De ladder naar lust

Ik stelde me intussen voor dat ik neergevlijd, doezelend in de exquise, zurige sfeer van winterkost, met mijn hoofd boven op de grote kei lag die in onze schuur het vat afdekte waarin melkzuurbacteriën tekeergingen in fijngesneden wittekool.
Jaren later, toen mijn vaders Schriftlezing allang was verstomd, zag ik de oudtestamentische scène luchthartig geïnterpreteerd terug in een plafondschildering in het bisschoppelijk paleis van Udine.
In Tiepolo's Bijbelse werk 'De droom van Jakob' ontwaarde ik wat ik van jongs af aan al vermoedde: dat deze gedweeë wezens allerminst onzijdig zijn, maar beschikken over mollige vrouwenkuiten.
Bij een enkele vieve engel zag je zelfs, klip-en-klaar in de roze schemer van de opwaaiende gewaden, dat het soigneren van het schaamhaar nog niet tot het koninkrijk der hemelen was doorgedrongen.
Het waren geen Godsgezanten, maar bacchanten, ladderzat op weg naar de furieuze, in het uitdeinend heelal weerkaatsende geluidsorgie van Jimi Hendrix, de meester van de gitaarriff, die ziel en zaligheid uit zijn schrepele lichaam perste.
Jan Wolkers