Bassiehof - Nederland moet ook Oekraïense oorlogsmisdaden onderzoeken
Drie redenen waarom
Het werd deze week bekend dat het kabinet een 'forensisch opsporingsteam' naar Oekraïne stuurt, hoofdzakelijk bestaande uit personeel van de Koninklijke Marechaussee (KMAR). Oekraïne heeft het Internationaal Strafhof en de EU-lidstaten gevraagd om ondersteuning bij het opsporingsonderzoek met betrekking tot oorlogsmisdrijven gepleegd in Oekraïne. Het forensisch opsporingsteam gaat begin mei aan de slag. In principe gebeurt dat gedurende twee weken op diverse locaties in de omgeving van Kiev.
Naast forensische opsporingsambtenaren bestaat het ongeveer 30-koppige team uit rechercheurs van de KMAR, opruimingsexperts van de Explosieven Opruimingsdienst, medisch personeel, een tolk en een team van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten. Aanleiding zijn natuurlijk de vreselijke beelden uit Bucha en Irpin, wandaden gepleegd door de Russen.
Waar echter met geen woord over wordt gerept in het communiqué van de Rijksoverheid vrijdag, zijn de mogelijke oorlogsmisdrijven gepleegd door de Oekraïense strijdkrachten. Daar zijn namelijk ook aanwijzingen voor. Mensenrechtenwaakhond Human Rights Watch riep in maart Oekraïne op te stoppen met het vernederen van Russische krijgsgevangenen, dat is volgens de organisatie in strijd met de Geneefse Conventies.