Het is een leuk oud Engels mopje, over die twee skeletten bij de deur van de pub: twee Engelse heertjes die zo lang bezig waren met "after you" zeggen en miepen wie er het eerst naar binnen mocht, dat ze er in zijn gebleven. Toch zit er in dit mopje alles wat je moet weten over Engeland en de rel rond voomalig MinbuZa Boris Johnson, die nu door de politiek correcte elite van Guardianschrijvers en professionele deuglaven achterna wordt gezeten omdat hij boerkadraagsters vergelijkt met brievenbussen en bankovervallers.
De kernvraag is: is dit nog wel humor, of is Johnson hier "racistisch" en vrouwonvriendelijk, of, in dat idiote non-woord voor Martijndekoninkjes en andere muppets, "islamofobisch?" Het antwoord is natuurlijk ja, dit was een poging tot humor, natuurlijk zijn de jankies over de jank, maar dat zijn ze altijd. Je zou denken dat daarmee het relletje af was, maar kennelijk zijn de Britten zo in het diepst van hun ziel geraakt door de kwestie dat het geval echt al dagen en dagen vooremmert. Is dat raar? Nee kinders. Dat is helemaal niet raar. Humor voor te lachen is namelijk zo Brits als thee met teveel suiker en lauw bier.
Dat zit zo. Zoals de Britten allemaal massaal aan de drank zijn om te verhullen dat ze op een regenachtig zaadeiland wonen met veel te weinig publieke ruimte en vreselijk lelijke meisjesmevrouwen is humor ook al eeuwen het coping mechanism (om maar een mooi Nederlands woord te gebruiken) om met de interne politieke verschillen in het land om te gaan. U moet immers niet denken dat het (religieuze) gedonder in Engeland begonnen is met de import van het achterlijke kleedjesvolk. Lang voordat de eerste besneden praatbaard voet zette on England's pleasant pastures was het al hommeles met dissenters, roundheads, Crypto-Catho's en ander tuigh met een ander idee over het Hiernamaals.
Goed, af en toe werd er wel eens een klooster platgebrand en geplunderd en al te moeilijke protestanten werden wel eens het land uitgezet om maar lekker moeilijk protestants te gaan doen in Nederland of de nieuwe wereld, maar over het algemeen mocht je wel redelijk voor je eigenste vinden wat je er van vond. Niet in absolute zin natuurlijk en het was zeker niet zo sinds de dagen van Koning Aethelstan, maar zo rond het midden van de 18e eeuw had men toch een zekere consensus gevonden over hoe men dat nou doet, leven in een land vol politieke en religieuze tegenstellingen.
Naast humor ontstond er een heilig taboe op geweld (mind you, de Britse popo heeft pas recent wapens) en het afkeuren van heftige emoties. The virtue of moderation, of wel de deugd van de matigheid, reguleerde al te sterke politieke of religieuze sentimenten. Overkoepelend is een bepaald mild soort beleefdheid: het Engelse mixje van bescheidenheid, zelfspot en overdreven excuses maken voor vanalles. Sorry dat we het zo stellig formuleren, sorry.
Een vrije, pluriforme samenleving kon zo ontstaan in een matrix van burgerlijke zelfregulering, zonder dat de overheid daar al te zwaar een stempel op drukte. Sterker nog, wat de burgerlijke vrije samenleving redde van een door de overheid opgelegde monoculturele eenheidsworst is dat er ruimte ontstond om vanuit de samenleving naar boven te trappen: met satire werd de macht van de overheid en de kerk bestreden. Het werd een Britse traditie: men vond de cartoon uit, men vond stand up uit, men greep elk nieuw medium aan om er meteen ROFLOL-grapjes op te maken over the piepeltjes in power, zodra het medium bestond.
Moslims, zoals u weet, hebben een stuk minder vrolijke relatie met private property, moderation en humor om voor te lachen. Maak je een cartoon, dan steken er hordes woedende booslims de ambassades van je land in de fik. Maak een andere cartoon en er komen een paar lichtgetintiërs met AK's je redactie slopen. Schrijf hardcynische roflolstukjes over de profeet en zijn geestelijk minder valide volgertjes en hun domme helper whitey's en je kijkt de hele dag toch een beetje anders over je schouder dan eerst.