achtergrond

Geenstijl

Laser 3.14 - Doen goede doelen als Stichting het Gehandicapte Kind hun naam eer aan?

Graffiti street artist Laser 3.14 spuit persoonlijk betoog op het roze wandje

Laser 3.14, alhier al anderhalf decennium beklad en tijdens struinings door het grachtenstadje worden we ook in het wild regelmatig met zijn tags geconfronteerd. Soms treffen we de man zelf. Laser loopt met een zwaar gemoed over twee goede doelen - Stichting het Gehandicapte Kind en de dierenopvang Amsterdam - die zijn moeder beroofd hebben van de nalatenschap van haar overleden man. We spraken over zijn verhaal en zeiden: “Het is shockerend hoe organisaties die constant een beroep doenop het gemoed en het goede hart van mensen, zo ijskoud voor een rechter staan om je moeder haar laatste jaren zwaar, ingewikkeld en verdrietig te maken. Het lijkt wel alsof de hele (professionele) wereld zijn eigen belang is gaan verwarren met een algemeen belang.” Daarop vroeg hij of het verhaal dan ook op GeenStijl mocht. Jazeker & bij dezen. Als wapen van de onmacht is hier een petitie opgetuigd om de 'goede doelen' op te roepen de afgetroggelde nalatenschap van Cees te verwerpen, en aan de rechtmatige nabestaanden te laten. Het volledige verhaal, door Laser geschreven, onderstaand.

Doen alle goede doelen hun naam eer aan?

Doen alle goede doelen hun naam eer aan?

Ik ben Laser 3.14. street artist en dichter. Ik schrijf vooral korte teksten. Dit wordt geen korte tekst maar een lang verhaal over een pijnlijke zaak die mij persoonlijk raakt.

Dit verhaal gaat over goede doelen. Organisaties die opkomen voor de zwakkeren, de minder bedeelden onder ons. En over hoe ik de afgelopen twee jaar ontdekte dat er ook een keerzijde aan sommige goede doelen zit.

In 2021 overleed Cees. De man van mijn moeder, mijn stiefvader. Toen hij mijn moeder ontmoette had Cees een aantal zware jaren achter de rug. Hij verloor zijn vrouw en vanaf dat moment ging het bergafwaarts. Hij wist zichzelf uit een zwervend bestaan omhoog te worstelen met hulp van een vriendin genaamd Anna. 

In die tijd heeft Cees een testament laten opmaken met Anna als enige begunstigde. Anna en Cees hielpen elkaar. Cees zorgde voor Anna omdat zij ziek was en zij gaf hem een veilige plek om te wonen. Omdat Cees geen kinderen had is het heel aannemelijk dat de notaris toen heeft gevraagd wie er zou erven als hij Anna zou overleven. Waarschijnlijk heeft hij toen willekeurig twee goede doelen aangewezen, gekozen uit de folders op het kantoor van de notaris. Het zat Cees niet mee: Anna overleed een jaar later. Hij was radeloos en raakte weer in een diepe depressie. Via Theo en Renus kwam hij terecht bij de Jehova’s Getuigen en klom er langzaam weer bovenop. 

Ons gezin; mijn moeder, haar man en acht kinderen, kwamen net voor de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Amsterdam. We zwierven kort van huis naar huis om uiteindelijk terecht te komen in Bos en Lommer. Mijn moeder had het zwaar. We waren arm. Toen onze vader ons verliet, kwam de zorg voor acht kinderen volledig bij mijn moeder te liggen. Ze stond er alleen voor en deed wat ze kon. Jarenlang werkte ze als schoonmaakster in het Wibauthuis. 

Via de Jehova’s Getuigen ontmoetten Cees en mijn moeder elkaar en ze begonnen een relatie; ze besloten samen het leven nog een kans te geven. Ze trouwden zelfs in gemeenschap van goederen, en leefden nog lang en gelukkig... totdat Cees ziek werd. Hij kreeg Parkinson en werd zieker en zieker. Toen hij ook nog een lelijke val maakte, kwam hij in het ziekenhuis terecht. Daar overleed hij uiteindelijk aan een longontsteking en Covid.

Mijn moeder heeft Cees tot het einde verzorgd. Ze heeft hem gewassen, eten gegeven en verschoond toen hij dat zelf niet meer kon. Het waren moeilijke tijden voor ons allemaal, maar ze was dankbaar dat ze dat voor hem kon doen en had het ook niet anders gewild. Nadat Cees overleed en wij alle zaken gingen afhandelen dook er via de notaris een testament op uit 1997. Iets waar wij niets van wisten en waar Cees het nooit over gehad heeft. We zagen de naam van Anna erin staan maar ook twee goede doelen. We besloten informatie in te winnen bij een advocaat. Er moest een fout gemaakt zijn, want Cees was er zeker van dat alles goed geregeld was voor mijn moeder.

De dierenopvang en het gehandicapte kind
We spraken af met onze advocaat, Anne-Marie Bouwmeester werkzaam bij Spuistraat 10 Advocaten te Amsterdam, om de goede doelen te benaderen zodat we er samen uit konden komen. We spraken met de goede doelen af bij Dierenopvang Osdorp (DOA), waar ik kort daarvoor nog meegeholpen had de hondenhokken op te fleuren met graffiti kunst. Gratis natuurlijk. Daar ontmoetten we Henk-Willem Laan, de directeur van Stichting Het Gehandicapte Kind (SGK), en Hans Fokkens, de directeur van DOA. Het gesprek was heel gemoedelijk en persoonlijk. Iedereen leek het erover eens te zijn dat Cees deze situatie nooit voor mijn moeder gewild zou hebben. 

Dit mooie gesprek ten spijt, de goede doelen hebben de nalatenschap toch aanvaard met alle gevolgen van dien voor mijn moeder. Ik besloot met dit verhaal de pers op te zoeken en ontving een reactie van Irene van der Linde van De Groene Amsterdammer. Ze was geïnteresseerd en wilde graag mijn moeder ontmoeten om te onderzoeken of er een verhaal in zat. Zij heeft nader onderzoek gedaan naar en relevante partijen geïnterviewd over de praktijken van goede doelen in situaties als die van Cees en mijn moeder.  

Op 24 november was de zitting en zaten wij tegenover het team van de goede doelen die het ons de afgelopen jaren zo moeilijk hebben gemaakt dat we nog niet eens toegekomen zijn aan het verwerken van het verlies van Cees. Door de houding van de goede doelen kan mijn moeder niet bij haar spaargeld met als resultaat dat ze niet (en waarschijnlijk voor het laatst) naar Suriname kon. Haar kinderen moeten bijspringen om haar uit de problemen te houden. Een situatie waar mijn moeder heel veel moeite mee heeft. 

**Cees had het zo gewild?
**De goede doelen blijven volhouden dat ze handelen volgens de laatste wens van Cees en dat het hen niet om het geld gaat. Tijdens de zitting gaven ze zelfs aan dat ze zich een beeld van Cees hadden gevormd en dat ze zeker wisten dat Cees dit had gewild. En met 'dit' bedoelden ze het impliciet: onterven van mijn moeder. 

De goede doelen durven dit te zeggen over een persoon die ze nog nooit hebben ontmoet. Zij staan opgenomen in een vergeten testament uit 1997. Cees kende mijn moeder toen nog niet eens toen hij dit opnam in zijn testament. (En het is nou niet zo dat Cees ineens in 1997 ophield met wensen.) De zestien jaren dat mijn moeder en Cees getrouwd waren, worden gemakshalve van tafel geveegd. Mijn moeder krijgt de helft van de boedel en dat is meer dan voldoende, aldus de goede doelen. Iedereen die Cees wel goed kende, geeft aan dat hij veel van mijn moeder hield en het onmogelijk is dat hij haar had willen onterven. Cees is het testament vergeten of hij heeft gedacht dat hij mijn moeder verzorgd achter zou laten doordat hij in gemeenschap van goederen met haar gehuwd was.

De goede doelen hebben later tegen de journalist van De Groene Amsterdammer verklaard dat ze nooit een nalatenschap verwerpen. Dit betekent dat wij onder valse voorwendselen zijn uitgenodigd voor een gesprek met hen. Waar wij oprecht vertelden over onze Cees waren zij alleen maar op zoek naar iets waar zij hun aanvaarding van de nalatenschap op konden gaan baseren. Deze misleiding heeft ons diep geraakt. 

'Je moet de emotie eraf pellen'
De goede doelen hebben naar mijn mening een grote morele verantwoordelijkheid, niet alleen naar hun donateurs en vrijwilligers toe, maar ook naar de mensen die zij helpen. Dat de moraliteit en barmhartigheid zo ver te zoeken is, is op zijn minst zorgelijk te noemen. In een mooie podcast van Jort Kelder vorige maand, over goede doelen, wordt aangegeven dat sommige doelen meer bezig zijn met het binnenhalen van geld dan met het doel waarvoor het goede doel is opgericht. Dat is hier volgens mij ook aan de orde. Het is belangrijk dat mensen zich dit realiseren als ze van plan zijn om een goed doel op te nemen in een testament.  

De directeuren van deze goede doelen laten zichzelf een ton per jaar uitkeren uit de donaties. Geen moment hebben ze nagedacht over de gevolgen voor mijn moeder van deze menselijke fout van Cees. Ze zijn alleen maar bezig geweest met het veilig stellen van hun geld. De directeur Henk-Willem Laan van SGK zei doodleuk in het artikel van De Groene Amsterdammer: “In dit soort situaties moet je de emotie eraf pellen.” Hij heeft makkelijk praten. De emotionele en financiële schade die mijn moeder hierdoor lijdt, kan zij niet afpellen. Ze is tachtig, broos, loopt met een looprek en leeft van een AOW met een aanvullend weduwepensioentje. 

Mijn moeder had gelijk toen ze vorig jaar tegen me zei: “Ze zien mij als niks. Ik ben niks voor hen.” 

Laser 3.14

-n.b. artwork tussen de tekst door GS uit de kunstuitleen gehaald-

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.