achtergrond

Geenstijl

Gaat het CDA breken?

bassiehof100.jpeg Eén van de eerste debatten die ik als jonge knaap voor de baas moest volgen, vond plaats op de avond van dinsdag 10 december 2002. Het waren de woeste nadagen van de Fortuyn-revolte. Het eerste kabinet Balkenende was demissionair, maar dat weerhield integratieminister Hilbrand Nawijn (LPF) er echter niet van om enkele flinke uitspraken te doen. De zaterdag daarvoor had hij namelijk tijdens een LPF-congres de Tweede Kamer ‘één groot ritueel’ genoemd. Hoogtepunt van het daaropvolgende debat was dat GroenLinks-fractievoorzitter Paul Rosenmöller liet blijken dikke bewindspersonen walgelijk te vinden. Maxime Verhagen, destijds fractievoorzitter van de christen-democraten, had Nawijn naar aanleiding van zijn uitspraken vergeleken met een ‘pruilend kind’. Daar wilde Rosenmöller even op scoren. Ik citeer uit de Handelingen:
De heer Rosenmöller (GroenLinks): “In mijn ogen is dat een ondubbelzinnige, negatieve kwalificatie. Het blijkt echter dat mensen tegenwoordig over beelden tamelijk fors van mening kunnen verschillen. Ziet de heer Nawijn de opmerking van de heer Verhagen als een compliment?” Minister Nawijn: “Nee, uiteraard niet. Ik heb echter al zoveel kwalificaties over mij heen gehad dat ik een aardige olifantenhuid heb ontwikkeld.” De heer Rosenmöller (GroenLinks): “Sommigen zouden zeggen: dat is u aan te zien! Dat is echter flauw.” Minister Nawijn: “Dat komt niet goed uit uw mond, mijnheer Rosenmöller!” En dat kwam inderdaad niet goed uit de mond van Rosenmöller. Onder druk van Kamervoorzitter Frans Weisglas (VVD) nam hij de uitspraak vervolgens terug. Enfin, schelden in de Kamer is dus van alle tijden. Deze Algemene Politieke Beschouwingen noemde Geert Wilders Job Cohen een ‘bedrijfspoedel’, Cohen noemde Wilders vervolgens weer een kleuter. Het was echter niet de eerste keer dat een PvdA’er met een mal hondje werd vergeleken. Het was VVD-senator Baron Reint Hendrik de Vos van Steenwijk die de kwalificatie ‘poedel’ voor het eerst inbracht op het Binnenhof. Tijdens een senaatsdebat op dinsdag 10 maart 1953 noemde hij minister Johan van de Kieft (PvdA) van Financiën ‘een poedel, die uit het water komt en zich eens flink uitschudde’. Terug naar afgelopen week. Het was een iconisch beeld: Geert Wilders die lijnrecht tegenover de Eerste Minister stond. Doe eens normaal man! Nee, jij moet normaal doen et cetera. Een mooi toneelstukje, Wilders en Rutte kunnen het namelijk uitstekend met elkaar vinden. Toen Rutte in januari 2003 begon als Kamerlid werd hij begeleid door Geert Wilders. Dikke mik-technisch bekeken zit dat helemaal goed. Tegelijkertijd ontbrak er iets aan het plaatje: het CDA. Als de christendemocraten ooit nog enige rol van betekenis willen spelen zullen ze hun eigen gedoogvehikel moeten opblazen. Want, lieve lezers en lezeressen, het CDA wordt vermalen in deze constructie. De christen-democraten staan op een schamele achttien zetels in de peilingen. Wilders weet dat als hij volgend jaar breekt alleen maar meer gaat winnen. Met de VVD komt het ook wel goed. Maar de zachte krachten binnen de christen-democraten zullen zich steeds meer afkeren van het CDA. Gelegenheids-dissidenten Ad Koppejan en Kathleen Ferrier blijken overduidelijk niet de beloofde verzekering te zijn geweest. Breken met het gedoogvehikel zal het CDA echter alleen maar winst opleveren. Mits ze eerder zijn dan de PVV. De vraag is: gaan ze dat doen? Voorwaar, de rogge staat er dun bij.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.