achtergrond

Geenstijl

Hans Jansen - Kandidaat voor het Europarlement

hjbloksnor.pngVoor congressen en conferenties ben ik de afgelopen jaren zo nu en dan in Brussel en Straatsburg geweest. Als ik het daar dan van binnenuit bekeek, werd ik geobsedeerd door de gedachte ‘Wat moet je in vredesnaam fout doen om hier te belanden’. Dat weet ik nu. Ik sta zelf kandidaat. Desondanks gaat deze column voorlopig door. Ik verwachtte dat de bovenbazen van GeenStijl dat niet zouden willen. Zo’n column kan al te makkelijk maar ten onrechte opgevat worden als gratis reclame voor, of een statement namens, de PVV. Beleefd heb ik dan ook de vraag gesteld of de column zou blijven – of niet. Het was niet ‘niet’, ik ‘moest maar gewoon doorgaan’. Doen we. Moet kunnen. Ik wil zo ver mogelijk wegblijven van onderwerpen die te maken hebben met de verkiezingscampagne voor het Europarlement of met de haat- en smeercampagnes tegen de PVV. Ik zal het uitsluitend nog hebben over Gods eigen godsdienst, de islam. Is lastig, de islam heeft van alles te maken met Europa omdat de eisen en wensen van de beroepsmoslims ingaan tegen onze belangen en onze maatschappelijke ordening. Desondanks, als we niet opletten, willigen de EU of de nationale regeringen die eisen beetje-bij-beetje in. Dat is niet goed voor Europa. Dat beroepsmoslims er naar streven dat de hele wereld zich aanpast aan de eisen van de islam, mogen we ze niet kwalijk nemen, dat is hun taak hier op aarde. De taken van een beroepsmoslim lijken overigens niet erg op die van een beroepskatholiek of een beroepsprotestant.
Een beroepsmoslim is een soort jurist. Hij heeft vooral het islamitisch recht, de sharia, bestudeerd. Hij geeft adviezen (‘fatwa’s’) over hoe de regels van de sharia precies luiden, en hij houdt soms preken. Een beroepsmoslim is niet, zoals een dominee, in de eerste plaats zielzorger. Hij reikt geen sacramenten uit zoals een priester. Een beroepsmoslim leidt de gezamenlijke gebeden wanneer dat nodig is, bijvoorbeeld vrijdagmiddag. De teksten van de gebeden liggen verregaand vast. Er is dus een deskundige nodig die de juiste teksten kent en onderwijst. Wie de gebeden verricht, erkent in de teksten die hij uitspreekt dat Mohammed de ‘Gezant van God’ is. ‘De gebeden verrichten’ wordt dan ook hier en daar gebruikt in de betekenis van ‘moslim zijn’. Iets als ‘Sluit vrede en verricht de gebeden’ betekent dan ook ’Geef u over en word moslim’. Westerse regeringen hebben de neiging de oren te laten hangen naar de wensen van de beroepsmoslims. In de thuislanden is het soms wel anders: daar worden beroepsmoslims nu en dan opgepakt of ter dood veroordeeld. Beroepsmoslims zijn er ook in de variant ‘bureaucraat’ of ‘activist’. Die houden zich bezig met het opzetten en runnen van islamitische (massa)organisaties. Beroepsmoslims bezitten in het shi’ietische Iran sinds Khomeini (1979) de absolute oppermacht. Daarentegen hebben de regeringen van soennitische landen de beroepsmoslim meestal goed onder controle. Dat accepteren de beroepsmoslims, want het levert ze voordelen op: de regering geeft ze in ruil het monopolie op de markt van godsdiensten en ideologieën. De ijzersterke positie van beroepsmoslims in de islamitische wereld is ondermijnd geraakt doordat mensen hebben leren lezen. Iedere middelbare scholier kan zelf nu lezen hoe de koran en de sharia oproepen tot jihad, dat wil zeggen tot oorlog, moord en kidnapping. Tot voor kort kon een overheid wel zo’n beetje bepalen in hoe verre de predikers in de moskee, door de moskeegangers wel of niet te wijzen op de plicht tot Jihad, de bevolking zouden gaan ophitsen. Dat monopolie is de overheid kwijt. De islam leert dat de plicht tot Jihad blijft bestaan ‘tot de Dag der Opstanding’, dus ook nadat de heidenen zich onderworpen hebben, want na elke overwinning grenst de islam weer aan nieuwe, verse heidenen. De islamitische autodidacten die, net als de protestanten tijdens de reformatie, op eigen houtje de heilige boeken zijn gaan lezen, staan aan het begin van wat wij als de moderne fundamentalistische terreur beschouwen. Die autodidacten in de sharia- en jihad-studies pikken het niet als de beroepsmoslims die in dienst staan van de staat, tot vrede oproepen. Moslims zijn niet verplicht u in te lichten over de regels rond de jihad. Dat heet taqiyya, ‘behoedzaamheid’, wat neerkomt op spaarzaamheid met de waarheid. Taqiyya kan ontaarden in een vergunning om te liegen. Soennieten beweren wel eens dat taqiyya een shi’ietisch begrip is. Dat te zeggen is zelf al taqiyya. Beide groepen mogen van zichzelf taqiyya gebruiken, maar de Shi’ieten hebben het vaker nodig gehad want zij waren meestal in de minderheid, te midden van een rechtzinnige soennitische overmacht, en moesten om te overleven vaak doen alsof ze Soenniet waren. Zou er iemand willen luisteren als ik zulke dingen in Brussel uitleg? Het zou me verbazen.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.