
Er is in Nederland al
eerder over dit fenomeen geschreven. De synthese tussen straatcultuur en criminaliteit enerzijds en jihadisme anderzijds, is sterk en hoogst problematisch. Nu lijkt ook de zelfbenoemde intellectuele voorhoede het concept te zien.
Der Spiegel liet islam-expert Oliver Roy aan het woord. Grunberg wijdde er zelfs een
voetnoot aan.
Zie bijvoorbeeld hoe Deense extremisten bendeleden
rekruteren, de neder-rapper Maru-One (
van MU-zikant naar MU-jahid), de Duitse rapper turned jihadist
Deso Dogg, enz. Maar, ondanks dat onze Verheven Voorhoede de dynamiek in beschrijvende zin begrijpt, slaan zij de plank volledig mis waar het de achterliggende werkende mechaniek betreft. Zij stellen namelijk dat criminelen zich louter aangetrokken voelen tot de gewelddadigheid van de jihad. De overeenkomsten tussen criminelen met een islamitische achtergrond en jihadisten zouden zich dus beperken tot hun fascinatie voor geweld. Dit is absoluut niet het geval, hun overeenkomsten zijn talrijker en bovendien fundamenteler.
1- Zowel criminelen met een islamitische achtergrond als islamisten koesteren subversieve intenties jegens de Nederlandse staat en cultuur
Islamisten hebben een historisch geworteld en gedetailleerd
geloofssysteem dat hun voorschrijft niet in gastsamenlevingen te integreren, en deze zo mogelijk middels zending of geweld te bekeren. Islamitische criminele jongeren voelen een meer diffuse, areligieuze en onhistorische antipathie jegens hun (gast)samenlevingen. Met hun criminele activiteiten ondermijnen zij deze op een meer aardse manier. Het is subversie zonder expliciete ideologie. Beide groepen hebben niet de intentie in westerse samenleving te integreren en er constructief aan bij te dragen.
2- Zowel criminelen met een islamitische achtergrond als islamisten identificeren zichzelf als moslim
Islamitische straatjongeren/criminelen gedragen zich wellicht weinig vroom. Maar desgevraagd zullen zij zich altijd
primair als moslim identificeren. Zij zien zichzelf wel degelijk als onderdeel van de wereldwijde islamitische gemeenschap. Ongeacht hoe subversief hun criminele acties zijn, zij zullen zich nooit minachtend over de islam uitlaten of de "islamitische zaak" actief tegenwerken. Bovendien minachten zij autoriteiten, maar als zij dan uiteindelijk toch een autoriteit serieus nemen, is deze in bijna alle gevallen
religieus van aard. Het is dan ook geen toeval dat de culturele uitingen van de straatcultuur van islamitische jongeren vaak doortrokken zijn van islamitische thema's en symbolen. Rappert Ismo bijvoorbeeld
rapt "Ik geloof niets blind behalve de Koran." "De duivel roept maar geef hem geen kans." "Flikkers geef ik geen hand." En: "Ik haat die fucking Joden nog veel meer dan de nazi's." In hetzelfde nummer rapt hij over zijn aardse succes en straatreputatie. Dit nummer, dat bijna 3 miljoen views heeft, illustreert de synthese tussen straatcultuur en islam. Voornamelijk in
Franse rapmuziek, maar ook zeker in
Britse, valt eenzelfde fenomeen waar te nemen.
Dat islamisten zichzelf als moslim identificeren is evident.