achtergrond

Geenstijl

Aangespoeld: Wopke Hoekstra en Stef Blok gebruiken superjachten als bliksemafleider

Aangespoeld in de mailbox, flessenpost van een bij ons bekende voormalig nautisch journalist

Met veel bombarie stuurde minister Wopke Hoekstra vorige week maandag een brief over sancties tegen Russen aan de kamer. Tegenover een horde microfoons lichtte hij het gedeelte over in Nederland gebouwde superjachten daarna toe: “"Ze [zestien in aanbouw zijnde jachten, red.] zijn de facto aan de ketting gelegd." Dat dat helemaal niet waar is, drong bij bijna niemand door. 'Niet waar' is eigenlijk een understatement, het is zelfs complete nonsens, er is namelijk geen enkel jacht in Nederland aan de ketting gelegd. Nul. Hoekstra, en in zijn kielzog de sanctietsaar Stef Blok, gooien een hele sector voor de leeuwen om hun eigen gezicht te redden.

Het echte verhaal is anders. De jachtenwerven, waar in Nederland meer dan 12.000 mensen werkzaam zijn, staan altijd in nauw contact met de douane. Ze leveren immers grote dure spullen af aan - doorgaans - buitenlandse afnemers en daarbij komt nogal wat fiscaal werk kijken. Denk alleen al aan de mogelijke BTW op een product van 50 miljoen euro. De werven hebben dus zelf gemeld welke schepen in aanbouw zijn en welke mogelijk aan Russische afnemers geleverd kunnen worden. Dat gebeurde al jaren. Vanaf het moment dat de kiel van een jacht gelegd wordt, weet de overheid van het bestaan van een jacht en begin maart meldden de werven nogmaals welke schepen ze in aanbouw hadden en voor wie. Belangrijke kanttekening daarbij is ook nog dat een jacht-in-aanbouw eigendom is van de werf die het schip bouwt. Pas als een jacht helemaal klaar is voor levering, wordt het ook daadwerkelijk geleverd, en dan gaat de eigendom over van de werf op de afnemer. U hoeft geen advocaat of notaris te zijn om te kunnen concluderen dat er dus helemaal geen jachten in Nederland aan de ketting zijn gelegd: ze zijn niet van Russen. En met de huidige exportregels gaan ze dat ook niet worden.

Dat laatste lijkt misschien een gevalletje van sofisme, maar dat is het niet. Linksom of rechtsom komen de jachten nooit in handen van personen die op een sanctielijst staan, dus laten we nou niet een hele maakindustrie, een van de weinige die we nog hebben in Nederland, afschrijven als boevenbende.

Volgens brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology (NMT) was er aan het begin van 2022 een jarenlange wachtlijst voor het kopen van een Nederlands (super)jacht. Wie nu een schip bestelt kan pas in 2028 varen. Mochten er dus Russische kopers uitvallen, dan staan er sowieso genoeg anderen te springen om snel een jacht af te nemen. Een interieurarchitect zal een nieuw design maken en dan is het een kwestie van de vloerbedekking en wandbekleding aanpassen voor de nieuwe koper.

Herverdeling van geld

Mocht u nou niet overtuigd zijn door bovenstaande, dan gooi ik het nog even over een andere boeg: eerlijke verdeling van rijkdom. Een idee dat ik niet zelf bedacht, maar dat ik voor de gelegenheid overneem van de Engelse columnist Rory Jackson van SuperyachtNews. Zoals u weet is de Nederlandse overheid niet zo van het nivelleren van geld in de maatschappij. Althans, voor de bühne uiteraard wel, maar in praktijk niet. Nederland heeft het niet voor niets onmogelijk gemaakt om te zien wie er nou precies achter een BV zit. Enfin, dat wist u, want u bent boos over de kopers van superjachten. 

Laten we het eens van een andere kant bekijken: alle miljardairs kopen geen superjachten meer, en ze kopen helemaal geen rare dure dingen als ruimteraketten. Ze zetten hun geld in investeringsfondsen of in onduidelijke BV’s in verre oorden. Lekker als appeltje voor de dorst. Dat geld staat vervolgens stil en er wordt geen cent belasting over betaald (denk maar aan de uitspraak van de Hoge Raad onlangs over de Box 3-heffingen).

Een miljardair die hier voor 50 tot 500 miljoen euro (ja, dat is een flinke range) een superjacht koopt, gooit dat geld niet in een shredder naast de werf. Van dat geld worden de grondstoffen gekocht. Aluminium voor de romp, houten betimmeringen voor het interieur, motoren en technologie. Die spullen komen niet uit de lucht vallen, maar worden door zeer specialistische Nederlandse bedrijven gemaakt. Daar werken mensen. Sterker nog, bij een beetje een superjachtwerf zijn zeven dagen per week ruim duizend mensen aan het werk. 

In totaal werken er in de industrie ongeveer 12.000 man/vrouw. Als we technisch zeer gespecialiseerde werknemers nou een gemiddeld een modaal salaris uitkeren dan hebben we het al over 420 miljoen euro aan brutojaarsalarissen. Een werkgever weet dat hij ongeveer hetzelfde bedrag rechtstreeks naar de overheid kan overmaken in de vorm van allerlei verzekeringen en heffingen: nog eens 420 miljoen euro. En dan hebben we het alleen nog maar over het directe personeel van die werven en niet over alle mensen die bij de toeleveranciers werkzaam zijn.

Laten we daarnaast ook niet vergeten dat op elk superjacht dat wordt afgeleverd een stuk of 6-25 personeelsleden werken. En ook die komen regelmatig uit Nederland. Daarnaast worden veel van de koelingen in de jachten gevuld door Nederlandse levensmiddelenhandelaren. Allemaal geld dat in een grote kluis opgeborgen had kunnen blijven staan rolt daardoor van hand naar hand en dat is goed voor de economie.

Het is hoe dan ook beter voor de economie dan het cultiveren van brievenbusfirma’s. En zo kom ik terug bij de eerste alinea: Wopke en Stef gebruiken de duizenden technische vaklieden die bij jachtwerven aan de slag zijn om de echte ellende mee uit het zicht te houden. Op de Zuidas wordt het geld verstopt. En dat is niet verstopt in superjachten, want die joekels zijn echt niet klein genoeg om te verbergen.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.