achtergrond

Geenstijl

@crisisdagboek

We komen 10.000 truckers TEKORT in Nederland

Catastrofe dreigt voor Kerst 2021

Landgenoten. Hier volgt een bericht van algemeen nut & nietsontziende waarschuwing. U hebt - net als de overheid - niets geleerd van de coronacrisis, en bent nog steeds niet in het bezit van een full options noodpakket (archief t/m 2008) danwel een proviandkast waarmee u het minimaal een maand kunt uithouden (met normale porties).

Iedereen lachen om de lege schappen en lange rijen voor de pompstations in het Verenigd Koninkrijk (iedere D66-er: "schuld van de Brexit"). Maar die Britse toestanden krijgen wij hier ook gewoon, en wij zitten wel in de EU. Zeggen wij niet, zegt Rudy Bouma van Nieuwsuur, dus is het waar.

In de gemiddelde Hollandse koelkast zit voor 2 dagen eten, en zelfs daar bent u -netflixende bankaardappel- te lui voor want Thuisbezorgd is slechts 1 click away via smartphone, en daar gaan we al. Vorige week ging half Holland al Soedanesk hongeroedeem wegens een pinstoring bij online vreetboeren, dus kun je nagaan WAT ALS gansch het raderwerk der transport overbelast raakt, wegens doorgedraaide overwerkte in slaap vallende truckchauffeurs die driedubbele diensten moeten draaien.

Aan de asielinstroom hebben we ook niks, want dat zijn allemaal tolken en apothekers en geen chauffeurs. Kortom: beter gebruikt u oktober om ruim in te slaan voor de Horrorwinter van 2021/22, want in November RecordFilemaand is er helemaal geen doorkomen meer aan. Sterkte.

So it begins...

So it begins...

Veilmans - Crisidagboek (2)

Ingezonden

**Zondag
**Writer’s block. G. verzorgt me.

Maandag
Ik ben nu een week op dreef met mijn crisisdagboek en ik voel absoluut nog steeds de potentie, maar ik zit even in een dipje. Dat komt ook doordat het met het virus niet echt opschiet. Ik bedoel je hebt opschieten én opschieten. Als in opschieten-opschieten. Bergamiaanse (van Bergamo in Italië. Ik vind dit een sterke vondst, maar deze opmerking schrap ik als het boek naar de drukker gaat) hebben we hier in ….. nog niet. Ik kan wel veel met mijn schrijfkunsten, maar hallo, ik kan geen Nationale Ramp toveren! 

Dinsdag
Vanmorgen in alle vroegte opgestaan en naar het ziekenhuis gelopen om te polsen of er al coronapatiënten zijn. De receptioniste zei dat ze daar geen mededelingen over doen. Tegenwerking, dan ben ik op mijn scherpst! Hoe luidde dat motto ook alweer bij de teambuildingdag van viereneenhalf jaar geleden? ‘Ik ben een vlieger. Hoe harder de tegenwind, hoe hoger ik stijg!’ Toen maar in de koffiecorner van de ontvangsthal gaan zitten en mijn rol als observator ingenomen. Met uitzicht op de ingang. Uit-in. Dit dagboek krijgt vleugels!  Ondanks de koffie kak ik na twee uur in. Te vroeg opgestaan. Ik hervat mijn quarantaine.  

Woensdag
G. heeft me al sinds ik met mijn crisisdagboek bezig ben niet aangeraakt. Misgunt hij me mijn succes als schrijfster? Nog steeds geen lockdown. Wel een paar doden in Brabant.

Veilmans - Crisisdagboek

Ingezonden

Zondag

De oleander in de voortuin staat er rillerig bij. Geen bloem is nog uit haar knopjes ontloken. G. speelt met onze kleinste alsof het een gewone dag is, een gewone dag in maart. Maar deze maart is allesbehalve gewoon. Zal de oleander dit jaar bloeien?

Maandag

Omdat ik het thuis niet meer uithield met G., die de hele dag in zijn trainingsbroek loopt en niets opruimt, ben ik een wandeling in het park gaan maken. Diep adem ik de lentelucht in. Wat heb ik dat twee dagen gemist! Dan bedenk ik me dat deze lucht wel eens Het Virus zou kunnen bevatten. Daarna lukt het niet meer om van mijn wandeling te genieten en ik ga eerder terug naar huis. G. heeft net zitten bouten. De rest van de avond volgen we de toestand op de voet via Twitter.

Dinsdag

Onze jongste wil Chocopops bij het ontbijt, maar ik schud voornamelijk nog wat chocoladepoeder uit het pak. Drama. Hij zet het op een krijsen. Over twintig minuten opent de buurtsuper pas. Twintig helse minuten. Dan besef ik me weer hoe belangrijk het is dat ik dit dagboek bijhoud. Zodat volgende generaties kunnen lezen wat wij doormaken. Ik ga alvast naar de super en wacht tien minuten voor de deur tot hij opent. De eigenaar groet me mompelend en met een afgewend hoofd. Hufter. Ik scoor de Chocopops en voor mezelf en G. haal ik wijn, chips en chocola. Ik blijf de rest van de dag in quarantaine.

Woensdag

Een vriendin van wie haar relatie van twee weken nu een maand uit is, stort haar hart uit. ‘Ik ben zo bang dat niemand me de komende weken aanraakt’, zegt ze. Tranen. Keel van schuurpapier. Kippenvel. Dat is het voordeel van deze crisis. Alle bullshit verdwijnt, de rauwe emoties krijgen weer een kans. De dingen waar het echt om gaat in het leven. Ik huil met haar mee en hoop dat we als wijzere, mooiere mensen uit deze rottijd tevoorschijn komen.

Donderdag

Het land gaat misschien wel in lockdown! Woow. We zijn nu echt getuige van Geschiedenis! Toen ik een jaar of twaalf was, vertelde mijn opa over de hongerwinter. Op een fiets met houten wielen fietste hij uit Den Haag naar Sassenheim om bloembollen te kopen. Hij moest een keer in een greppel wegduiken toen een Engelse jachtvlieger een Duits konvooi onder vuur nam. De school ging voor maanden dicht.

Ik heb het ergens altijd jammer gevonden dat onze generatie niet zoiets heeft meegemaakt. Zulke ervaringen vormen je. Nu maken wij eindelijk ook iets groots mee. Iets dat misschien wel net zo erg is - of wordt. Ik ben eigenlijk ontzettend opgewonden nu ik dit schrijf.

Vrijdag

Vriendin J. belt. Ze schrijft ook een crisisdagboek. Wat leuk, zeg ik, maar denk ondertussen: hoezo jij ook? Zij zit in de HR, terwijl ik fulltime writing mom ben. Daarbij, zij woont al meer dan tien jaar in Hoorn, terwijl ik vorig jaar nog in Amsterdam woonde. 

In de super zijn de broccoli, de paprika en de eieren op. Weliswaar liggen er nog een paar zakken chips, maar wel alleen nog huismerk naturel. So it begins.

Zaterdag

Toch maar weer een rondje door het park, nu met G. en de jongste. Over de brede laan lopen nog een paar mensen, maar ze houden afstand. Om eerlijk te zijn lijkt het een gewone zaterdag. Mensen praten gedempt met elkaar, een paar kinderen trappen tegen een bal op het veldje. Maar aan alles voel je de valse gemoedelijkheid, de doodsangst direct onder de oppervlakte. Hier wordt iets ontkend. A sense of impending doom.

‘Is er iets’ vraagt G. en wekt me ruw uit mijn inspiratie. Ik vind hem geweldig, maar hij mist mijn intuïtie. Hij is een dolfijn, ik ben een walvis. Soms moet ik over de bodem van de menselijke geest grazen en dwalen om er rijker en wijzer uit te voorschijn te komen. Dan verdraag ik G. even niet om me heen. Gelukkig begrijpt hij dit. Ik ben ontzettend blij met dit virus, want dit dagboek zou wel eens een klassieker uit de ondergangsliteratuur kunnen worden. Ondergangsliteratuur, is dat een genre? Mijn hoofd loopt over. Ik ga eerder naar huis dan G. en de kleine om dit allemaal op te schrijven.

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.