achtergrond

Geenstijl

Hans Jansen - De Moefti en de holocaust

hj.pngVrijdagmiddag, 28 november 1941, vier uur, begint in Berlijn de ontmoeting tussen de Duitse leider Adolf Hitler en de Groot-Moefti van Jeruzalem, Amin el-Hoesseini (1897-1974). De bijeenkomst duurt anderhalf uur. De moefti spreekt Frans, er is een tolk aanwezig, Paul Schmidt. De moefti heeft de bijeenkomst genoemd in zijn memoires die in 1999 in Damascus zijn verschenen. Volgens de officiële Duitse verklaring na de ontmoeting brengt de Duitse oorlog tegen de Joden noodzakelijkerwijze met zich mee dat er ook strijd geleverd moet worden tegen een Joods nationaal tehuis in Palestina. Na afloop van de bespreking geeft Hitler opdracht aan Reinhard Heydrich om binnen tien dagen een werkgroep bijeen te roepen om een definitieve oplossing voor het Joodse probleem voor te bereiden. De volgende dag nodigt Heydrich dertien hooggeplaatste Nazi’s uit om op 9 december in de Berlijnse voorstad Wannsee bij elkaar te komen. Maar, drukdrukdruk, er komt wat tussen: op 7 december valt Japan de Verenigde Staten aan: Pearl Harbor. De heren zijn even een paar dagen met iets anders bezig, en dan ook nog de Kerstdagen plus Oud en Nieuw.
Wannsee vond uiteindelijk pas plaats op 20 januari 1942 en diende om, wat de uitroeiing van de Joden betreft, de verschillende Duitse ministeries en diensten op één lijn te krijgen. Zonder coördinatie kom je nergens. Het Nazi-regime had van 1933 tot 1941 meer dan een half miljoen Joden uit Duitsland laten vertrekken, en was daar financieel beter van geworden: losgeld uit het buitenland, plus de bezittingen van de emigranten zelf. Waarheen deze Joden gingen, maakte Duitsland niet uit. Velen trokken naar Palestina. In 1941 veranderde dit Duitse beleid. Moefti el-Hoesseini wist, waar hij maar kwam, de indruk te wekken dat hij zowel namens de islam, de Arabieren en zelfs namens de moslims in Azië sprak. Hij is er in geslaagd de Duitsers te overtuigen van het belang van een bondgenootschap met de miljoenen mensen die hij vertegenwoordigde. In februari 1941 had Hitler een voorstel tot samenwerking van el-Husseini ontvangen. Daarin werd in paragraaf zeven als voorwaarde voor een bondgenootschap gesteld dat de Joodse emigratie, Europa uit, zou worden beëindigd. Hitler ging 11 maart akkoord. Emigratie van Joden uit Duitse gebieden werd per 31 oktober verboden. Nu verdrijving van de Europese Joden niet meer mogelijk was, moest er een andere oplossing komen. Die, weten we nu, is er gekomen. Mogelijk zou een rechtbank el-Hoesseini toch niet wegens medeplichtigheid daaraan durven veroordelen, niet zozeer uit angst voor zijn aanhang, maar omdat de Duitsers mogelijk ook zonder deze moefti wel bepaalde ideeën voor de oplossing van hun Joden-vraagstuk zouden hebben weten te ontwikkelen. De moefti heeft in Neurenberg in ieder geval niet terecht hoeven staan, mogelijk omdat hij als ‘geheim agent’ geld opstreek van zowel de Duitsers als de Engelsen en de Fransen. Frankrijk en Engeland zouden een wel heel onnozele indruk hebben gemaakt indien het destijds openbaar geworden zou zijn dat ze zich door dit reptiel hadden laten tillen. In die tijd vreesden regeringen nog, dat het bij hun onderdanen bekend zou raken, voor welke oerstomme streken ze verantwoordelijk waren. Tegenwoordig speelt dat minder. In 1937 deed deze moefti een ‘oproep tot de islamitische wereld’, die al in 1938 in het Duits vertaald was. Daarin komen alle talking points voor die we aantreffen in de preken, toespraken en pamfletten van Hamas, Hezbollah, de Iraanse Ayatollahs, de MoslimBroederschap, Al-Qaeda en de Sharia4-bewegingen. Prijsvraag: zoek één talking point van deze organisaties dat deze moefti niet al noemt. Uiteraard is hierbij het jodenvrij maken van de wereld een gewichtig thema, dat overvloedig met traditionele islamitische teksten toegelicht wordt. Hoe is het mogelijk dat andere islamitische leiders geen bezwaar hebben gemaakt tegen el-Hoesseini’s legitimiteit als woordvoerder van de islam? Twee factoren. De meeste andere leiders waren niet meer dan vertegenwoordigers van een invloedrijke familie, clan of stam, dan wel een lokale (meestal militaire) groep die zich had meester gemaakt van de staatsmacht. Geen internationale aantrekkingskracht. Door zich maximaal radicaal op te stellen, en iedere gematigder speler als een verrader voor te stellen, zijn el-Hoesseini en zijn erfgenamen er steeds in geslaagd het monopolie te krijgen op de woordvoering. Tot op de dag van vandaag zwijgen de gematigder moslims uit angst voor de activisten en beroepsmoslims, die zich op islamitische algemeen bekende religieuze teksten kunnen beroepen, waaronder de koran en de sharia-handboeken. Daardoor is het niet alleen gevaarlijk maar ook moeilijk de wettigheid van hun monopoliepositie te bestrijden. Er zijn zultkoppen die denken dat het bovenstaande allemaal verzonnen is om de islam in een kwaad daglicht te stellen. Die kunnen, indien ze zich willen verbeteren, het beste beginnen met het lezen van dit boek.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.