achtergrond

Geenstijl

Bert Brussen kijkt Zomergasten: Reinbert de Leeuw

bbzoergwashetniet.jpg Zomergast Reinbert de Leeuw (75, dirigent, componist) is zo’n zomergast waar niemand voor thuisblijft en waar geen hond naar kijkt, maar waarover op maandagochtend uitgebreid wordt geluld bij duizenden koffieautomaten in honderden kantoorpanden onder tientallen systeemplafonds in het ganse land. Zo’n zomergast die zó intellectueel en abstract is, dat het inmiddels versleten Zomergasten-concept met terugwerkende kracht alsnog een avant-gardistische televisierevolutie poogt te zijn. (Dat is het Zomergasten als schrikbeeld, waaraan je soms geschrokken terugdenkt, die lange zomeravonden met Peter van Ingen en Een Hele Moeilijke Gast Met Saaie Dingen op Nederland 3 en dan pappa en mamma die drie uur lang met één vinger aan hun kin of wang geïnteresseerd staren en knikken en ‘hmmhmm’-en en jij die dacht dat ze echt geïnteresseerd waren maar uiteindelijk hadden pappa en mamma ook maar gewoon een baan onder een systeemplafond met een koffieautomaat waar collega’s op maandagen proberen elkaar te overtreffen in kosmopolitische intellectualistische pretentie omdat ze toch wat moesten als heel gemiddelde medewerkers onder dat systeemplafond in een zee van andere identieke heel gemiddelde medewerkers onder een systeemplafond waarvan de meerderheid altijd dolblij is met de recensenten die gemakshalve wél de hele aflevering uitzitten en zo handig voorkauwen wat er allemaal moet worden gevonden bij de koffieautomaat.) Zó erg was het ook weer niet.
Toegegeven, Reinbert de Leeuw is, zo vertelde hij, bevriend met Connie Palmen, heeft een huisje in Frankrijk en met Connie Palmen en andere vrienden kijken ze al jaren elk seizoen trouw Zomergasten. En toegegeven, deze Zomergasten-aflevering draaide uitsluitend om klassieke muziek en laat klassieke muziek nou net een heel hoog abstractieniveau hebben, wat toch altijd gemakkelijk tegen de grens van pretentieus aan schuurt. Maar wie ore heeft die hore. Er zat nieuws in. De Leeuw fakkelde namelijk zijn biograaf (Thea Derks) af. Immer bedekt met keurige bescheiden en beschaafde termen als de ingetogen en al te bescheiden man die hij zich graag toonde. Maar met wat hulp van zomergastheer Wilfried de Jong kwam die woede er toch uit. Zelden illustreerde iemand zo pijnlijk duidelijk wat ‘ongeautoriseerd’ betekent in de zin ‘een ongeautoriseerde biografie’. “Ik vertrouw geen enkel citaat uit die biografie”, zei hij toen De Jong een vleiend citaat van een muze-actrice voorlas uit de biografie, waarmee hij alles over die biografie had gezegd. Nieuwswaardig was ook De Leeuws harde kritiek op het gedrag van de musici van het Concertgebouworkest. Die dreven, in een fragment uit de documentaire Imperfect Harmony, zichtbaar de spot met de (overigens inderdaad nogal verontrustend moderne) compositie van componist (en boezemvriend) Louis Andriessen. “Muzikanten moeten hun best doen om de muziek zo goed mogelijk ten gehore te brengen, dat is hun taak”, aldus een duidelijke, bevrijdend duidelijke, De Leeuw die refereerde aan Mahler, de componist waar het Concertgebouworkest toch veel roem aan heeft te danken en wiens composities eveneens niet altijd werden begrepen. De Leeuw is, voor wie het volhield drie uur lang te blijven horen, een verrassend bevlogen verteller voor zo’n welhaast monomaan musicus. Hij toonde de kijker (lees: luisteraar) een uitgebreide staalkaart van de tonale werkelijkheid en deelde gretig zijn niet te bevredigen verlangen naar gepassioneerd talent. bbluisterenjaknikken534.jpg Wellicht was het dan soms van een al te hoog abstractieniveau, dat vergt van de kijker vooral veel luisteren en ja knikken, zoals ook De Jong in beginsel deed en de dirigent zijn zorgvuldige gecomponeerde muziekcollege liet dirigeren. Met inbegrip van verrassend nuchtere observaties als “het beroep van dirigent wordt zwaar overschat, je staat nou eenmaal in dienst van de muziek” en, bijna verbijsterend, “ik ben helemaal geen muziekluisteraar. Ik wil het vooral kunnen doen, kunnen uitvoeren. Muziek luister ik niet voor mijn plezier, ik zet niet echt voor de lol een CD’tje op.” Maar altijd was er die bescheidenheid, een onderdanig zichzelf wegcijferen, wellicht als resultaat van een al te keurige opvoeding in een artsengezin anno jaren vijftig vorige eeuw. En net als in het maatschappelijke leven was het ook in de muziek niet de bedoeling al te raar of te opvallend te doen, zo duidde De Leeuw een magistraal fragment waarin de Amerikaan John Cage een symfonie met keukenapparatuur, het toeval, een vleugel en een plastic vis ten gehore bracht (en vooral liet zien). “Zoiets kon natuurlijk alleen een Amerikaan doen, in Europa was dit ondenkbaar”, aldus De Leeuw, waarmee hij tegelijk zijn eigen vluchten in bescheidenheid vorm probeerde te geven. Hoe dan ook, De Jong counterde toch enkele malen de pogingen van De Leeuw om de avond volledig zelf te dirigeren. Dat leverde gelijk de mooiste gesprekken op. Ook als het schuurde, zoals De Jongs al te enthousiaste pogingen het liefdesleven van De Leeuw te psychologiseren: “Misschien is de liefde iets wat er te weinig is omdat je altijd werkt?” “Dat is een psychologenopmerking. Psychologie van de koude grond. Hier heb ik helemaal niks mee.” “Het was gewoon een domme vraag van een journalist die ook maar wat probeert.” Smullen. Bert Brussen is hoofdredacteur van ThePostOnline en Zomergasten-veteraan. aft2.gif

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.