achtergrond

Geenstijl

De kwestie Joris Demmink

bassiehof1001.jpeg Geliefd onderwerp van menig complotfantast, de secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie: Joris Demmink. Smerige kinderverkrachter zegt de één, slachtoffer van een haatcampagne zegt de ander. Vooralsnog blijft de waarheid in het midden liggen. Maar dat de zaak stinkt moge duidelijk zijn. Waarom geeft het lijdend voorwerp zelf geen opheldering? Afgelopen week was hij weer in het nieuws, het Openbaar Ministerie neemt de aangifte van twee Turkse jongens die beweren slachtoffer te zijn van Demmink niet in behandeling. De kwestie blijft dus door etteren. De eerste keer dat ik met Demmink in aanraking kwam, was toen ik nog schreef voor het gerenommeerde opinieblad Panorama. In 2003 kwam het tijdschrift met harde aantijgingen: Joris Demmink zou zich ophouden in het Anne Frank-plantsoen in Eindhoven. Alras werden de beschuldigingen scherper; Demmink zou onderdeel uitmaken van een kinderporno-netwerk, jongens in Tsjechië en Turkije misbruikt hebben en – als hoogtepunt – een minderjarige vermoord hebben met een dildo. Sommige van mijn Panorama-collega’s werden vervolgens afgeluisterd en gevolgd door Justitie, het was bijkans intimidatie. Panorama had een beerput opengetrokken en daar waren bepaalde mensen zeker niet blij mee. Demmink zit nog steeds op zijn post.
Ik heb het er wel eens met Fred Teeven over gehad toen hij nog Kamerlid was. Teeven –partijgenoot van Demmink - opperde de mogelijkheid dat het hele Demmink-verhaal vooral een wraakactie is van Hüseyin Baybaşin, Een vermeend Turks-Koerdische crimineel die in Nederland levenslang heeft gekregen wegens drugshandel. Een hoge Justitie-ambtenaar zwartmaken in de hoop dat je er zelf beter uitkomt. Het klinkt plausibel. Aan de andere kant, Baybasin’s advocaat Pieter Bakker Schut – inmiddels overleden – drukte mij op het hart dat de kwestie Demmink een ‘megaschandaal’ is. “Het is Kafka in de polder.” In 2009 schreef ik een groot verhaal over Demmink voor HP/De Tijd. Ik had daarom per mail wat vragen gesteld aan Harro Knijf, de advocaat van Demmink. Een dag later kregen we een boze mail en aangetekend schrijven terug. Boos is niet het goede woord. Paternotte, hoofdredacteur Jan Dijkgraaf en uitgever Audax zouden in een shitstorm terecht komen. Beslaglegging, rechtszaak, Knijff haalde alles van stal wat juridisch mogelijk was. Die shitstorm kwam er echter niet, het was een overzichtsverhaal. Geen nieuwe feiten, wel weer even de kwestie op de agenda zetten. De juridische jachthond trok zich terug. Daarna werden Dijkgraaf en ik uitgenodigd, of we op de koffie wilden komen bij Demmink thuis. Over de kwestie praten. Maar het ministerie had daar niets mee te maken, werd er niet bij betrokken. En dat gaf mij een raar gevoel, waarom het ministerie er buiten houden? Dijkgraaf vond het ook vaag en we zijn dus niet op de koffie gegaan. Ik weet werkelijk waar niet hoe het nou zit met Demmink. Hij wordt volgende maand 65 maar gaat niet met pensioen, hij blijft voorlopig nog SG en heeft voor twee jaar bijgetekend. Zou het zijn omdat het onder de paraplu van ministeriële verantwoordelijkheid iets beter toeven is? Zeker is dat er een kwade reuk hangt rondom de hoogste ambtenaar van Justitie. En dat moeten we niet willen met z’n allen. Het zou een goede zaak zijn als er een definitief onderzoek komt. Mensen zijn voor minder van hun bed gelicht, tenslotte.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.