achtergrond

Geenstijl

Beukende Rechter hoekt terug

vuisten!Gisteren hadden we Wicher Wedzinga aka de Meppende Rechter aan de telefoon. De rechter werd landelijk bekend vanwege het vermeende klappen van zijn Russische postorderbruid. Meneer vond het prima, dat artikel op GeenStijl over zijn nieuwe praktijk, maar de reacties waren wel van een 'niveautje'. Of hij zelf ook even een ingezonden stuk op GeenStijl mocht zetten. Jazeker, het zou gaan over de beschuldigingen aan zijn adres, maar vooral over het verziekte sfeertje binnen Justitie. Over die eikel van een opperrechtert (deken) in Groningen, over domme advocaten en mw. mr. Koppes, die belabberde Officier van Justitie, het lachtertje onder alle rechters. En hoe het is om als 'justitie' zelf eens met Justitie in aanraking te komen Ofwel, kom maar door met dat weekeindfeuilleton!
Rukkende rechter hoekt terug: het requisitoir van een vechter Introductie Door een mailtje met de tekst dat ik op 'GeenStijl’ stond, gingen bij mij alle alarmbellen af. Snel maar eens kijken. Gelukkig, ging blijkens de kop over de 'rukkende rechter’ en dat was toch die buitenlandse rechter die onder zijn toga zat te friemelen of was het nou die Tonino, de officier van justitie die zich als grote kindervriend ontpopte? Nee, het moet Fokke Fernhout zijn, de voormalige Maastrichtse vice-president, die ook een groot kinderhart heeft. Ik daarentegen mocht mij verheugen in de bijnaam: 'rammende rechter’, wat ik –eerlijk gezegd- nog wel aardig bedacht vond. Maar even verder lezen. Shit. Ging toch over mij. Groot aantal reacties ook nog. Pontificaal met foto. En de bekende clichés: klassenjustitie, een Oekraïense snol c.q. seksslavin die ik 'kapot’ zou hebben gebeukt. Maar het betrekkelijke voordeel was dat de site goed was bezocht. Gisteravond meer dan 7000 bezoekers. Slechte reclame is ook reclame en elk nadeel 'heb’ zijn voordeel. Toch was ik weer behoorlijk ontdaan. Ontdaan door alle domme en provocerende clichés die over mij de ronde deden en die geen recht doen aan wat er is gebeurd. Hoewel ik besef dat de site vooral amusementswaarde heeft, voelde en voel ik sterk de behoefte nu eens het verhaal te vertellen. En gelukkig stelde de redactie van de site mij ruimhartig in de gelegenheid dat te doen. Internetdaten Het is het verhaal van een raadsheer die na een echtscheiding in een diepe depressie terecht komt. Zo diep, dat hij suïcidaal werd en met behulp van medicatie en therapie weer wat opknapte en op de valreep werd gered. Depressief, niet –zoals ook al weer ten onrechte werd gezegd- manisch depressief. Vijftien jaar huwelijk naar de filistijnen, twee zoontjes het huis uit. En een echtscheiding die uitdraaide op een regelrechte oorlog. Na een half jaar overeind gekrabbeld en weer begonnen met werken. Dat ging goed en het leidde af. Maar thuiskomen in een leeg koud huis is geen feest. En ’s nachts door de binnenstad schuimen op zoek naar een aan de bar hangende vrouw om de nacht niet alleen door te brengen: nou nee. Ik ben daar gewoon het type niet voor en ik kan het ook niet met het werk combineren. Wel een aantal vluchtige relaties, om de eenzaamheid te ontsnappen. Dan maar internet. Waarom ook niet? Ik zocht niet naar slavinnen of goedkope snollen, maar wilde weer wat opbouwen. En toen zag ik Tatiana. Eerst wat heen en weer corresponderen, vervolgens is zij een paar keer naar Nederland geweest en ik een paar keer naar de Oekraïene. Een zeer intelligente vrouw. Scheikunde gestudeerd. Leuk dochtertje van elf jaar. En het klikte in het begin wonderwel. Maar dat gevoel maakte plaats voor toenemende achterdocht. Zij was werkloos, maar bleek later een taxibedrijf te hebben. De auto raakte betrokken, zo vertelde ze mij, bij een ernstig ongeluk. De dochter van haar taxichauffeur overleed. En ik maar betalen. Elke maand stuurde ik het bedrag op dat zij normaal verdiende met haar taxibedrijf. Ze was moe en depressief. Veel hoofdpijn. Drie keer op vakantie op mijn kosten. Dat deed ik vrijwillig en graag. Het is geen verwijt aan haar. Maar zesduizend dollar voor een taxi? Dacht het niet. We wilden toch hier, in Nederland, een toekomst opbouwen? Ze gaf me een rechtse directe In oktober 2004 kwam ze weer naar Nederland. Alleen. Haar dochtertje zou later komen om oud- en nieuw te vieren. In plaats van ons te oriënteren op school en werk, was het vanaf het begin een gelamenteer om geld voor de auto. De sfeer werd slechter. De dag nadat ik haar in niet mis te verstane bewoordingen had verteld dat ik geen geld voor de auto zou geven, liep het faliekant uit de hand. Ik beperk me maar tot de feiten, die in het dossier staan dat ik binnenkort op internet `breng’. Na een (zoals zijzelf verklaarde) gezellige avond stappen, sloegen bij mij opeens de stoppen door en ging ik als graaf Dracula (dat maak ik er maar van) tekeer. Zij gaf mij een rechtse directe, ik gaf haar een klap terug. Resultaat: zij een blauw oog, ik een bloedende lip en een dikke wang. Op mijn verzoek kwamen twee bekenden van mij (beiden psychologen die bij mij om de hoek wonen) bij mij thuis en vroegen haar of ze bij hun thuis wilde blijven slapen en daarna vervroegd naar de Oekraïne terugkeren. Maar dat wilde ze niet omdat ze zich “zo veilig en vertrouwd” voelde bij mij. Ze had ook naar haar vriendin uit de Oekraïne gekund, die in Groningen woonde. Maar nee hoor. Ze is een week bij mij thuis gebleven, terwijl ik naar mijn werk ging. Daarna stonden plotseling haar Oekraïense vriendin en de echtgenoot van die vriendin voor de deur en in een mum van tijd was ze met medeneming van bijna al haar spullen verdwenen. Pogingen om contact te leggen faalden. Ze mailde dat ze nog geld wilde hebben voor de auto, maar daar ging ik niet op in. Vervolgens hoorde ik dat ze aangifte had gedaan van poging tot wurging (artsen hebben geen spoor kunnen vinden en vrienden hebben ook nooit iets gezien), verkrachting en mishandeling (het blauwe oog, waarvan ze een aantal foto’s had gemaakt). Ook op die foto’s trouwens geen spoor van wurging te zien. Volgens de aangifte waren de huiskamer en de meubels besmeurd met bloed. Ondanks herhaald verzoek van mijn kant en van de kant van mijn advocaten is het nooit onderzocht. Het kan alsnog (ze zullen twee druppels bloed vinden, kunnen er ook drie zijn, afkomstig van mijn lip, maar ja, daar zeur je niet over). Onderzoek was overbodig en te duur. Haar kleren waren gescheurd. Niemand heeft daarvan ooit iets gezien en er is ook nooit naar gevraagd of onderzoek naar gedaan. En naast de talloze leugens die ik nog in het dossier zal aanwijzen, blijft het op zijn zachtst gezegd vreemd dat iemand die een ander van zulke gruwelijke dingen beschuldigd, een week in hetzelfde huis en zelfs in hetzelfde bed blijft bivakkeren. Klassejustitie! Ik vond en vind het zo’n bizar verhaal dat ik meende dat die zaak moest worden geseponeerd. Zoals ook in vergelijkbare zaken gebeurt. Maar nee, vanaf het prilste begin was het al duidelijk dat het openbaar ministerie mij voor de rechter ging slepen, ondanks een zeer gunstig psychiatrisch rapport over mij. “Omgekeerde klassenjustitie” noemde mijn advocaat mr. W. Anker dat terecht. En mr. Plasman zei mij al bij de eerste ontmoeting: “ ze laten gewoon die foto van dat blauwe oog zien” en dat is genoeg. En ze zetten alle smurrie op de tenlastelegging. Klassenjustitie? Laat me niet lachen. Een slecht onderzoek, waarover nog veel meer te vertellen is en waarover ik nog veel meer vertellen zal. Een belabberde officier van justitie mw. mr. Koppes, die naar algemeen bekend is nauwelijks iets weet van het procesrecht en maar wat aanklooit. Rechters die een straf hebben opgelegd, die in verhouding een stuk zwaarder is dan in vergelijkbare zaken, waarbij geen rechter betrokken is. En let wel: per saldo gaat het om een vechtpartij met een blauw oog. Beroep je maar niet op noodweer (ik moest me verdedigen) zei mr. Plasman, want dat wordt ook nog tegen je gebruikt (“zie je wel, die lafaard probeert er onderuit te komen”). Carrière kapot, ik zie mijn zoontjes al twee jaar niet meer omdat de politie mijn ex de aangifte heeft laten zien en in NOVA volkomen ten onrechte werd gezegd dat ik manisch depressief was), geen inkomen, maar probeer mij te bedruipen door een adviesbureautje op te zetten (hoezo: rechter is weer “zwaar oké”), stik van de schulden etc. etc. En wat hebben we geleerd? Heb ik er iets van geleerd? Jazeker. Ik heb nu de andere kant leren kennen en mensen die mijn kennis inhuren zal ik te vuur en te zwaard verdedigen. En dan hebben ze een geduchte tegenstander. Een door machtsmisbruik, onkunde en bedrog verziekt openbaar ministerie, dat wordt gekenmerkt door angsthazerij en carrièrezucht, de goeden niet te na gesproken. Tunnelvisie. Onervaren officieren van justitie die achter ervaren rechercheurs aanlopen als een horde domme ganzen. Ontlastend materiaal achter houden (Schiedamse parkmoord). Slecht onderzoek (Deventer moordzaak). Die niet schromen om advocaten op misselijkmakende wijze door het slijk te halen (mr. Moszkowicz kan daarvan getuigen). En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Datzelfde openbaar ministerie dat allerlei steken laat vallen bij een onderzoek naar de moord van Marianne Vaatstra. Etc. Etc. Het is nog maar het topje van de ijsberg. En dat verziekte openbaar ministerie krijgt ook nog eens steeds meer macht. Macht die ten koste gaat van burgers/verdachten (want dat onderscheid is soms niet of moeilijk te maken). Het wordt hoog tijd dat de bezem door het openbaar ministerie gaat, dat het openbaar ministerie uit de (onpartijdige, onafhankelijke) rechterlijke macht wordt gegooid omdat ze maar één ding willen:scoren, veroordelingen, dat rechters meer onderzoeksbevoegdheden krijgen, dat de verdediging bij het politieverhoor aanwezig is en meer processuele bevoegdheden krijgt dan het nu heeft. Maar dan is het ook zaak dat de kwaliteit van de advocatuur verbetert. In de jaren dat ik rechter was, heb ik slechts zelden een advocaat meegemaakt die wist waarover hij sprak. Die kennis van zaken had. Negen van de tien advocaten was “bagger”. Wel forse declaraties indienen, maar de kwaliteit was ver te zoeken, al ontging de cliënt annex verdachte dat in de meeste gevallen. “Vrijspraak, ondanks advocaat” noemden wij rechters dat wel eens in de wandelgangen. Daar wil ik iets aan doen, mits men mij toelaat tot de advocatuur. De deken in Groningen – een niet bepaald snugger ogend rondborstig individu (mr. Dijkstra, een onbekende grootheid) die er van uitgaat dat strafrecht alleen maar gaat over strafoplegging; ja, ja: over niveau gesproken)- houdt het (voorlopig- af, maar heeft, zo is mij door echte kenners verzekerd, niet veel kans als ik doorzet en anders verzin ik wel een list. Dat is mijn les geweest. En wie weet, zie ik mijn zoontjes van 10 en 5 jaar dan weer terug en is er toch een goede toekomst mogelijk. Kom langs en laat ons vechten tegen onrecht. Binnenkort hoop ik dat mijn boek over rechters verschijnt, want daar is het niet veel beter gesteld. Wicher Wedzinga

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.