achtergrond

Geenstijl

@Mostar

Safari Eurabia - De laatste trein naar Mostar

De trein van Sarajevo naar Mostar is een feestje op wielen. Ruime stoelen, veel beencomfort, een bar, een gezellig muziekje in de coupés, een vrolijke kaartjesknipper en uitgelaten vakantiegangers

De natuur is overweldigend: woeste bergen, gapende kloven, rivieren en bergmeren. Bosnië op zijn best. Het station van Sarajevo is heerlijk oostblokkerig, met een enorme hal waar de geest van Tito nog rondwaart. De gaten die de ontelbare granaatscherven hebben veroorzaakt, zijn gedicht. Voor de oorlog was Mostar de trots van Joegoslavië, een modelstad met het hoogste aantal gemengde huwelijken. Moslims, als ze zich al zo noemden, woonden aan weerszijden van de Neretva-rivier. Tot de Kroaten het nodig vonden West-Mostar uit te roepen tot onlosmakelijk deel van de Kroatische republiek van Bosnië-Herzegovina. 

Een deel van het eeuwenoude islamitische deel van de stad was toen al verwoest door de oorlog met de Serviërs. Voor de Kroaten was dat nog niet genoeg. Met zwaar geschut bestookten ze maandenlang de vijftigduizend inwoners aan de "islamitische" oostkant van de stad. Een groot deel van die bewoners was al als vluchteling uit andere delen van Bosnië naar de stad gekomen. Ik was onderweg naar Srebrenica, waar net de slachtpartij had plaatsgevonden, en miste op een haartje het laatste VN-konvooi.

Op het moment dat ik aankwam in Mostar, begon het granaten te regenen. Er is een theorie dat je, als je een mortiergranaat hoort fluiten, nog een fractie van een seconde hebt om te duiken of te bidden. Die theorie hoorde ik van de Nederlandse mariniers in Split. De mortiercompagnie, die deel uitmaakt van de Rapid Reaction Force, was aan het hartenjagen in Hotel Palace, kort voor ik naar Mostar vertrok. De 'mortugezen’, zoals ze zichzelf noemen, hadden hun tijdelijk tehuis gezellig gemaakt. Ze hadden een hond geadopteerd en hem Joris gedoopt. ‘Joris, hier! Ga zitten! Pootje. Blaffen tegen de baas?’

Ze verveelden zich dood in Hotel Palace. Het liefst was de mortiercompagnie een robbertje gaan vechten op de berg Igman. Voor de Dutchbatters die halsoverkop Srebrenica waren ontvlucht, hadden ze weinig respect. De mariniers, dat waren de echte strijders. Als je een mortiergranaat dus hoort fluiten, is er niets aan de hand. Dan heb je nog een fractie van een seconde en moet je zo snel mogelijk dekking zoeken. Als je hem niet hoort fluiten, kan je beter bidden. Want binnen een straal van vijftig meter is de kans groot dat je wordt  doorboord met scherven. 

Ik vond de angst voor de granaten gekmakend.

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.