hielden en zichzelf daarom nu kastijden. Ze cultiveren een misplaatst schuldgevoel voor de eigen cultuur en beschaving, die zij ondanks historische verworvenheden, vergaande ideologische ontwikkelingen, ontelbare wetenschappelijke doorbraken en de vele lichtende paden waarover het Westen de ontwikkeling van algemene beschaving door de eeuwen heen aangevoerd heeft, plots als iets beschamends ervaren sinds een paar retorisch gehandicapte Bijlmerbewoners ontdekten dat er een media- en verdienmodel zat in de holle kreet ‘Zwarte Piet is racisme’. Knettergek, allemaal. En ohja, dat de hele islamitische wereld zichzelf & de joden al 1500 jaar naar het leven staat, dat is natuurlijk óók de schuld van het Westen.

Humbug.

Het gevaar zit namelijk niet in die paar plofgrage islamisten. Het gevaar zit niet in die paar vuurwerk gooiende rechtstokkies. Het echte gevaar zit in de laffe tosti-mentaliteit van deze zelfkastijders, die het giftige huwelijk van identiteit en slechte ideeën legitimeren vanuit hun volstrekt misplaatste postkoloniale schuldgevoel. Het proeft in al haar laffe zwakte naar een stiekeme, geniepige superioriteit, naar het aaien en paaien van mensen die jouw hulp blijkbaar nodig hebben. Het is gelijkwaardigheid opgeven voor een tribaal “wij-zij-hunnie-hullie”-denken. Precies het denken waartegen het vrije Westen zich altijd heeft verzet, en precies het denken wat zorgt voor regressie in plaats van progressie. Hoogleraren 'Kunst, Cultuur en Diversiteit' die een verbod op lingerieposters in het straatbeeld bepleiten omdat ze vrezen dat moslims daar van radicaliseren, díe zijn het gevaar.

Aan de hand van deze laffe lieden worden onze Westerse normen worden omlaag bijgesteld om te conformeren, nee: te appeasen aan hen die we niet in staat achten om onze vrijheden, verworvenheden en liberale waarden te kunnen begrijpen en dat is een ontwikkeling die valse legitimiteit geeft aan hele slechte, regressieve en repressieve (religieuze) ideeën over rechten, gelijkheid en gelijkwaardigheid. Terwijl we alle, werkelijk álle retorische middelen al eeuwenlang in huis hebben om die achterlijke ideeën rationeel en in redelijkheid te ontkrachten - opdat we ons er nooit meer de regels door hoeven laten voorschrijven.

We zouden er ons eigen wankelende Westerse zelfvertrouwen mee kunnen stutten, met die uitstekende middelen van rede en ratio. Maar we durven het niet. Het probleem erkennen opent namelijk onvermijdelijk de deur naar de verplichte volgende stap: confrontatie. Daarvoor zijn we als de dood. Want de laatste keer dat we in Europa de confrontatie aangingen… enfin. En daarom zullen velen, misschien wel een meerderheid, zichzelf liever als racist, onderdrukker en veroorzaker van al het wereldleed bestempelen, voordat zij de handschoen oppakken om de strijd aan te gaan met slechte ideeën, ideologische dogma’s en religieuze stilstand-is-achteruitgang.

Helaas. Het Westen heeft alle wapens in handen om een geweldloze strijd retorisch en rationeel moeiteloos te winnen van de intens slechte ideeën waarmee de Koran is gevuld. Maar de jihadisten beantwoorden woorden met wapens. Hun retoriek komt uit de loop van een AK en daar hebben we geen weerwoord tegen. Geweld is onze grootste angst. Het verlamt ons en legt ons het zwijgen op. De handschoen blijft liggen.

Achter het behang
Wat wel gebeurt, is dat degenen die wél de confrontatie aan gaan, door zich tot het wapen van het woord wenden om zich tegen slechte ideeën te verzetten, de angsten van de meerderheid over zich uitgestort krijgen en onder water worden geduwd in het bruine moeras van de morele middelmaat.

Het is de aloude wet van de remmende voorsprong: de meerderheid gedraagt zich tegenover uitgesproken alarmisten als een bange hond die grommend de tanden laat zien om zo zijn angst om een schop te krijgen te verbergen achter een valse façade van strijdbaarheid. Individuen die weigeren te zwijgen worden zodoende als doelwit gemarkeerd - kanaries in de koolmijn in een klimaat waarin al vele reputaties zijn vernietigd en waarin zelfs doden zijn gevallen.

Geert Wilders. Ebru Umar. Annabel Nanninga. Jan Roos. Theodor Holman. Zij zijn de échte human shields, omdat ze het verdommen om te zwijgen over de teloorgang die zij vrezen voor vrede, veiligheid en vrijheid.

Zij opereren daarbij op de grens van sommige vrijheden. Soms tegen het randje, soms op het randje, soms net er overheen. Niet alleen omdat het kan, maar omdat het móet. Opdat we die grens daarmee zo ver mogelijk van ons vandaan kunnen houden. Zodat we niet met z'n allen worden ingesloten door beperkingen aan de vrijheid van meningsuiting, waardoor we met z'n allen in een heel krap en benauwd hokje terecht komen. Dat doen zijn niet alleen voor onszelf, maar voor iedereen. Als de geschiedenis van de twintigste eeuw ons namelijk één ding leert, is het dat iedere vrijheid die je opgeeft alleen tegen hele zware offers kan worden heroverd.

Het is van het grootste belang om de grenzen van onze vrijheden bij haar meest verre buitenposten te blijven bewaken, tegen vijanden van buiten én van binnen. Het Westen, dat ik nog nooit in zo'n labiele, kwetsbare en onzekere staat heb gezien, lijkt in een paniekerige reactie op het geweld waar de radicale islam mee dreigt soms iets te bereid om een mes in de rug van de éigen vrijheden te steken en ze daarmee te offeren in de hoop dat die enge nare boze jihadisten dan gewoon ophouden met ons bedreigen, neerschieten of opblazen.

They won't.

Het is in dit verziekte klimaat dat ik daarom ten lange leste besloten heb om het gesprek niet meer aan te gaan als het startpunt niet in gelijkwaardigheid ligt, of waarin mijn opvattingen en werkzaamheden niet met hetzelfde open vizier tegemoet getreden kunnen worden als ik zelf altijd probeer bij ideeën van anderen, ook als ik het nog zo hartgrondig met hen oneens ben. Ik ben klaar met de absolute lafheid die ten grondslag ligt aan de verkettering van degenen die wél het behaaglijke behang van de wanden krabben om te kunnen waarschuwen dat een gebrekkige onderhoudsstaat niet alleen nu, maar áltijd op de loer ligt bij de dragende wanden van het huis van de democratie & de rechtsstaat. En ik ben moedeloos van de valse voorwendsels en dito verwijten die worden verzonnen om islamitische terreur, het democratisch tekort en de vervaarlijke onvrede onder een groeiend deel van de Nederlandse bevolking mee te smoren.

Ga weg, ik wil niet meer met je spelen, je bent een dief van mijn tijd en een onderdeel van het probleem en daarmee vooral een gevaar voor mijn vrijheid.

Ik ben meer dan klaar met mijzelf verontschuldigen voor mijn hardnekkige liefde voor de liberale, constitutionele democratie en al haar fijne vrijheden. Het magenta-roze van GeenStijl is voor mij een bastion van kleur in het moeras van de bruine middelmaat.

Oneens? Well, then fuck you, too.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.