achtergrond

Geenstijl

@hobbs

Iran - een gesluierde natie. Deel II: Van bondgenoot tot aartsvijand

Daar is ie! Deel twee van onze serie over Iran geschreven door Hobbs, de beste buitenlandspecialist ter wereld. Deel I leest u hier! En over Donbass las u daar.

In juni 2020 verklaarde de Amerikaanse generaal Kenneth F. McKenzie Jr. dat Iran de “grootse bedreiging voor de regio” vormt. Ruim tien maanden later uitte Benjamin Netanyahu soortgelijke teksten. Ooit was dat anders. Ten tijde van de sjah was Iran, alsook Saoedi-Arabië, de facto een bondgenoot van de Verenigde Staten en Israël. In de jaren ’70 leidde dit er zelfs toe dat Israëlische zwaargewichten als Golda Meïr, David Ben-Gurion, Yitzhak Rabin en Moshe Dayan een bezoek brachten aan Iran en er was sprake van een innige politieke en economische samenwerking. De Israëli’s leerden de SAVAK (Iraanse geheime politie) zelfs gevechtstechnieken. De Verenigde Staten hielpen Iran op hun beurt onder andere bij het opzetten van een nucleair programma. Na de revolutie veranderde dit radicaal. In eerste instantie hadden de Amerikanen voorzichtig de hoop dat er met Khomeini wel viel samen te werken en sommige intellectuelen uit die tijd hadden zelfs hoopvolle verwachtingen van de revolutie.

In 1978 reisde de Franse filosoof en linkse intellectueel Michel Foucault naar Iran om kennis te nemen van de situatie in het land. Over deze reis schreef hij lange telegrammen over de ‘politieke spiritualiteit’, zoals hij het noemde. In oktober 1978 schreef hij: "De situatie in Iran kan opgevat worden als een groot steekspel onder traditionele symbolen, die van de koning en de heilige, de gewapende heerser en de berooide balling, de despoot die wordt geconfronteerd met de man die met blote handen opstaat en wordt geprezen door het volk." Verder stelt Foucault dat men zich geen zorgen hoeft te maken over een islamitische regering: "Een ding moet helder zijn. Met “islamitische regering” bedoelt niemand in Iran een politiek regime waarin de geestelijken een overziende en controlerende rol hebben." Foucault noemde die gedachte een “utopie” en een “ideaal”. De “politieke spiritualiteit” van Foucault bleek een naïef sprookje. Al vrij snel na de machtsgreep van Khomeini was het duidelijk dat deze zich niet bekommerde om de opbouw van het land, maar veeleer bezig was een eigen islamitisch rijk te vestigen. Foucault heeft zijn inzichten nooit herroepen.

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.