Safari Eurabia - De laatste joden van Albanië
Jews are news
Na mijn hommage aan Egon Erwin Kisch kreeg ik in het twitterriool te horen dat ik wel héél erg vaak over joden schrijf. Die vaste querulanten zijn natuurlijk ordinaire antisemieten met een Wajong-uitkering maar toch bedien ik ze keurig van repliek. Ik studeerde namelijk bijbels Hebreeuws, modern Hebreeuws, Jiddisch, talmoed, rabbinica, Aramees en Joodse geschiedenis en ik ben dus bevoegd om over joden te schrijven, net zoals een valse veilingnicht die kunstgeschiedenis heeft gestudeerd, in Tussen Kunst en Kitsch een kwartier mag ouwehoeren over een waardeloos vaasje dat een of ander geldhongerig wijffie van de vliering in het huisje van haar stervende moeder heeft gepikt.
Daarnaast deed ik Arabisch en geschiedenis van de islam en studeerde ik af op de jihad bij prof. Mr. dr. Ruud Peters (أرقد في سلام). Mijn keuze voor die vreselijk moeilijke taal maakte ik uit financiële wanhoop want met Hebreeuws valt natuurlijk geen droog brood te verdienen. Ik kom zo terug op die studies en op mijn ontgroening bij het Amsterdamsch Studenten Corps.
Tijdens mijn bestaan als razende reporter bezocht ik overal in de islamitische wereld de wegkwijnende joodse gemeenschappen, een bijzonder treurige ervaring. Van al die ooit zo bloeiende gemeenschappen in Irak, Afghanistan, Syrie, Egypte, Libanon, Algerije, Tunesië en Marokko is niets meer over. In Libanon woonde nog 1 jood en in Algerije (waar ooit 150.000 joden woonden) bleef de teller op nul steken. In Afghanistan woonden nog twee stokoude joden en die leefden op voet van oorlog met elkaar. Ook in Tunesië is het een aflopende zaak. 'Tunis is een joodse stad’, schreef Guy de Maupassant ruim een eeuw geleden maar toen ik er was in 1997, woonden er nog maar achthonderd joden in heel Tunesië en die zullen inmiddels ook wel vertrokken zijn, dankzij het monster dat lieftallig "de Arabische Lente"wordt genoemd. Hoi Monique Samuel!