achtergrond

Geenstijl

GeenPeil en de Wet raadgevend referendum: van de wieg tot het voortijdige graf, 2015 - 2018

Vanaf de dag dat we met GeenPeil begonnen aan het initiatief voor het Oekraïnereferendum, heb ik geweten wat de uitslag zou worden ('nee'), maar ook dat die genegeerd zou worden. Ik was namelijk als verstokte (of naïeve) idealist toch al wel wat langer woke, vond ik, want ik was tevens best cynisch over een "hedendaagse politiek" die ik ontzettend tekort vind schieten in haar volksvertegenwoordigende rol. Dat was toen.

Onderweg, tussen juli 2015 en vandaag, heb ik wel ontzettend veel bijgeleerd. De absolute afkeer die ons initiatief wekte bij "hogeropgeleiden", met name D'66-achtigen, heeft me bijvoorbeeld oprecht verbaasd. De haat tegen ons van de Marcel Canoys en de Rob de Wijks, om er maar lukraak een paar te noemen, was bijna fysiek te proeven. Oh, wat waren ze woedend op dit fijne weblog. Daar lachten mijn collega's luidkeels om, maar dat ging mijzelf toch wat moeilijker af soms.

De manier waarop ze hun laster bedreven en soms nog steeds bedrijven en waarvan Joshua Livestro en dinges van de PvdA de nogal impotente speerpunt vormden, was dan ook schaamteloos en niet aflatend. Daarin leerde ik ook de MSM nog wat beter kennen. Namelijk: als teringluie opportunisten, op schoot van de macht. Allemaal. OK, bijna allemaal. Her en der zijn eenlingen en bastionnetjes die het wél eerlijk probeerden te benaderen. Maar vooral de negatieve en rancuneuze rollen van NRC, NOS/NTR en Trouw zijn me bijgebleven. GeenStijl is fout, EU is goed, gewone mensen zijn enge onderbuikers, ergo: democratisch referendum = kwaadaardig populisme. De Orwelliaanse omkeringen die we onder ogen kregen waren ontelbaar.

Tezamen waren veel van die opponenten vooral als de dood voor het doorbreken van de heilige status quo in polderland, bang voor hun Brusselse droom, of geketend aan hun eigen afhankelijkheid van de staatsruif. Het was zo fel en soms zo massaal, dat het me ook ná de glorieuze zege op 6 april - opkomst gehaald, glasheldere uitslag en een dreun voor Rutte  en zijn bazen in Brussel - soms moeite heeft gekost om geen slechte winnaar te zijn. 

Zo veel mensen waren zo gretig om een oprecht democratisch initiatief te besmeuren. Want hoe rommelig ons referendum ook was, hoe ad hoc het in touw is gezet, hoe onhandig misschien ook het onderwerp van het associatieverdrag is gebleken, en hoeveel verbeterpunten er ook aan wet en uitvoering zijn te benoemen, één ding staat voor mij fundamenteel overeind: de referendumjacht van GeenPeil was, voor mij althans, een eerlijk en constructief bedoeld initiatief, geboren uit een oprechte betrokkenheid bij de democratie - en een oprechte vrees voor de sluipende teloorgang daarvan.

Ik wilde gebruik maken van een wet - dus van de bestaande spelregels - om onze 'volksvertegenwoordigers' in herinnering te roepen voor wie zij aan het werk zijn, en dat zij in dienst staan van ons, niet andersom. Ik had de hoop dat er een serieus debat zou ontstaan, over democratie in Nederland, over het democratisch tekort van de EU. Over hoe je democratische besluitvorming beter, dichter bij de burger kan brengen in een digitale tijd waarin alle middelen voorhanden zijn om de kiezer meer keus te geven.

Jongens, wat was dat naïef.

We renden, zoals iemand het intern destijds verwoordde, maandenlang met een pan kokend hete soep in onze handen door de campagne en waren, tijdens het optuigen en aansturen van vrijwilligerslegers, het rammen van honderden topics en het produceren van campagnemateriaal minstens evenveel tijd kwijt aan reageren op alle aanvallen. Zowel voor- als tegenstanders waren in een chaotische strijd verwikkeld rond een nog nooit vertoond burgerreferendum over een EU associatieverdrag dat niemand had gelezen, met een land dat we alleen kenden van postorderbruiden - en van MH17. Wij riepen 'red de democratie', hullie zeiden 'Poetinvriendjes!' en van enig democratisch debat op niveau was nauwelijks sprake. Althans, wij kwamen er niet aan toe in die maandenlange schreeuwstorm.

Maar de opkomst werd gehaald, de uitslag was glashelder en Rutte moest draaien, konkelen en vooral heel veel liegen om te kunnen veinzen "te luisteren naar de tegenstemmers". We zagen hoe de worst gemaakt werd, en moesten de wrange smaak proeven toen die vervolgens door onze strot is gepropt. Het GeenPeil verkiezingsplan dat we aansluitend aan het inlegvel lanceerden en waarmee we aan de verkiezingen wilden deelnemen, was uit overmoed geboren. Er werd niet geluisterd, maar het referendum was dankzij brede volkssteun wel zeer geslaagd, dus misschien moesten we dan maar gewoon ín de Kamer die koekenbakkers gaan controleren?

Jongens, wat was dat naïef.

Vijfduizend stemmen en de epische vergissing om te denken dat die brede coalitie van burgers die, om het even wat ze stemden, allemaal tekenden voor het referendum, zich ook wel aan zou aansluiten bij Partij GeenPeil. Epic fail (edoch geen seconde spijt van de poging).

Maar toch, maar toch. Er was een referendum geweest. Het eerste burgerreferendum ooit, en het was een succes. Er is een groot, zich ongehoord voelend deel van de burgerbevolking aangesproken en gemotiveerd om te participeren, en wij hebben met GeenPeil duizenden vrijwilligers de middelen kunnen geven om méé te doen. Ik heb er honderden ontmoet in de afgelopen jaren en daar zat alles en iedereen tussen die je kunt bedenken, van de man die al 40 jaar niet meer stemde en de rolstoeler die per se wilde flyeren (en op alle bijeenkomsten kwam), via de gekkies die je kunt verwachten bij elk collectief initiatief, tot studenten en werkende jongeren die een kans zagen om zich te mengen in iets wat tot dan toe zo ver van ze af stond. Velen van hen zijn nu lid van Thierry's FvD en dat is alleen maar prachtig, die participatie van een politieke tegenbeweging.

Ook het democratisch debat kwam, in hindsight, heus wel op gang. We gingen ons realiseren hoeveel artikelen, opinie en televisie er is gemaakt over een verdrag waar niemand daarvoor van gehoord had, en hoeveel goed dat gedaan heeft voor het bewustzijn en de kennis over (de situatie in) Oekraïne, de werking van de EU en de belangen (NAVO, VS, Rusland, energie, oorlog, lobby, corruptie en geld, geld, geld) waar zo'n verdrag op gebouwd is. Ook het referendum zelf, als middel, werd onderdeel van studie en debat. Professors als Tom van der Meer en Wim Voermans schrijven er al jaren over en ik meen dat ook een historicus als Geerten Waling er inspiratie uit haalt voor zijn boeken over democratie en particratie.

Het publieke en wetenschappelijke debat, dat is er dus echt wel. Zowel over het middel, als over het onderwerp. Nu de politieke evaluatie nog en nogmaals: die uitvoering van dat hele referendum had best wat beter gekund, dat geef ik als eerste toe. Maar juist door alles wat er piept en kraakt aan de (eerste toepassing van de) Wet raadgevend referendum, heb je genoeg te evalueren, aan te wijzen en - hopelijk - aan te passen. Iets om naar uit te kijken, dus. Want dat er nu meer referenda zouden en zullen volgen, leek me evident. GeenPeil bewees: 300.000 is veel (en het is terecht dat die drempel hoog is), maar wel haalbaar en dat geeft de democratische burger moed.

Jongens, wat was dat naïef.

Zo ver is het namelijk nooit gekomen. Er komt nog een Sleepwetreferendum, sure. Maar eentje over de orgaanwet, wat mij betreft een héél goed onderwerp voor actieve volksraadpleging, is nagenoeg kansloos. Nog vóór de in de Wrr vastgelegde wettelijke evaluatie plaats kon vinden (had in de loop van dit voorjaar moeten zijn), snijdt de nieuwe coalitie de referendumwet namelijk de strot al weer af.

Afgelopen dinsdag kwam de toelichting op het advies van de (absoluut niet objectieve) Raad van State van referendumhatend CDA-fossiel Piet Hein Donner, waarin nog eens stond dat de politiek het zelf maar uit moest zoeken. En ik wist: einde oefening, want de coalitie heeft een meerderheid voor intrekking van de Wrr - zonder referendummogelijkheid. Diezelfde avond, tijdens het vervolg van het referendumdebat, had ik een debatje over de Sleepwet en ik dacht: 'Zit je dan. Te praten over een aankomend referendum waarvan Sybrand Buma al gezegd heeft dat de uitslag toch lekker genegeerd gaat worden, terwijl D'66 in de Kamer staat te volharden in haar arrogantie dat het vorige referendum 'niet heeft gebracht wat zij er van verwacht hadden'. Alsof een referendum hun instrument is, en niet een democratisch gereedschap voor de kiezer, wat het in werkelijkheid is - of althans: behoort te zijn.

Hoe zeker ik ook wist dat de uitslag van het Oekraïnereferendum genegeerd zou worden, ik had nooit verwacht dat het uiteindelijk ook tot de dood van de gehele referendumwet zou leiden. Een dood zonder voltooid leven, een wiegedood bijna, zonder vitale organen te behouden maar ook zonder de wensen van de rouwende nabestaanden te respecteren. En zonder vetorecht voor het volk.

Volk, dat zich tussen de ongeïnteresseerde (tevreden of ontevreden) burger en de heersende politiek in genesteld had, vastgeklampt aan een béétje extra inspraak dat door de Wrr mogelijk werd gemaakt. Kiezers, zijn dat, die dankzij het referendum een ingang hadden om hun betrokkenheid bij democratie en samenleving in de praktijk te kunnen brengen. Duizenden vrijwilligers, honderdduizenden ondertekenaars, miljoenen stemmers. De brug over de kloof tussen bestuur en burger, zij zijn het. Vandaag is die brug kapot geschoten door Rutte III. Het volk dat wilde, mag niet meer meedoen. 

Hoe zal dat ooit aflopen? Gaan we naar een totalitaire bureaucratie, of eindigt dit in hooivorken en guillotines? Hoe dan ook: ik geloof nooit dat het goed af kan lopen wanneer je actief betrokken burgers, die zich keurig gedroegen volgens de regels van het democratische spel én de daarbinnen geldende omgangsvormen, eerst uitnodigt om deel te nemen aan het proces, maar vervolgens buitensluit wanneer hun inbreng de politieke kaste niet bevalt.

ik had daarom nooit verwacht dat PvdA en GroenLinks, twee initiatiefnemers van de Wet raadgevend referendum, zich van hun eigen wens tot meer burgerinspraak, correctief dan wel bindend, zouden afkeren. Nog minder had ik in de gaten dat D'66 - letterijk ooit opgericht voor democratische en bestuurlijke vernieuwing - al zo diep in het moeras van haar arrogantie en eigen gelijk was vastgezogen dat ze hun laatste restjes democratisch idealisme zouden inruilen voor een klein beetje meer macht. 

Meer macht om grondwet tartende donorwetten in te voeren, meer macht om in weerwil van alle zorgen en kritiek de EU verder op te tuigen, meer macht om de regels van het spel te wijzigen tijdens het spelen en meer macht om nog minder rekenschap aan de kiezer af te leggen. Meer macht, kortom, om meer macht te kunnen verkrijgen. Ik snap nu de vriendschap tussen Alexander Pechtold en Petro Poroshenko een stuk beter. Het zijn gelijken onder elkaar, wars van de ander, ver weg van het gewone volk.

Jongens, wat word je daar cynisch van.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.