Vrouwe Justitia ziet het halen van uitstootplafonds als een mensenrecht
In de week dat het Britse Lagerhuis voor vrijheid en Brexit stemde, bekrachtigde onze Hoge Raad het Urgendavonnis. Het kabinet had nog de ijdele hoop dat de Hoge Raad de rechtbank zou terugfluiten. Wat Rutte beleefde als vrijblijvende, dromerige idealen in de internationale diplomatie is nu star verankerd in jurisprudentie en brengt boeren en bouwvakkers tot stilstand.
Vrouwe Justitia ziet het halen van uitstootplafonds als een mensenrecht. Volgt daarin de lijn dat teveel CO2 klimaatverandering veroorzaakt, en vervolgens dat die klimaatverandering gevaarlijk is. Die gedachte is nodeloos complex, de verdubbelde concentratie CO2 in kantoren halveert denkvermogens. (De toegestane 1000 ppm CO2 in kantoren voorkomt alleen misselijkheid.)
Deze brede interpretatie van het mensenrechtenverdrag wordt gezien als de politicisering van de rechtsspraak. Het akkoord van Parijs geeft veel directer een klimaatdoelstelling en is door onze senaat geratificeerd. De EU tekende als voogd mee. De politiek beweegt in precies dezelfde richting, maar “het moet van Brussel” of “het moet van de Hoge Raad” is natuurlijk lekker makkelijk.
Hier halen bewindspersonen eerst internationaal een wit voetje, om daarna de invoering van pijnlijke maatregelen als een lijk in de kast over te laten aan hun opvolger. Rutte valt hier in zijn eigen zwaard. Dankzij activistische juridische procedures wordt het kabinet gehouden aan wetgeving die ze zelf geschreven heeft, of verdragen die ze zelf zijn aangegaan.
De Hoge Raad bekrachtigd niet zo zeer het Urgenda-vonnis in het bijzonder, maar vooral de waarde van de Nederlandse handtekening onder een internationaal verdrag. Een appeltje-eitje, want de Nederlandse grondwet voorziet erin dat internationale verdragen voorgaan op ons interne wetgevende proces. Artikelen 93 & 94 zijn een gigantische backdoor in onze rechtsstaat.
Onze grondwet stelt strenge eisen aan de Nederlandse scheiding der machten, het Nederlandse wetgevingsproces en eventuele grondwetswijzigingen, maar accepteert gelaten, ongeclausuleerd en onvoorwaardelijke de inhoud van internationale verdragen. Verdragen die ontstaan in een ongekozen commissie, zonder toezicht, zonder notulen, hooguit gezamenlijke verklaringen.