achtergrond

Geenstijl

GS Collage Tour: Vrije slaven zuipen te veel

pietjecartoon.jpg GeenStijl Historisch Verantwoord! We hebben een zomercolumnist weten te strikken met een bijzondere reputatie op het gebied van cartoons & spotprenten. Deze zomer is hij onze eenmans interredactionele werkgroep cartoonduiding, om te laten zien dat het jankeballen over 'kwetsende cartoons' van nu, volstrekt verbleekt bij de hardheid, scherpte en ferme beledigingskracht van historische cartoons over slavernij, religie, koningshuizen en de vrijheid van meningsuiting. Klas, pak een kladblok en je kleurpotloden. We gaan weer wat leren vandaag! Free labour, or The sunny side of the wall Freelabour534.jpg Op de anonieme Britse spotprent ‘Free labour, or The sunny side of the wall’ van 19 juni 1833 wordt gesuggereerd dat afschaffing van de slavernij, met name voor ex-slaven, nadelen kent. Als drankzuchtige ‘vrije arbeiders’ zijn ze niet in staat voor zichzelf te zorgen. Op de achtergrond, bij een kokospalm, voeren twee mannen een gesprek. ‘I tink dis is de last Tree on de Island’, aldus de linker ex-slaaf. Waarop de ander riposteert: ‘Burn a him down he is dam teep and troublesome to climb for de fruit.’
Afgelopen woensdagavond zond BBC 2 de eerste aflevering uit van Britain’s Forgotten Slave Owners (link). Het tv-programma – dat tot stand kwam in samenwerking met University College London (UCL) – gaat in op resultaten uit het onderzoeksproject Legacies of British Slave-ownerhip. UCL onderzocht archieven van de Slave Compensation Commission (1833-1848) en publiceerde vervolgens, via een online database, de namen van alle 46.000 slavenhouders die onder de Slavery Abolition Act van 1833 een schadevergoeding hadden ontvangen voor het vrijlaten van 800.000 slaven. Na afschaffing van de slavernij keerden veel voormalige slavenhouders met compensatiegeld terug naar Groot-Brittannië. Zogenaamde ‘absentee owners’ – veelal respectabele burgers uit de middenklasse – waren nooit weggeweest en uit onderzoek blijkt nu dat er bijna evenveel vrouwelijke als mannelijke slavenbezitters waren. Profiteren van slavernij was bepaald geen ‘white privilege’ want uit onderzoek kwam ook naar voren dat het aantal gekleurde slavenhouders vanaf het einde van de achttiende eeuw sterk toenam. Het doorvlooien van de Britse database is ook de moeite waard voor Nederlanders met interesse in het slavernijverleden. Hoewel pas officieel een Britse kolonie sinds 1814, werden slavenhouders in de Cape Colony (Kaap de Goede Hoop) eveneens gecompenseerd. Belangstellenden kunnen hun Nederlandse achternaam daarom gerust intikken op de database. Een naam als ‘de Vries’ bijvoorbeeld komt vaak voor. Het totale compensatiebedrag beliep in Groot-Brittannië uiteindelijk twintig miljoen pond, omgerekend naar de huidige waarde zo’n zeventien miljard pond. Een astronomisch bedrag. Historicus David Olusoga, de presentator van Britain’s Forgotten Slave Owners, sprak er dan ook – politiek correct, maar anachronistisch – schande van dat alleen slavenhouders werden gecompenseerd. Geinig detail 1 In slavernij geboren kinderen van rijke blanke slavenhouders en zwarte slavinnen konden via Brits erfrecht zelf rijke slavenhouders worden. Voor zover bekend hebben dergelijke geluksvogels de slavernij op eigen plantages nooit afgeschaft. Geinig detail 2 Uit de archieven van de Slave Compensation Commission blijkt dat er werd gecompenseerd voor 70-jarige slaven. Een opmerkelijk hoge leeftijd. Bron cartoon. Via het onderzoeksproject ‘Slave owners in Amsterdam 1863’ doet de Vrije Universiteit (VU) onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.