In de zeer nabije toekomst zullen veel banen in de middenklasse overgenomen door efficiënte en goedkope software. Denk boekhouding, secretariaat en sales. Software en digitale infrastructuur zijn de
groeisectoren van de toekomst. Houdt het onderwijs in Nederland daar rekening mee?
Nope. Onderwijs in Nederland leidt kinderen op voor een maatschappij die al zeker twintig jaar niet meer bestaat. Daar moet drastisch in
vernieuwd worden. We roepen het al een tijdje hier, maar programmeren en coderen dienen verplichte vakken te worden in het Nederlands onderwijs. Van hetzelfde niveau en belang als leren schrijven en rekenen & Nederlands en wiskunde. Een land waarin iedereen kan programmeren en coderen op basisniveau, ook al wordt er in de verdere loopbaan niet direct iets mee gedaan, is een land dat zichzelf serieus neemt als kenniseconomie. Op zijn minst leert iedereen dan tenminste logisch en efficiënt nadenken. Op zijn best bouwen we hier de software, de apps en de digitale technologie die de wereld verbetert, #idealisme. Van prille basis stapjes op speelse wijze op de kleuterschool tot full blown shit programmeren op het eindexamen VWO+, en alles er tussenin, programmeren en coderen moeten wekelijkse lesuren krijgen op alle onderwijsniveaus. Het liefst meer dan één. Programmeertaal is tegenwoordig een belangrijkere taal dan Duits of Frans en evenaart Engels en Nederlands. Als je tenminste de opleiding van je kinderen serieus neemt als kennisgericht wetenschapsland. Afijn. Dit alles om iets te promoten wat uiteraard met een
belabberd PR-filmpje komt, maar dat filmpje is dan ook gericht op basisschoolkids:
CodeUur. Een oproep om kinderen minimaal één uur per week te laten coderen. Top. Het is een begin. Dus juichen we het toe. Mocht u kids in het Nederlandse onderwijssysteem hebben, of zelf leraar zijn, maak je dan hard voor deze kwestie op jouw school. Wie codeert die heeft wat.
