Hemelse VrijMiBo

De grote roergangers van deze tijd,
alle rimpels met zich dragend van de levenszee,
vrezen geen verzet van de domoren van het verstand:
'wie denkt, denkt vroeg of laat wel met ons mee'.
Maar wie met onvervalste wijsheid van een ongeschoolde
en van droom en drift doortrilde hand
de hemel aansnijdt om zijn naam te kerven
in de regenbogen -
die beschouwt de gangster aan het roer als vijand.
Prettig weekend. En be nice.
Prenten in de VrijMiBo

De ruimte van een plein. Het is al nacht.
De hele dag liep ik door nauwe stegen
Waar ik verdwaasd mijn leven overdacht:
As, stof en zaagsel om bijeen te vegen.
De ruimte, eindelijk. Een klok die luidt.
Het is het stadsplein van een oude prent.
Tientallen stegen komen er op uit.
Poort, boog en standbeeld, alles is present.
Traag loop ik op het stralend marmer af.
Het is, hoe kan het anders, volle maan.
Een uil roept. In de verte klinkt geblaf.
Ik zie mijn moeder op de sokkel staan.
Prettig weekend. En be nice.
Pin de VrijMiBo

There's only one horizon, yet it can be found
in every direction we look.
You'd think it would be easier to get the hell out of here.
Just ask an iceberg.
In any Chinese restaurant, never order the 42.
Never answer your door during dinner,
it's probably another little shit peddling Snickers.
Posing behind their windows,
the mannequins remind us of their absent stylist.
This is all hero worship.
This poem ends the same way they all do—
list everyone you've ever had sex with here:
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBo voor de bril

Het is weekend. Wat nu rest, is het goede te doen.
Op straat, op een transformatorhuisje:
ik zoek zieke, dode vogels,
dank u wel
ik woon in de Knollendamstraat.
In de krant: als een zebra gaat liggen
sterft hij
In bed, ik zie weer mijn grootvader
vlak voor hij sterft. Het was
in het voorjaar, de paarden
gingen van stal en hij leunde
tegen het hek. Ik hoorde hem:
geef me mijn bril, het worden stippen.
Prettig weekend. En be nice.
Betrokken bij de VrijMiBo

Now that forsythia hangs pendulous beside the sun dial,
And the magnolia not yet uncurling, lifts her white thumbs
Like almonds peeled to the quick;
I am become a precious and a thin-blown phial
Holding an essence sweeter far than crumbs
Of honeycomb. Approach me gently. Never a flick
Of finger lay upon me, lest this wine
Mount in the vase, and by no will of mine
But its own heady substance gathering,
Burst its frail sheath, and spatter you with Spring!
Prettig weekend. En be nice.
Twaalf procent bovenop de VrijMiBo

I'll tell you a plan for gaining wealth,
Better than banking, trade or leases —
Take a bank note and fold it up,
And then you will find your money in creases!
This wonderful plan, without danger or loss,
Keeps your cash in your hands, where nothing can trouble it;
And every time that you fold it across,
'Tis as plain as the light of the day that you double it!
Prettig weekend. En be nice.
VrijMiBo bij de Japanner

Nergens **in **dit **heelal **heb **ik **een **vaste **woonplaats
Schreef hij op zijn hoed van cypressen. De dood nam zijn hoed af,
Dat hoort zo. De zin is gebleven.
Alleen in zijn gedichten kon hij wonen.
Nog **even **en **je **ziet **de **kersebloesems in Yoshino.
Zet je sandalen maar onder de boom, leg je penselen te rusten.
Berg je stok in je hoed, vervaardig het water in regels.
Het licht is van jou, de nacht ook.
Nog even, cypressehoed, en ook jij zult ze zien,
De sneeuw van Yoshino, de ijsmuts van Sado,
Het eiland dat scheepgaat naar Sorën over grafstenen golven.
Prettig weekend. En be nice.
Geen Accijns op de VrijMiBo

Plum black & the blush white of an apple
shoulder, melon & cream, in tones to list
the flesh; in light, washed colors off at last
& textures sheer with damp I slowly pull
from you with your quick help. Weekend's ample
procrastinations to forget the least
of what we want to do. April, half a blast
of cold, half new light, green & simple.
Now dusk. Now fear. We pencil what we owe
on this short form, our numbers good enough.
The goose-neck glare undoes how we spent the day.
Each bite each bee-sting kiss each bitten O
all aftertaste. Later, at the drop-off,
postmark queue, we joke: "Now we can die!"
Prettig weekend. En be nice.
