achtergrond

Geenstijl

Zombie Apocalypse op Kensington Avenue: Welcome to the future II

Verslag van de Fentanyl Crisis in de VS, in drie delen. Door Teun Voeten

De opioidencrisis

De opioïdencrisis slaat hard toe in Amerika. In totaal zijn daar sinds het begin van deze eeuw meer dan een half miljoen mensen overleden, een gigantisch aantal. In de Tweede Wereldoorlog sneuvelden er 290.000 soldaten. In 2020 bereikte het dodental het trieste record van 92.000. In 2021 werd dit record gebroken met rond de 110.000 doden. 

De opioïdencrisis is een ingewikkeld verhaal met sociaal-economische, medische, geografische en psychologische dimensies. Sam Quinones publiceerde in 2015 de klassieker Dreamland: The True Tale of America’s Opiate Epidemic. In 2021 verscheen het vervolg van dit boek waar hij ook de destructieve effecten van de crystal meth epidemie meenam: The Least of Us: True Tales of America and Hope in the Time of Fentanyl and Meth. Szalavitz schreef over de sociaalpsychologische dimensie Opioids Feel Like Love. That’s Why They’re Deadly in Tough Times. Ze verklaart hoe opioïden de aanmaak van neurotransmitters stimuleren, die op natuurlijke wijze vrijkomen als mensen een liefdesband aangaan, of het nu moederliefde is of een romantische band tussen minnaars. Het competitieve Amerika is natuurlijk een snoeiharde maatschappij met veel eenzaamheid. Sociale isolatie, verergerd door de coronapandemie, maakte volgens Szalavitz de groep kwetsbaren alleen maar groter en nog gevoeliger voor de verleiding that warm fuzzy feeling uit een potje. Dit is een van de aspecten van het narcokapitalisme, een neoliberaal systeem waarin drugs een onmisbaar accessoire zijn .

In feite zijn er drie verschillende episodes in de opioïdencrisis. De eerste was ruwweg in de jaren negentig, toen opioïden op grote schaal als pijnstillers werden voorgeschreven onder de beruchte merknaam OxyContin. De naam verwijst enerzijds naar het werkzame bestanddeel oxycodon, anderzijds naar de continue, langzame afgifte ervan. Doordat pijnstillers goedkoper waren dan andere therapieën, en al helemaal goedkoper dan medische behandelingen, werden ze in het neoliberale Amerika vaker voorgeschreven dan in andere landen. Het risico op verslaving was bekend. Al in 1999 bleek uit een studie die werd uitgevoerd door Purdue Pharma zelf, de fabrikant van OxyContin, dat dertien procent van de patiënten verslaafd raakte, een onacceptabel hoog aantal. Maar de firma verzweeg dit en ging willens en wetens door haar middel te pushen. Artsen kregen een commissie als ze recepten uitschreven. De firma organiseerde zogenaamde ‘pijnmanagementcongressen’, waar artsen en verplegers op de wonderlijke werking van het middel werd gewezen en riant werden gefêteerd. Kregen voordien alleen terminale kankerpatiënten OxyContin voorgeschreven, nu werd het ook aan de man gebracht aan mensen die langdurige en chronische pijnklachten hadden. Versleten arbeiders en bouwvakkers met kapotte ruggen was de nieuwe doelgroep, naar de sprankelende filosofie van familiebedrijf Purdue Pharma dat iedere Amerikaan het recht had op een ‘pijnloos’ bestaan. Volgens Amerikacorrespondent Laila Frank doneerde de opioïdensector tot acht keer meer geld aan politieke partijen dan de wapenindustrie. De Purdue lobby bewerkt met succes de Food and Drug Administration (fda). Pillen mochten voortaan 80 milligram oxycodon bevatten in plaats van 60 en het middel werd ook vrijgegeven voor kinderen vanaf elf jaar. Patiënten kregen gratis pillen voor een proefperiode van dertig dagen. Lang genoeg om ze afhankelijk te maken.

Langzaam werd het voor iedereen duidelijk dat Purdue Pharma grof geld verdiende aan de door hen veroorzaakte verslaving van grote groepen mensen. Het bedrijf werd op een artistieke manier in verlegenheid gebracht toen Fernando Luis Alvarez, een galeriehouder uit Connecticut, een reusachtige sculptuur van een heroïnelepel bij de ingang van het hoofdkwartier neerzette. Nochtans bleef het bedrijf elke vorm van schuld ontkennen. De schaamteloosheid en arrogantie van het bedrijf bleek uit een e-mail van topman Richard Sackler, waarin hij schreef dat ‘degenen die OxyContin misbruiken zelf de schuldigen aan het probleem zijn. Zij zijn roekeloze criminelen.’

 In 2000 kwamen de eerste rechtszaken eindelijk op gang. Zes jaar later kwam het bedrijf er nog goed van af met 600 miljoen aan claims. In maart 2022 viel dan toch het gordijn voor Purdue Pharma: het werd veroordeeld tot het betalen van 6 miljard dollar. Hun huichelachtige verklaring was tenenkrommend: ‘We sincerely regret that OxyContin unexpectedly became part of an opioid crisis.’ Het bedrijf werd opgedoekt en de Sacklers werden gecanceld. Gerenommeerde musea als het Metropolitan Museum of Art, het Guggenheim en het Museum of Natural History lieten de namen van de Sacklers verwijderen uit de lijsten van mecenassen die in de gevels waren gebeiteld. 

Het schandaal is een triest dieptepunt in de medische geschiedenis. Het toon ook aan hoe, net zoals de Opiumoorlogen met China destijds (waar de Engelse Oost-Indische comapgnie met steun van regerening en leger met geweld opium aan de Chinse bevolking opdrong) georganiseerde misdaad, de overheid en het bedrijfsleven soms naadloos in elkaar overgaan. OxyContin vond zijn markt buiten het medische circuit als goedkoop alternatief voor heroïne. In zogenaamde pijnbehandelcentra, die pill mills werden genoemd, konden mensen het zonder veel moeilijkheden op grote schaal inkopen. Het werd doorverkocht aan gebruikers die pillen fijnmaalden en het poeder rookten of snoven. Anderen maakte er een oplossing van die kon worden ingespoten. Het stond bekend als hillbilly heroin.

De tweede episode in de opioïdencrisis begon ruim tien jaar later, aan het begin van deze eeuw. Steeds meer mensen die aan opioïden verslaafd raakten, grepen naar de heroïne, dat je zonder doktersrecept kon regelen en vaak nog goedkoper ook. De Mexicanen sprongen gretig op deze nieuwe vraag in en gingen weer volop papaver verbouwen, wat al in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw uitvoerig werd gedaan in met name Sinaloa. Daar was opiumgebruik aanvankelijk meegebracht door Chinese arbeidsmigranten die aan de westkust van zowel Noord- als Midden-Amerika meehielpen het spoornetwerk aan te leggen. 

De derde episode begon rond 2013 en is zich nog steeds bezig. Deze keer heeft een Ersatzmittel, fentanyl dus, het oorspronkelijke product, heroïne, van de markt verdreven. Volgens ervaren gebruikers is het origineel soulful in vergelijking met fentanyl, dat je dopey and drowsey maakt. Fentanyl werd het eerst opgemerkt in Californië waar het als China white voor een korte periode in 1979 op de markt verscheen en even snel weer verdween, Een paar decennia later maakt het een razendsnelle opmars. In 2013 werd er volgens cijfers van de dea in de Verenigde Staten nog maar 1 kilo fentanyl geconfisqueerd, in 2017 was dit al gestegen naar bijna 700 kilo. Het aantal fentanylhouden pillen, die tegenwoordig als pastelkleurige snoepjes op de markt worden aangeboden, vervijftigvoudigde tussen 2017 en 2021. Tegenwoordig komt de meeste fentanyl uit Mexico. Net zoals met heroïne en crystal meth roken de kartels een nieuwe markt. De Mexicaanse kartels zijn uiterst innovatieve organisaties, die niet hoeven te wachten op trage, bureaucratische beslissingen van een raad van bestuur of aandeelhouders. Niet ouwehoeren, maar snel schakelen.

De fentanyl wordt, net zoals de meth, vervaardigd met halffabricaten en precursoren die uit China worden geïmporteerd. De kartels exporteren op hun beurt bedreigde diersoorten, zoals de jaguar en de zeeschildpad. Ook de zeekomkommer staat op het verlanglijstje van de Chinezen, die hem als een delicatesse zien. Hij is weliswaar nog niet bedreigd, maar zal dat snel worden als de Mexicanen aan de onverzadigbare behoefte China willen voldoen. 

Eerder exporteerde China ook rechtstreeks pure fentanyl naar de VS, waar dealers het met ponden en kilo’s tegelijk opkochten om het vervolgens via het darkweb aan de man te brengen. In het artikel Deadly Chinese Fentanyl Is Creating a New Era of Drug Kingpins, wordt uitvoerig uit de doeken gedaan hoe dit verdienmodel werkt. In feite betekent dit een democratisering van de drugshandel Het is niet langer nodig om netwerken met gevaarlijk druglords in Latijns Amerika te cultiveren, maar iedere gast met een computer en 5000 dollar startkapitaal kon een kilo fentanyl in China bestellen, het met de keukenmixer verdunnen met andere stoffen en zijn eigen drug kingpin from scratch worden. 

Fentanyl is de droomdrug van elke dealer. Het is superkrachtig, zodat je met een paar gram al een enorme klantenkring kunt bedienen. De winstmarges zijn fabuleus. Steeds vaker wordt dat fentanyl aangetroffen in cocaïne, heroïne en crystal meth. Soms is het bewust versneden om de substantie sterker en meer verslavend te maken. Soms gebeurt het per ongeluk. Als een dealer in coke en meth ook in fentanyl handelt, kan zijn handelswaar met minuscule sporen vervuild raken. Met grote regelmaat verschijnen er berichten van mensen die, om het zacht uit te drukken, onwel zijn geworden door verontreinigde drugs.

De rol van China is wederom uiterst ambivalent. Ben Westhoff gaat in zijn boek Fentanyl Inc. uitgebreid in op China als bronland. Hij bezoekt zelfs undercover een fabriek die halfproducten vervaardigt en deze kan exporteren. China is onder internationale druk weliswaar gestopt met het exporteren van pure fentanyl, maar r in de praktijk is eer weinig is veranderd door het gebruik van halffabricaten en allerlei andere mazen in de wet. 

Het is ironisch dat China, na eerst te zijn vergiftigd met door het Westen opgedrongen opium, ruim anderhalve eeuw later nu langzaam het westen vergiftigt met een synthetisch opiaat. Sommigen spreken dan ook van een ‘Nieuwe Opiumoorlog’. Onder president Trump werd er een Opioid Epidemic Commission opgestart. De president haalde hard uit naar China: ‘... sending that garbage and killing our people ... It is almost a form of warfare.’

China heeft het geheugen van een olifant en is de ‘Eeuw der Vernedering’ niet vergeten. Dit is de periode van ruwweg 1839 tot 1949, waarin China niet alleen tweemaal werd verslagen in beide Opiumoorlogen, maar ook nog twee invasies van Mantsjoerije meemaakte, Taiwan verloor en tal van andere nederlagen in tal van andere oorlogen leed. Nu heeft het zijn zelfvertrouwen herwonnen en slaat terug. Een witboek van het Amerikaanse leger citeert twee Chinese kolonels die over het concept ‘unrestricted warfare’ spreken: the first rule of unrestricted warfare is that there are no rules, with nothing forbidden. Psychologische oorlogsvoering en handelsoorlog staan natuurlijk op het lijstje van methodes, maar het gaat ook expliciet over drug warfare als een actieve poging om de Verenigde Staten te destabiliseren en ondermijnen.

Teun Voeten*is antropoloog en oorlogsfotograaf, gepromoveerd op het Mexicaanse drugsgeweld. Eerder schreef hij boeken over de ondergrondse daklozen in New York, de oorlog in Sierra Leone en drugscriminaliteit in Antwerpen en Nederland. Voor GeenStijl berichte hij uit Odessa en met Arthur van Amerongen ging hij tien dagen op Safari Eurabia. *

Fragmenten uit deze reportage verschenen in andere vorm al in het laatste boek van Teun Voeten: Drug van de Duivel. De wereldwijde opmars van crystal meth. Wilt u reportages als deze steunen? Dat kan! Alvast dank voor uw donatie!

Bedrag:

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.