achtergrond

Geenstijl

Vier oktober, 2017. Madrid.

plaza.jpg Madrid ontwaakt na een korte, onrustige nacht. Het Plaza de las Cortes is uitgestorven. Een paar uur geleden stond het plein nog stampvol. Tienduizenden Spanjaarden begonnen, de wanhoop nabij, zittend op de stoep aan hun zoveelste demonstratie. Weer kwam er geen teken van leven vanuit het parlement. De volksvertegenwoordigers hielden de gordijnen dicht en hun oren gesloten. Langzaam maar zeker werd de sfeer grimmiger, de spanning hing in de lucht. Tot de bom weer barstte. Het plein ontplofte. De oproerpolitie schoot met rubberen kogels, spoot met traangas en scheurde met waterkanonnen over het plein. Tot diep in de nacht speelde de macht haar kat- en muisspel met de machteloosheid. Bijna tien jaar zit Spanje in een recessie. Veel dertigers hebben nog nooit een baan gehad. De beste onder hen zoeken hun heil noodgedwongen in Azië, in Amerika. De vergrijzing slaat keihard toe in Spanje. Mensen wonen bij duizenden in spookachtige verlaten kantoorpanden.
Het optimisme van na de eeuwwisseling heeft plaatsgemaakt voor een duister cynisme. De zwakkeren, de zieken en de ouderen zijn er het slechts vanaf gekomen. Alle netten die voor hen waren gespannen zijn langzaam maar zeker afgebroken. Zij hebben geen enkele mogelijkheid om aan hun misère te ontsnappen. Ze zitten gevangen in een open continent. Van Helsinki tot Lissabon, overal zijn de vangnetten van hetzelfde verdomde materiaal gemaakt. De jonge Madrilenen die hun stad en land trouw gebleven zijn kunnen maar slecht duidelijk maken waar ze tegen demonstreren. ‘No no no, otra dictadura, no gracias’, ze roepen het al jaren. Ze worden versleten voor verstokte nationalisten. Vroeger had de strijdkreet nog kracht, zweepte het hele groepen mensen op. Nu is het slechts een holle krijs om aandacht, losgezongen van haar oorsprong. Hadden ze het geld dan waren ze iedere dag naar Brussel gegaan om zich aan te sluiten bij de andere demonstranten. In Brussel zit de macht. Zit het geld. Vijf jaar geleden was het beslissende moment geweest. Toen besloten de centrale bankiers tijdens een diner dat geld ook maar gewoon papier is. De drukpersen werden aangeslingerd. Waardepapier werd al snel papier zonder waarde. Sindsdien staan de persen dag en nacht aan. Hoe lang gaat de waanzin nog door? Maar er is hoop. Een klein beetje hoop. Een paar opstandige Britten en Belgen bereiden een aanklacht voor tegen de president van de Verenigde Staten van Europa, Guy Verhofstadt. De slechtziende federalist is opgezwollen tot een groteske 140 kilo en beweegt zich voort in een elektrische rolstoel. Maar daar kunnen deze querulanten niet mee zitten. Nog één keer doen ze een poging om de macht van Brussel te breken. Ze dagen hem voor het hoogste gerechtshof van Europa, in Genève, hoofdstad van in het onafhankelijke Zwitserland. Drie jaar geleden opgericht als goedmaker naar de Duitsers, in Genève om een schijn van onafhankelijkheid te creëren. Verhofstadt had de Duitsers gedwongen om het grondwettelijke hof in Karlsruhe te ontmantelen. De natiestaten moesten worden gebroken, de centrale banken gestopt, de burgers genegeerd. Europa moest en zou een federale staat worden, en daarbij was voor rechters als die in Karlsruhe geen plaats. Een federaal Europa was het plan, en van hun plan wijken bureaucraten nooit af. Verhofstadt heeft de aanklacht lachend aangehoord. Laster, smaad, onbehoorlijk bestuur, fraude en verraad tegen België. Maar het kan hem niet bommen. Hij is onbezorgd, hij weet dat de rechters zo goed als zeker in zijn zak zitten. Het kleine beetje hoop wat de wanhopige Spanjaarden hebben vestigen ze op de overtuigingskracht van die ene hoge rechter, Jens Weidmann. Vijf jaar geleden vergeleek hij de manier van handelen van de huidige Europese hoge ambtenaar van financiën, Mario Draghi, met die van Mephistopheles uit Goethe’s Faust. Het werd al snel een omstreden boek uit de ooit glorieuze Duitse literatuur. Je wilt er niet meer mee worden gezien in Brussel. Weidmann werd verwijderd als bankier in Frankfurt en hem restte, alleen dankzij de druk van het Duitse volk, slechts een plek in het gerechtshof in Genève. Nu komt alles op hem aan. Nu heeft hij nog één keer de kans om Verhofstadt een halt toe te roepen. Zijn taak is immens, zijn spreekbeurten zullen heroïsch moeten zijn. In zijn eentje zal hij gelijk aan Herakles twaalf moeilijke werken moeten verrichten, om het 13-koppige gerechtshof te overtuigen.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.