K. Regenjas - Singapore, land zonder uitkeringen

Singapore is één van de rijkste en veiligste landen ter wereld. Het is bijna 75% rijker dan Nederland. Maar liefst één op de vijf Singaporezen is miljonair. Best knap voor een land zonder noemenswaardige natuurlijke rijkdommen, met nauwelijks vruchtbare landbouwgrond en ver verwijderd van welvarende afzetmarkten. De werkloosheid schommelt al decennia rond een benijdenswaardig lage 2% en je betaalt hooguit 20% loonbelasting. De kans om vermoord te worden is alleen in Liechtenstein en Monaco kleiner. Veiliger, rijker en moderner dan Singapore is niet mogelijk. Een circus van toeslagen en uitkeringen is dus bepaald geen noodzakelijke voorwaarde om een beschaafd land te runnen.
Dit systeem zonder uitkeringen wordt mogelijk gemaakt door twee zaken. De eerste is het Central Provident Fund (CPF). Dit is een verplichte persoonlijke beleggingsrekening voor iedere inwoner van Singapore. Iedereen stort een percentage van zijn inkomen op deze rekening, die tot 5% rendement per jaar genereert. Als je in een situatie komt waar je financiële ondersteuning nodig hebt, bijvoorbeeld vanwege pensionering , medische redenen, studie van kinderen of zelfs voor het kopen van een huis, kan je geld opnemen uit je eigen fonds. Een elegant systeem. Iedereen heeft wat reserves, waardoor schrijnende toestanden worden voorkomen, maar niemand graait uit de grote pot. CPF-gelden mogen momenteel nog niet opgenomen worden bij werkloosheid, al gaan daar wel stemmen voor op.
Daarnaast maakt de Aziatische familiecultuur uitkeringen minder noodzakelijk. Waar in Nederland iedere 18-jarige puistenkop al een eigen kamer of appartement wil hebben om zijn Tindermatches naartoe te lokken, woont men in Singapore doorgaans wat langer bij de familie. Je vindt daar dus geen 22-jarige bijstandsmoeders die met 3 kinderen op een flatje gemeenschapsgeld zitten weg te paffen. Een verschijnsel dat onder met name de minder Nederlandse Nederlanders nogal eens voorkomt.
Nu Nederland nog
Helemaal vergelijkbaar zijn Singapore en Nederland dus niet. Toch zou het arrogant zijn te beweren dat we helemaal niets kunnen leren van een land dat ons in een paar decennia economisch compleet voorbij heeft gestreefd en bovendien bevolkt wordt door Asians die bekendstaan om hun algehele kontschopperij. Een variant van het CPF is ook in Nederland denkbaar. Open voor iedere Nederlander een persoonlijke beleggingsrekening waardoor hij een vast percentage van zijn inkomen spaart en een goed rendement ontvangt. Met deze rekening spaar je gunstig voor je eigen pensioen of, zo nodig, een korte werkloosheidsuitkering. Zo heeft iedereen een financiële buffer, maar is er direct na ontslag de impuls om weer als de sodemieter aan de arbeid te gaan. Hoe langer je namelijk in je uitkering blijft hangen, hoe leger je rekening zal raken en hoe minder geld er overblijft voor een groter huis of een vet pensioen in de Playboy Mansion. Alle idiote re-integratieclubjes, job coaches en tandenborstel tellende betuttelaars kunnen dan meteen geschrapt worden. Natuurlijk, er zal een kleine groep mensen overblijven die hun beleggingsrekening te snel uitputten omdat ze om de haverklap werkloos zijn of omdat ze een totaal nutteloze hippiestudie hebben gedaan en geen subsidie kunnen vinden voor hun derderangs kunstexposities. Wees gerust, we leven in een sociaal land. Voor die faalhazen is er altijd nog de basisbaan.
Met buiging,
K. Regenjas