Onze Man in Paraguay (2)

Onze man in Paraguay (3)

Onze man in Paraguay (4)

Onze man in Paraguay (5)

Onze Man in Paraguay (6)

Rob Muntz in Paraguay, deel 1

Rob Muntz in Paraguay, deel 2

Hola! Tetas. Rob Muntz in Paraguay, deel 3

Sapperdeflap! Rob Muntz in Paraguay, deel 4

Ojee bruinhemden! Rob Muntz in Paraguay, deel 5

Nueva Germania! Rob Muntz in Paraguay, deel 6

Colonia Nueva Germania. Rob Muntz in Paraguay, deel 7

Rob Muntz Paraguay Kerst Special

ZondagBillen! Carnaval in Paraguay

Onze man in Paraguay: het boek

Emigreren is Vooruitzien - Paraguay
‘Wat zoudt u het liefste doen, indien u de keus had: in Nederland blijven of in een ander land gaan wonen?’ Deze vraag stelde het Nederlandse Instituut voor de Publieke Opinie in 1951 aan het volk. Uit het onderzoek bleek dat maar liefst een kwart droomde over emigratie. Zeventig jaar later wil iedere toetsenbordridder het zinkend schip der Nederland verlaten en emigreren naar Portugal, Spanje, Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Thailand of de Filipijnen, zo lijkt het tenminste als ik door cyberspace surf.
Maar als puntje bij paaltje komt wordt toch gekozen voor de veiligheid van de zolderkamer en de bammies van mama en blijft de migratiedwang beperkt tot een polsbandjesvakantie van 10 dagen in Turkije met een collega van kantoor.
Het legioen thuisblijvers heeft ongelijk want Nederland is verworden tot een heus apenland. Meneer Rutte en zijn handlangers van de pers lijken nog maar één echte missie te hebben: de burger stapelgek maken van angst. Het is werkelijk onvoorstelbaar hoeveel apocalyptische persberichten (lees: advertorials van de overheid die ongezien direct in de krant komen want gratis vulling) de vaderlandse hoernalistiek dagelijks uitpoept.
Toen ik na zes tropenjaren in de Nieuwe Wereld (Paraguay en Rio de Janeiro) remigreerde naar het Avondland - mijn toenmalige Spaanse vriendin Paula wilde dichter bij haar ouders in Madrid wonen - maakte ik een lijstje welke landen in Europa in aanmerking kwam. Ik had enige ervaring met emigratie en vertrok reeds voorgoed naar Israël en Libanon.
We waren met vijf Paraguayaanse honden (het zijn toch je kinderen en die laat je niet achter in de jungle), hadden geen nagel om onze culo’s mee te krabben en wilden bovendien een fijn klimaat. In ieder geval minder heet dan de gemiddelde temperatuur in Paraguay waar de indianen wollen mutsen opzetten zodra het kwik onder de 20 graden daalt. Het werd dus de Algarve, waar ik inmiddels 11 jaar tot grote tevredenheid woon aan het strand, midden in een van de mooiste natuurgebieden van Europa. Daarover later meer in deze serie. Eerst Paraguay - nowhere and famous for nothing.
Arthur van Amerongen — De Boze Blanke Mannen van Paraguay, en hun honden
Tijdens mijn tropenjaren in Asunción, de hoofdstad van Paraguay, pakte ik regelmatig het krakkemikkige pontje naar de overkant van de machtige rivier. Daar, in de woeste Chaco’i, ontmoette ik Claudio Zantedeschi, de man die mij Gabriele d'Annunzio en Curzio Malaparte leerde lezen en liefhebben, de heerlijke Boze Blanke Mannen die ik in de volgende aflevering in het zonnetje zet.
Tijdens zo’n meditatieve tocht door de jungle stuitte ik op het casco van een boot. Ik moest meteen denken aan Fitzcarraldo, die briljante film van Werner Herzog. Vanuit de roestbak in gammele steigers klonk geklop. Mijn hond Jagua blafte, uit het casco kwam een hoofd met een muts. "Hola," zei de man. "Hola," zei ik. De man droeg een overall, had een grijze baard en knalblauwe blauwe ogen. Hij daalde de ladder af en kneep mijn hand fijn. "De laatste keer dat ik bezoek kreeg was twee maanden geleden," klonk het met een zwaar Italiaans accent, "toen wilden de inboorlingen mijn gereedschap stelen en heb ik ze verjaagd met deze machete." Hij zwaait lachend met een enorm kapmes boven zijn hoofd: "Het is een bang volkje, wie rent er nou weg voor een Italiaan? Ik heb geen stoelen, je moet maar tegen die werkbank aanleunen en ik heb ook geen koffie, enkel een drupje caña."
We dronken gezamenlijk uit een gebarsten mok en Claudio vroeg wat ik in Paraguay deed. Het was voor het eerst in een jaar dat iemand dat aan mij vroeg. Hij kwam uit Venetië, zijn vader was machinist geweest bij de spoorwegen. Hij begon de wereld rond te toeren in 1973, reisde naar Indochina, Afghanistan en Iran, en werd zeeman. Claudio voer jachten van rijke mensen over de zeven zeeën van de ene naar de andere uithoek op de wereld. “Ik heb 17 jaar gevaren; eerst door de Middellandse Zee en daarna door de Atlantische Oceaan, die ik drie keer ben overgestoken." Hij boorde naar water in Somalië en woonde in Nieuw-Caledonië, op de Paaseilanden, in Libië, Ghana, Nigeria, Algerije, Rhodesië en Mozambique. Claudio was een pure trotamundos, een globetrotter.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (14)
Dinsdag 4 april
Drymen, Schotland. Acht dagen niet gedronken en gerookt.
Met tegenzin bezocht ik met mijn uitgever Otto de stokerij van Bushmills in Ierland, de oudste ter wereld. Ik moest bijna kotsen toen ik een groepje kerels om 10 uur ‘s ochtends de zogenaamde oer-whiskey (whiskey, niet whisky, want we waren in Ierland) zag “proeven”.
In mijn drinkend bestaan slobberde ik trouwens bij voorkeur Laphroaig en Ardbeg Corryvreckan, fijne Schotse whiskeys. Tip van Tuur: in Gibraltar zijn die een stuk goedkoper dan in Spanje en Portugal en de omweg waard. ‘Omfietswhiskey’, om Nicolaas Klei te parafraseren.
De inner nazi in mij maakt het mogelijk om radicaal met alles te stoppen, van de ene op de andere dag. Gewoon even de knop omdraaien. Alleen de aanloop naar geheelonthouding is lastig en duurt vaak wat lang, maar als ik eenmaal de smaak te pakken heb, kan zo’n fase van geheelonthouding makkelijk een jaar duren. Mijn vorige abstinentie duurde een jaar en toen reisde ik nota bene maandenlang door Zuid-Amerika. Lekker ontgiften met antioxiderende fruitsapjes in Brazilië, Bolivia, Peru en Colombia. Daar zat ik dan, op een hotelbalkon in Cali, superclean. Op straat krijsende commerciële sekswerksters, kwetterende Afro Zuid-Amerikanen sirenes, brekend glas en dronken en beroofde toeristen die als zombies over straat zwalkten. In de jaren tachtig had ik dag en nacht schoon volk over de vloer in mijn huis aan de Nieuwezijds Voorburgwal (voor de kenner: tegenover seksbioscoop Diana en schandknapenclub Why Not). Iedereen mocht daar chinezen, spuiten en snuiven, bij de warme kachel zitten en gratis soep slurpen, als ze mij maar een puntje bruin en/of wit gaven. De jaren tachtig en negentig waren één lange roes. De man van met de hamer kwam pas toen mijn relatie van vijftien jaar stukliep en ik in de Jellinek terechtkwam. Eerst voor drank, later voor drugs. Ik hou er niet van als pipo’s in mijn ziel gaan peuteren en brak dan ook niet uit mijn pantser. De pijn, de tranen en het verdriet kwamen pas toen ik alles op ging schrijven en dat bleek nog goed te verkopen ook, en al helemaal in combinatie met mijn alter ego: grumpapotomu**s. De boze, chagrijnige blanke man op leeftijd. W.C. Fields!
In het Winnock Hotel in Drymen borrelt alles weer naar boven en kan ik smakelijk lachen om al die ellende. Water onder de brug. Mijn kamer kijkt uit op een enorme schoorsteen, die als afzuigkap voor de hotelkeuken functioneert. Attenooije, wat een stank. Oud frituurvet: de lucht van Ierland en Groot-Brittannië. In elke stad en op elk bus- en treinstation hangt dezelfde gore meur, gemengd met de stank van vis. Kennelijk vinden de inheemsen dat lekker en vertrouwd. In de pub van het hotel - hoogpolig tapijt, behang aan de muur, geweien, kachels in de hoogste stand, een man in een kilt en een orgeltje zingt Schotse liedjes, onderbroken door dijenkletsers waar niemand om lacht - waart de dood rond, alleen weten de aanwezigen dat nog niet. Het is precies die scène in the Meaning of Life van Monty Python: part VII, Deat**h*. *
Onder de douche begin ik zowaar te zingen, en dat is een goed teken. Een zeer aanstekelijk liedje van Lou Reed en John Cale, van het album Songs for Drella. De vrolijke Tuur is terug!
When you're growing up in a small town
When you're growing up in a small town
When you're growing up in a small town
You say no one famous ever came from here
When you're growing up in a small town
And you're having a nervous breakdown
And you think that you'll never escape it
Yourself or the place that you live
Adolf kan weer!

Afspraken negeren bij de VARA gaat doorrr
