Kamervragen VVD en D66 inzake BrussenGate

Schriftelijke vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Justitie en de staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het verhoor van een columnist in relatie tot eerdere uitlatingen van de minister.
1. Heeft u kennisgenomen van het bericht dat journalist en publicist B. Brussen verhoord is vanwege bedreiging en haatzaaien omdat hij andermans tweet heeft gepubliceerd cq. geciteerd? 1) Kunt u de feitelijke gang van zaken beschrijven?
2. Kunt u aangeven hoe de handelswijze van het Openbaar Ministerie en de politie in deze zaak zich verhoudt tot uw antwoord op mijn schriftelijke vragen inzake de zaak 'Ravage' dat het bij dit soort uitingsdelicten het van groot belang is dat uitlatingen in hun tekstuele samenhang worden beoordeeld. Het College van procureurs-generaal heeft de betreffende hoofdofficier van justitie nogmaals gewezen op het grote belang uiterste zorgvuldigheid te betrachten in zaken waarbij het gaat om het beoordelen van uitingen, opdat mensen die op een artistieke, uitdagende, scherpe manier deelnemen aan het maatschappelijk debat daarin niet ten onrechte worden gehinderd.?2)
3. Kunt u aangeven welk gevolg er in bredere zin dan alleen de destijds betreffende hoofdofficier van justitie is gegeven aan de in uw eerdere antwoord verwoorde beleidslijn?
4. Is de beleidslijn die in de schriftelijke vragen is verwoord, wat betreft de context en de wijze van beoordelen, voldoende meegewogen in de zaak van de heer Brussen? Zoja, op welke wijze?
1) http://www.nu.nl/internet/2310367/blogger-beschuldigd-van-haatzaaien-tweet.html, http://www.mediareport.nl/persrecht/11082010/bert-brussen-nu-ook-vervolgd-voor-haatzaaien-wegens-nieuwsbericht-over-tweet/nl/
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 20082009, nr. 3066 EN 2009Z08012