achtergrond

Geenstijl

Het verhaal van een failliete freelancer

Mail. Van Tjeerd. Allround fijne gozer. Allround fucked door corona. Zijn verhaal is er maar eentje van velen, maar niet ieder faillissement krijgt een vind-ik-leuk van Hugo...

#ikdoenietmeermee

17 maart 2005 startte ik mijn bedrijf als jonge freelancer. De snelle rekenaar weet dan dat op 17 maart 2020 dat bedrijf precies 15 jaar bestond. Dat was ironisch genoeg mijn laatste werkdag, na de verplichte sluiting van de horeca twee dagen eerder.

Voor de echte datafetisjist nog een ironisch duo-feitje: 28 februari 2014 kreeg ik de sleutel van mijn kantoorhuis in Rotterdam. Een studio aan de Westersingel in een prachtig pand uit 1893, professioneel opgeknapt en een zelf verdiende beloning voor al het harde werken. 

28 februari 2021, over een maand, lever ik de sleutel weer in. Niet omdat ik dat wil, maar omdat ik na bijna 11 maanden van inkomstenderving vanwege de coronamaatregelen en het daardoor wegvallen van 70 tot 80% van mijn inkomsten het simpelweg niet meer kan betalen. O, en je zou er bijkans cynisch van worden, maar 28 februari is mijn verjaardag. Knalfuif, jee, #zinin.  

Jarenlang heb ik in de media gewerkt, het grootste deel van de tijd als journalist. In 2017 zegde ik de journalistiek vaarwel en ben ik vol op het schrijver- en uitgeverschap gegaan en ben ik mijn eigen uitgeverij begonnen: Jalapeño Books. Daarnaast heb ik mijn andere grote liefde (weer) omarmd en ben ik gaan freelancen in de horeca. 

Dat was meer dan fulltime werken; overdag voor de uitgeverij en ’s avonds tot soms diep in de nacht in de horeca en bij dagdiensten vice versa. Maar ik deed het met liefde. Het ging me weer voor de wind. Ondernemen komt met vallen en opstaan en dat heb ik tot dusver allemaal prima doorstaan, óók eerdere crises heb ik het hoofd geboden. 

En toen was daar “opeens” de coronacrisis. Net als de meeste mensen zat ik die eerste tijd vrij relaxed uit. Afwachtend. Of ik recht had op die compensatie voor ZZP’ers? Vast wel. Ik ben altijd van mening geweest dat bijstand is voor mensen die niet kunnen werken, om het even met welke reden, en dat dat geld beter besteed kan worden aan anderen dan aan mij. Door salarissen in de zorg omhoog te gooien, bijvoorbeeld.

Maar de maatregelen werden tot in den treure verlengd, contracten werden ontbonden en je zag het geld welhaast verdampen en de toekomst onzekerder worden.

Kortom, klauwe uit de mouwe, want dit gaat niet ‘even’ duren. Dus ik heb me de afgelopen maanden de blubbers gesolliciteerd in Nederland bij projecten en organisaties waar ik eerder voor heb gewerkt. Ik ben voor de uitgeverij als een malle nieuwe projecten gaan opzetten. Begonnen met schrijven aan mijn nieuwe boek. Maar ik kreeg enkel nee op het rekest waar het externe opdrachten betrof en voor de uitgeverij is het vooral tijd voor geen geld voor de boekprojecten. De royalties voor de schrijvers die onder contract vallen bij Jalapeño Books zijn veilig. Ik eet eerst mijn complete privéleven op voordat ik ook die zaak kapot laat gaan.

Waar ik wél kon werken was in Oostenrijk. In eerste instantie bij vrienden in de horeca, maar ook in Oostenrijk wordt de horeca vakkundig de nek omgedraaid dus dat ging niet door. Maar, begin van de zomer kon ik bij de Alpenverein aan de slag (soort combi van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Alpinistenvereniging). Hosanna! Werk. Voor 15 euro per uur, freelance, maar dat geeft niet. Want werk en inkomen. Dat ik daarmee netto evenveel verdiende als een 15-jarige vakkenvuller nam ik voor lief. 

Terug naar de tijd van zakgeld
Enfin, flashforward. Helaas is de Alpenverein inmiddels in vrijwillige lockdown gegaan, dus ook dat werk is weggevallen. Inmiddels zijn we 11 maanden verder, zijn mijn privéschulden flink opgelopen omdat ik bij familie en vrienden geld heb moeten lenen om mijn kop boven water te kunnen houden. Krijg ik van mijn vriendin benzinegeld om heen en weer te pendelen tussen Rotterdam en Oostenrijk, want ik ben inmiddels ook aan de bedelstaf en als TOZO-ontvanger mag je niet langer dan drie weken in het buitenland zijn (om een zoveelste Bulgarenfraude te voorkomen). Voor de maatregelnazi’s: ik heb alle benodigde documenten om vrij te reizen en ik hoest niemand in het gezicht. En als kers op de taart stoppen mijn ouders me elke maand wat geld toe (geef ik niet op, mag niet, sue me). Terug naar de tijd dat ik zakgeld krijg, op mijn 39e, het kan verkeren. 

Er is geen perspectief, geen zicht op verbetering. Tussen wal en schip raken, was nog nooit zo voelbaar als afgelopen jaar. Alle overbodige lasten heb ik geschrapt (behalve Spotify), de TOZO is 1.000 euro per maand en dat dekt de lasten van mijn woonkantoor niet, laat staan mijn overige vaste lasten en de kosten om die toko draaiende te houden. Ik heb geprobeerd mijn huis onder te verhuren, maar vond geen gegadigden. 

Primaire levensbehoefte kwijt
Het. Is. Allemaal. Niet. Genoeg. Met als klap op de vuurpijl dát kwijtraken wat tot je primaire levensbehoeften behoord: je huis. #ikdoennietmeermee en niet omdat ik dat niet wil. Maar omdat ik buiten de boot val. Huis kwijt, amper inkomen, ik doe niet meer mee met en in deze maatschappij. Het afbraakbeleid heeft mij en vele met mij tot outlaws gemaakt.

De consequenties van de maatregelen staan al zolang totaal niet meer in verhouding tot het beoogde doel van het beschermen van ouderen, risicogroepen of het voorkomen van besmettingen en restschade bij coronapatiënten. 

Niet alleen voor ondernemers die hun zaken kapot zien gaan, maar ook voor alle verloren levensjaren vanwege uitgestelde zorg. De explosieve stijging van huiselijk geweld. Er zijn inmiddels 40.000 gevallen van kindermishandeling bekend and counting. Stijging van het aantal depressies. Stijging van mensen die vereenzamen. Er is al 46 miljard euro weggepist and counting. Grondrechten zijn met een enkele veeg van tafel geveegd met de coronawet. Enzovoorts, enzoverder. Een land in puin. En voor wat? Wie beschermen “we” nou eigenlijk? 

Gelukkig heb ik een fijne kring van familie en vrienden om mij heen die mij steunen, op elk vlak. Ik kom niet letterlijk op straat te staan want ik kan altijd terecht bij mijn vriendin. In Oostenrijk slaap ik bij vrienden. Vanwaar ik een prachtig uitzicht heb op de bergen. Fijn lichtpuntje in donkere dagen, dat ik in zo’n mooie omgeving kan zijn. 

Medeleven van Hugo de Jonge. Soort van
Dat Hugo de Jonge dat ook vindt, is een pleister op de wonde. #ironieteken. Want op de tweet over deze situatie waarin ik hem heb gementioned, reageerde hij enkel met een suggestieve like op mijn post van juni: toen ik daar aan het werk was tegen daltarief, omdat ik in Nederland nergens terecht kon dankzij zijn maatregelen. Het tekent de minachting.

Komende weken zal ik foto’s plaatsen van het leegtrekken van mijn huis in Rotterdam. Ik ben benieuwd of De Jonge die foto’s ook liked, als hij net terugkomt van de Binnenweg bij mij om de hoek, als hij weer nieuwe schoenen heeft gekocht. 

Dit stuk komt uit mijn tenen en een echte conclusie weet ik simpelweg niet te formuleren. Dus ik sluit af met een quote in Petra de Boevere, die in april vorig jaar al de noodklok luidde:

Er is urgentie. Maar bij iedereen die ik sprak voelde ik die helaas niet. Help ons. Geef ons hoop.

Want hoop hoef je van dit kabinet niet te verwachten.

Tjeerd Langstraat

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.